• Om zeker te zijn van een goede kwaliteit is het raadzaam om eerst
een testopname te maken zodat u de gevoeligheid correct kunt
instellen.
• Wanneer u kiest voor
“HI“, is het raadzaam om op te nemen in XHQ
of HQ zodat u optimaal profiteert van de hogere gevoeligheid.
• Wanneer u kiest voor “HI“ ondervindt u mogelijk hinder van achter-
grondruis, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Q
Weergave microfoongevoeligheid
(afb.
ø
)
■
De Variable Control Voice Actuator (VCVA) gebruiken
Wanneer de microfoon merkt dat het geluid een bepaald vooraf
ingesteld volume bereikt, begint de ingebouwde Variable Control
Voice Actuator (VCVA) automatisch met opnemen. De opname stopt
zodra het geluid weer beneden een bepaald niveau zakt. De VCVA
zorgt voor langere opnamen waarbij u kostbaar geheugen bespaart
aangezien de recorder stopt wanneer er sprake is van stiltes.
Bovendien maakt dit het afspelen van het bestand efficiënter en
gemakkelijker.
Opties bij menu-instellingen... On, OFF
• Tijdens het opnemen kunt u het VCVA-niveau aanpassen in 15 stap-
pen door gebruik te maken van de
+
en
–
knop.
• Tijdens de opname brandt het indicatielampje voor opnemen en
afspelen. Wanneer de recorder in de standby-modus staat, knippert
het indicatielampje voor opnemen en afspelen en knippert de melding
“VCVA“ op het scherm.
Q
VCVA-indicatie
(afb.
π
)
■
Systeemgeluiden (BEEP) (afb.
å
)
De recorder geeft geluidssignalen die wijzen op het gebruik van
bepaalde knoppen of die u attenderen op eventuele fouten. U kunt
de systeemgeluiden ook uitschakelen.
Opties bij menu-instellingen... On, OFF
• Wanneer de alarmfunctie is ingesteld, klinkt het alarm ook op de
ingestelde tijd als de systeemgeluiden zijn uitgeschakeld (m.u.v.
VN-1100 / VN-1100PC).
■
Alarmfunctie (
)
(M.u.v. VN-1100 / VN-1100PC)
U kunt de alarmfunctie gebruiken om gedurende 5 minuten een
alarmsignaal te laten klinken op de ingestelde tijd. Wanneer u tijdens
deze 5 minuten een willekeurige knop indrukt (m.u.v. de
HOLD
-
schakelaar) wordt het vooraf geselecteerde bestand afgespeeld.
Opties bij menu-instellingen... SET, On, OFF
→
Druk nadat u SET
hebt geselecteerd op de PLAY-knop om de tijd in te stellen.
Bij de alarmfunctie kunt u maar één bestand selecteren om af te
spelen. Selecteer een bestand voor deze functie voordat u de tijd
instelt.
Q
Alarmindicatie
(afb.
‚
)
Een alarmsignaal annuleren
Selecteer
OFF
bij
in de menu-instellingen en druk op de
PLAY
-
knop.
• Zodra het alarm eenmaal is ingesteld, ongeacht de geselecteerde map,
gaat het alarm elke dag af totdat de instelling wordt uitgeschakeld.
• Om de huidige instelling te bekijken, kiest u On en drukt u op de
PLAY
-knop.
• Het alarmsignaal stopt automatisch wanneer er binnen 5 minuten na
het begin van het alarm geen enkele knop wordt ingedrukt. Het gese-
lecteerde bestand wordt in dit geval ook niet afgespeeld.
• Wanneer de geselecteerde map geen opnamen bevat, is de alarm-
functie niet beschikbaar.
• Het alarmsignaal gaat elke dag af tenzij de functie wordt uitgeschakeld.
■
Timer-functie (TIMER) (afb.
∂
)
(M.u.v. VN-1100 / VN-1100PC)
U kunt een automatische opname plannen waarbij u de exacte
beginen eindtijd van de opname opgeeft. Zodra deze geplande
opname is voltooid, wordt de instelling gewist.
Opties bij menu-instellingen... SET, On, OFF
→
Druk nadat u SET
hebt geselecteerd op de PLAY-knop om de tijd in te stellen.
Een timer-instelling annuleren
Selecteer
OFF
bij de timer in de menu-instellingen en druk op de
PLAY
-knop.
• Om de huidige instelling te bekijken, kiest u On en drukt u op de
PLAY
-knop.
• Met deze functie kunt u uitsluitend de begin- en eindtijd van een
opname instellen. De instellingen voor kwaliteitsniveau, gevoeligheid
van de microfoon, VCVA en mappen die zijn geselecteerd op het
moment dat u de opname plant, worden automatisch toegepast.
• Het is niet mogelijk om opnamen in te stellen met een langere duur
dan de resterende opnameduur.
• U kunt op elk gewenst moment opnemen, ook buiten de opgegeven
opnametermijn. Wanneer dit echter betekent dat de resterende
opnameduur te kort wordt voor de geplande opname, wordt de
opname niet voltooid.
• Wanneer er andere bewerkingen worden uitgevoerd, prevaleren die
boven de geplande opname.
Overige functies
■
Bestanden verplaatsen van de ene folder naar de andere
(M.u.v. VN-1100 / VN-1100PC)
U kunt bestanden die zijn opgeslagen in de mappen A, B, C en D
verplaatsen naar andere mappen. Het verplaatste bestand wordt
toegevoegd aan het einde van de nieuwe map.
1.
Kies het bestand dat u wilt verplaatsen en druk op de
PLAY
-knop
om het af te spelen.
2.
Druk op de
MENU
-knop en houd deze ingedrukt gedurende mini-
maal 1 seconde terwijl het bestand wordt afgespeeld.
3.
Gebruik de
9
- of
0
-knop om een nieuwe map te kiezen.
4.
Druk op de
PLAY
-knop.
De nieuwe map en het nummer van het verplaatste bestand ver-
schijnen op het scherm en het verplaatsen wordt voltooid.
• Wanneer de nieuwe map vol is (100 bestanden), verschijnt de
melding “FULL“ op de display en kunt u het bestand niet naar die
map verplaatsen.
Q
Nieuwe map,
W
Nieuw bestandsnummer in de nieuwe map
(afb.
ƒ
)
■
Indexmarkeringen (afb.
©
)
Tijdens het opnemen of afspelen van een bestand kunt u indexmar-
keringen toewijzen zodat u belangrijke gedeelten van de opname
later snel kunt terugvinden.
1.
Druk tijdens het opnemen of afspelen op de
INDEX
-knop om een
indexmarkering in te stellen. Op het scherm verschijnt een index-
nummer.
Een indexmarkering wissen
Druk op de
ERASE
-knop terwijl het indexnummer wordt weergege-
ven op het scherm.
• Er kunnen maximaal 10 indexmarkeringen worden ingesteld in één
bestand.
• De opeenvolgende indexnummers worden automatisch opnieuw
geordend.
111
NL