SHERPA AQUADUE TOWER
NL - 19
NEDERLANDS
3.2.2 - Eigenschappen van de installatie
Aan de onderkant van de unit zijn de wateraansluitingen aangebracht.
Afbeelding 17-17a:
C1.
Waterintrede circuit klimaatregeling (1”)
C2.
Drinkwaterintrede (3/4”)
C3.
Warmwateruittrede (3/4”)
C4.
Wateruittrede circuit klimaatregeling (1”)
C5.-C6.
Aansluitingen koudemiddelleidingen
(3/8”G - 5/8”G)
De wateraansluitingen moeten worden voltooid met de installatie van:
• ontluchtingsventielen op de hoogste punten van de leidingen;
• raadpleeg “afb.5” voor de positie van de koudemiddel- en wateraansluitingen. De waarden zijn slechts een
benadering. Het wordt daarom aanbevolen om tussen de leidingen van de installatie en de wateraansluitingen
van de unit flexibele elastische koppelingen aan te brengen;
• afsluitventielen (op de drinkwaterintrede, de warmwateruittrede, de wateruittrede en de wateruittredeleiding
van de installatie die voor het onderhoud nodig zijn);
• waterfilter met een maas van 0,4 mm op de drinkwaterintrede en de uittredeleiding van de installatie dat
eventuele deeltjes, die in de installatie aanwezig zijn. Installeer het op een plaats die eenvoudig kan worden
bereikt tijdens reinigingswerkzaamheden;
• een thermische isolatie van alle componenten en waterleidingen.
• Verwijder het voorgesneden plaatstalen deel aan de zijde waar de leidingen naar buiten komen als wordt
gekozen voor een installatie met de wateraansluitingen aan de bovenkant (“A”), de linkerzijde (“C” ) of de
rechterzijde (“B”). Verwijder het voorgesneden plaatstalen deel met een zaag.
• Gebruik een elleboog van 90° (twee van 1” en twee van 3/4”) in het geval van een installatie met wateraansluitingen
aan de linkerzijde (“C”) of de rechterzijde (“B”), ofwel aan de achterkant van de machine.
• Installeer een terugslagventiel op de drinkwaterintrede (zie paragraaf “Watercircuit” - ref.18).
De waterleidingen moeten een nominale minimumdiameter hebben van 1”. Elke
wateraansluiting moet van handbediende afsluiters voorzien zijn om onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden te kunnen verrichten.
•
Tabel 4
Eigenschappen van de waterinstallatie.
Minimaal
waterdebiet
(l/s)
Nominaal
waterdebiet*
(l/s)
Hoeveelheid water
in installatie (l)
Werkdruk
(kPa)
Hoogteverschil
installatie
(m)
Min
Max**
Buitenunit
SHERPA S3 E 4
0,14
0,29
23
400
300
20
SHERPA S3 E 6
0,14
0,29
23
400
300
20
SHERPA S3 E 8
0,14
0,38
38
400
300
20
SHERPA S3 E 10
0,14
0,38
38
400
300
20
Binnenunit
SHERPA S3 E
SMALL
0,14
0,29 - 0,38
23 - 38
400
300
20
Buitenunit
SHERPA S3 12
0,14
0,57
45
400
300
20
SHERPA S3 14
0,14
0,67
51
400
300
20
SHERPA S3 16
0,14
0,77
58
400
300
20
SHERPA S3 12T
0,14
0,57
45
400
300
20
SHERPA S3 14T
0,14
0,67
51
400
300
20
SHERPA S3 16T
0,14
0,77
58
400
300
20
Binnenunit
SHERPA S3 E
BIG
0,14
0,57-0,77
45-58
400
300
20
* voor installaties op de vloer
** met een maximale watertemperatuur in de installatie van 35°C
Summary of Contents for Sherpa AQUADUE S3 E
Page 2: ......
Page 6: ...3 1 2 S P X P...
Page 7: ...4 1 10 2 6 5 3 4 11 17 18 19 D 16 8 13 14 15 6 B 20 A 7 13 12 9 C E...
Page 9: ...6 7 6b 6a 25 V V1 V1 26 S Q Q Q Q X2 C1 K4 K3 K2 K1 X3 X1...
Page 10: ...9 60 s C 6 3 4 5 2 1 8 U1 U2 8 10 12 14 16 kW 4 6 kW 10a 10b U4 U3 U3 U4...
Page 16: ...21 22...
Page 315: ......
Page 316: ...264400B...