114
115
a) Controleer of bij stilstaande pomp het oliepeil niet het merkstreepje overschrijdt, dat op het
carter staat, en hier ook niet meer dan 2÷3 mm onderstaat (zie tevens afbeelding 5). Op deze wijze
zal tijdens de werking het peil het juiste niveau bereiken. Denk er aan dat het oliepeil altijd bij
stilstaande en geheel afgekoelde pomp gecontroleerd moet worden.
Voor het eventuele bijvullen wordt verwezen naar de soorten smeerproduct die in de paragraaf
“
KENMERKEN EN TECHNISCHE GEGEVENS
” vermeld staan.
b) Controleer de correcte luchtvulling van de drukaccumulator met behulp van het gewone
persluchtpistool met manometer, van het type dat gebruikt wordt om de spanning van autobanden
• Controleer of de bewegende delen van de pomp op adequate wijze zijn afgeschermd en niet
toegankelijk zijn voor personen die niet met het gebruik belast zijn.
• Kom niet in de buurt van de bewegende delen van de pomp, ook al zijn deze adequaat
afgeschermd.
• Verwijder de afschermingen van de bewegende delen niet.
• Verricht geen onderhoud op de pomp wanneer deze in werking is.
• Respecteer hetgeen vermeld wordt in de paragraaf “GEBRUIKSBESTEMMING”.
• Wijzig in geen enkel geval de installatievoorwaarden van de pomp, met name waar het gaat
om de bevestiging en de hydraulische aansluitingen.
• Open geen eventueel op de pomp gemonteerde kraantjes indien deze niet aangesloten zijn
op een voorziening waarmee het per ongeluk naar buiten komen van de gepompte vloeistof
verhinderd wordt.
• Niet eigenmachtig de bedieningselementen en veiligheidsinrichtingen wijzigen.
• De aansluiting op het elektriciteitsnet van de machine die de pomp bevat moet verricht
worden door een Gekwalificeerde Elektricien die de betreffende wetgeving van het land van
gebruik respecteert.
• De werking van de machine die de pomp bevat is verboden in gesloten ruimtes indien deze
machine geactiveerd wordt door een explosiemotor.
5.1 VOORAFGAANDE HANDELINGEN
ATTENTIE
• Verricht de voorafgaande handelingen die bepaald zijn door de Fabrikant van de machine die
de pomp bevat.
• Controleer of de afgiftepunten gesloten zijn, of in gesloten positie aangesloten zijn op
gebruiksvoorzieningen (bijvoorbeeld een gesloten kraan of een sproeibuis in gesloten
positie).
• Overschrijd in geen enkel geval de maximum drukwaarde van de luchtvulling van de
accumulator, aangegeven in onderstaande tabel.
WERKDRUK POMP
DRUK LUCHTVULLING
ACCUMULATOR
bar
psi
bar
psi
2-5
29-73
2
29
5-10
73-145
2-5
29-73
10-25
145-363
5-7
73-102
Summary of Contents for 10
Page 3: ...bar psi bar psi bar psi bar psi OFF ON 9 9 6 4 5 6 7 8...
Page 112: ...93...
Page 113: ...94...
Page 114: ...95...
Page 115: ...96...
Page 116: ...97...
Page 117: ...98...
Page 118: ...99...
Page 119: ...100...
Page 120: ...101...
Page 121: ...102...
Page 122: ...103...
Page 123: ...104...
Page 124: ...105...
Page 125: ...106...
Page 126: ...107...
Page 143: ...140...
Page 144: ...141...
Page 145: ...142...
Page 146: ...143...
Page 147: ...144...
Page 148: ...145...
Page 149: ...146...
Page 150: ...147...
Page 151: ...148...
Page 152: ...149...
Page 153: ...150...
Page 154: ...151...
Page 155: ...152...
Page 167: ...NOTE 12...
Page 168: ...NOTE 13...
Page 169: ...14...
Page 170: ...15...