GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
RS 501
33015501(3)2008-02 A
27
CONTROLE VAN DE HOOGTE EN WERKING VAN DE AANZUIGMOND EN DE FLAP
Voorbereidende handelingen
Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
Breng de aanzuigmond (10, Afb. G) omhoog, ga te werk zoals beschreven in het specifi eke deel.
Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
Controle van de wielen van de aanzuigmond
Controleer of de drie wielen (1, Afb. Z) van de aanzuigmond in goede staat zijn en vrij draaien (of ze niet gevouwen/verbogen
zijn door botsingen of hoge druk, enz.). Controleer bovendien of de banddikte (2) niet minder is dan enkele millimeters.
Vervang eventueel de wielen (1) (zie de procedure in de Werkplaatshandleiding).
Controle van de sledes
Controleer of de hoofdslede (3, Afb. Z) en de voorsledes (4) en (5) en achterslede (6) in goede staat zijn en of de dikte (7) niet
minder is dan 5 mm, anders moeten ze worden vervangen (zie de procedure in de Werkplaatshandleiding).
Het is belangrijk om de sledes (3), (4), (5) en (6) te vervangen wanneer ze nog niet helemaal zijn opgebruikt om geen schade
te veroorzaken aan de betreffende bevestigingsschroeven waardoor de schroeven moeilijker zijn te verwijderen.
Het is raadzaam de sledes (3), (4), (5) en (6) tegelijk te vervangen zodat er geen onregelmatigheden optreden bij de naden (8)
door de verschillende gebruiksniveaus van de afzonderlijke sledes.
Controle van de fl ap en van de stand van de wielen van de mond
Controleer of de fl ap (9, Afb. Z) intact is en er geen grote uitrukkingen (10) of breuken (11) zijn die de normale
aanzuigcapaciteit van de mond kunnen benadelen.
Vervang eventueel de fl ap (9) (zie de procedure in de Werkplaatshandleiding).
Zet de machine op een vlakke ondergrond en laat de aanzuigmond (10, Afb. G) zakken, zie de procedure in het betreffende
deel.
Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
Controleer of de afstand (12, Afb. Z) van de fl ap tot de grond niet groter is dan 1 cm. Grotere afstanden kunnen de normale
aanzuigcapaciteit van de mond benadelen.
Vervang eventueel de fl ap (9) (zie de procedure in de Werkplaatshandleiding).
Controleer ook of de sledes (3, 4, 5 en 6, Afb. Z) de vloer niet raken met de wielen (1) steunend op de vloer. Vervang als dit
het geval is de wielen (1) om een extreem verbruik van de sledes te vermijden (zie de procedure in de Werkplaatshandleiding).
Start de machine volgens de procedure in het betreffende deel en doe de fl ap (9, Afb. Z) omhoog; controleer of deze
eenvoudig omhoog gaat. Controleer of deze ook omhoog gaat bij een druk van enkele kilo’s (simulatie van het verplaatsen van
fl essen of andere objecten die moeten worden opgezogen). Stel eventueel de openingskracht van de fl ap (9) als volgt af:
Zet de machine uit.
Verwijder de schroeven en het rechterpaneel (20, Afb. E) van de cabine.
Draai de contramoer (1, Afb. Y) van de regelklep los en draai de schroeven (2) zoveel als nodig, overwegende dat:
losschroeven vermindert de openingskracht;
vastschroeven verhoogt de openingskracht.
Als de afstelling is uitgevoerd, moet u de contramoer (1) weer aandraaien.
Monteer het rechterpaneel (20, Afb. E) van de cabine en haal de schroeven aan.
Monteer de verwijderde onderdelen in de omgekeerde volgorde van de demontage.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
•
•
•
–
–
•
•
12.
Summary of Contents for RS 501
Page 2: ......
Page 12: ...X 33015501 3 2008 02 A RS 501 S310907 S310908 S310909 S311255 1 2 3 S311371 AH AI AJ AN AK ...
Page 161: ......
Page 162: ......