GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
RS 2200
33019476(3)2010-02 A
23
Kies de verplaatsingsmodus: als u één keer op het onderste deel van de schakelaar (21, Afb. E) drukt, wordt de ‘snelle
6.
rijsnelheid’ ingeschakeld en kan de machine maximaal 40 km/u rijden; als u nog een keer op het onderste deel van de
schakelaar (21, Afb. E) drukt, wordt de ‘langzame rijsnelheid’ ingeschakeld en kan de machine maximaal 25 km/u rijden.
WAARSCHUWING!
U kunt deze rijsnelheid alleen veranderen in de volgende gevallen: de rijhendel (11, Afb. D) staat in de middelste
stand (neutraal), het rempedaal (4, Afb. D) is ingedrukt en de machine staat stil.
LET OP!
Bij de hoge rijsnelheid gaat ook de schakelaar (21, Afb. E) branden.
OPMERKING
Als u de machine start, staat deze in de langzame rijsnelheid.
OPMERKING
De eerder beschreven handelingen zijn alleen mogelijk voor machines met versnellingsbak. Als dat niet het geval is, is
de maximumsnelheid 25 km/h.
Zet de gashendel (2, Afb. D) naar voren totdat op het display (32, Afb. E) 2.300 omw/min wordt aangegeven.
7.
OPMERKING
Als de motor tijdens het rijden per ongeluk 2.350 omw/min bereikt, zorgt een beveiligingssysteem voor een te hoog
motortoerental dat de voeding naar de motor zelf wordt onderbroken, terwijl op het display het toerental (32, Afb. E)
knippert om de storing aan te geven.
Zet de keuzehendel voor de rijrichting (11, Afb. D) naar voren om vooruit te gaan en naar achteren om achteruit te gaan. In dat
8.
geval wordt het geluidssignaal voor de achteruit geactiveerd.
Schakel de parkeerrem (3, Afb. D) uit.
9.
Druk geleidelijk het gaspedaal (5, Afb. D) in.
10.
Begin met de machine met de handen op het stuurwiel (15, Afb. E) te rijden.
11.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
12.
OPMERKING
Als de machine met hoogteverschillen heeft te maken (zoals stoepranden), moet u het voorste deel van de machine
omhoog zetten door het bovenste deel van de schakelaar (27, Afb. E) omhoog te zetten. Als u de machine omlaag wilt
zetten, moet u op het onderste deel van de schakelaar (27) drukken.
WAARSCHUWING!
Rij maximaal 5 km/u als de machine omhoog staat.
LET OP!
Houd er tijdens de manoeuvres rekening mee dat de machine geleed is.
LET OP!
Controleer tijdens het manoeuvreren of er geen mensen in de buurt van de gelede onderdelen van de machine
aanwezig zijn.
De machine in de verplaatsingscon
fi
guratie stoppen
Er zijn drie mogelijkheden om de machine te stoppen:
1.
Laat het gaspedaal langzaam los (motorrem op alle vier wielen).
•
Druk het rempedaal in (servicerem op alle vier wielen).
•
OPMERKING
Als u het pedaal indrukt, wordt de neutraalstand van de machine ingeschakeld.
Schakel de parkeerrem in (hulprem op de voorwielen).
•
Zet de gashendel van de motor (2, Afb. D) in de laagste stand en laat de hendel enkele minuten in deze stand staan om het
2.
systeem te stabiliseren.
Doe de motor uit door de contactsleutel (6, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.
3.
LET OP!
Bij direct gevaar voor de bediener of anderen moet u onmiddellijk op de noodknop (19, Afb. E) drukken om de
motor te stoppen. Gebruik de noodknop niet om de motor onder normale omstandigheden te stoppen.
Stop de machine na de werkzaamheden zoals aangegeven in het deel Starten en stoppen van de dieselmotor.
4.
Summary of Contents for RS 2200
Page 2: ......
Page 18: ...XVI 33019476 3 2010 02 A RS 2200 2 1 S350034 1 2 3 5 4 S350080 AN AO ...
Page 19: ...RS 2200 33019476 3 2010 02 A XVII 03 01 02 28 04 S350077 AP_1 ...
Page 223: ......