2.
PERSLUCHTAANSLUITING
Voor storingvrij werken met de nietmachine is er vol-
doende gefilterde, droge, geoliede perslucht nodig.
Als de druk in het leidingnet hoger is dan de maxi-
maal toelaatbare bedrijfsdruk van de nietmachine,
moet er in de toevoerleiding naar de nietmachine een
drukregelventiel (drukbegrenzer) met daaropvolgend
een drukbegrenzingsventiel geïnstalleerd worden.
Opmerking: Bij de totstandbrenging van perslucht
door een compressor condenseert de natuurlijke
luchtvochtigheid. Het condenswater verzamelt zich
in de drukketel en pijpleidingen. Dit condens moet
door een waterafscheider verwijderd worden. De wa-
terafscheider moet dagelijks gecontroleerd en gele-
digd worden, anders kan er corrosie in de perslucht-
installatie en de nietmachine ontstaan, wat slijtage in
de hand werkt.
De compressor moet voldoende druk– en aanzuigca-
paciteit (volumestroom) hebben voor de toepassin-
gen. Een te kleine leidingdiameter in verhouding tot
de leidinglengte (leiding of slang) en overbelasting
van de compressor leiden tot drukval.
Vast gemonteerde persluchtleidingen moeten een
binnendiameter van minimaal 19 mm hebben, bij lan-
gere leidingen of meerdere verbruikers dient deze
groter te zijn.
Persluchtleidingen moeten met een verval (hoogste
punt in de richting van de compressor) gelegd wor-
den. Op de diepste punten moeten gemakkelijk be-
reikbare waterafscheiders gemonteerd worden.
Aansluitingen voor verbruikers moeten van boven
aan de pijpleidingen gemonteerd worden. De aan-
sluitingen voor de nietmachines moeten direct aan
de koppeling met een persluchtconditioneringseen-
heid (filter, waterafscheider/olienevelaar) uitgerust
worden. Controleer de olienevelaar dagelijks en vul
hem zo nodig bij met de aanbevolen olie (zie techni-
sche gegevens). Stel de olienevelaar van de condi-
tioneringseenheid zo in dat er telkens na 15 slagen
1 druppel valt. Controleer het oliepeil regelmatig.
Bij een slanglengte van 10 meter of meer is de voor-
ziening van de nietmachine met olie niet verzekerd.
Daarom raden wij aan een olievernevelaar direct aan
de nietmachine te installeren. Regel de dosering zo
dat één vulling volstaat voor ca. 30 000 slagen.
3.
HET APPARAAT KLAARMAKEN VOOR
GEBRUIK
3.1 HET APPARAAT KLAARMAKEN VOOR HET
EERSTE GEBRUIK
Lees de handleiding aandachtig voor u het apparaat
gebruikt en volg de aanwijzingen tijdens het gebruik.
De basisveiligheidsvoorschriften moeten steeds op-
gevolgd worden, om schade aan het apparaat en ver-
wonding van de bediener of andere personen in de
buurt te voorkomen.
3.2 AANSLUITING AAN DE PERSLUCHTTOEVOER
Controleer of de persluchtdruk niet groter is dan de
maximaal toelaatbare bedrijfsdruk van de nietmachi-
ne. Stel de luchtdruk in op de laagste waarde van de
aanbevolen bedrijfsdruk (zie technische gegevens).
Ledig het magazijn om te voorkomen dat er bij de
volgende stap een niet weggeschoten wordt als on-
derdelen in het apparaat zich niet in de uitgangsposi-
tie bevinden als een gevolg van reparatie- of onder-
houdswerkzaamheden of transport.
Verbind de nietmachine met de persluchtbron door
een met snelkoppelingen uitgeruste speciale druk-
slang met een vrije diameter van minimaal 8 mm. Op
het apparaat moet de open steeknippel (binnendia-
meter: min. 7,4 mm) gemonteerd worden.
Raadpleeg het gegevensblad voor de aansluitmaat
van de steeknippel.
3.3 MAGAZIJN VULLEN
Alleen de in de technische gegevens (zie gegevens-
blad) opgegeven bevestigingsmiddelen mogen wor-
den gebruikt.
Leg het apparaat bij het vullen van het magazijn zo
dat de mond niet gericht is op andere personen of
uzelf.
Bij het vullen mag de startbeveiliging en de startin-
richting niet ingedrukt worden.
Verdere gegevens die afhankelijk zijn van de bouw-
wijze, zoals het aanbrengen, verwijderen of bijvullen
van bevestigingsmiddelen, vindt u op het gegevens-
blad.
3.4 OMGANG MET HET APPARAAT
Houd u aan de “Bijzondere aanwijzingen” in punt 1
van deze handleiding.
Plaats het op goede werking geteste, bedrijfsklare ap-
paraat op het werkstuk en schiet een niet.
Probeer steeds met de laagste luchtdruk te werken.
Dat heeft voor u drie belangrijke voordelen:
1. U spaart energie.
2. U verlaagt het geluidsniveau.
3. U beperkt de slijtage van de nietmachine.
Probeer niet te schieten als het magazijn leeg is.
Koppel een defecte of niet storingvrij werkende niet-
machine direct los van de persluchtbron en laat ze
controleren door een vakkundige.
Als u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken
(pauze of werk voltooid) moet u het loskoppelen van
de persluchtbron en indien mogelijk het magazijn
leegmaken.
Bescherm de luchtdrukaansluitingen van de nietma-
chine en de slangen tegen vervuiling.
Het binnendringen van grof stof, spanen, zand etc.
22
NE
D
E
R
L
AN
DS