5.1 Versterkermodule
1) Als het gongsignaal vóór de aankondiging moet
weerklinken, druk dan links op de toets CHIME –
SIREN (1). De gong klinkt met maximaal geluidsvo-
lume.
2) Stel het geluidsvolume voor de microfoons in met
de regelaars MIC 1 (3) en MIC 2 (4). Als u vol-
doende luid in de microfoon MIC 1 spreekt, neemt
het volume van alle andere ingangskanalen af,
zodat de aankondiging beter te horen is.
3) Als er een audioapparaat op de jack LINE (5) is
aangesloten, stelt u het geluidsvolume ervan in met
de regelaar LINE.
4) Meng de ingangssignalen met de volumeregelaars
MIC 1, MIC 2, LINE en het signaal van de cd-speler
met de toetsen
en
(14), of meng ze in en uit
indien nodig. Zet het geluidsvolume van de niet-
gebruikte kanalen steeds op nul.
5) Voor de akoestische alarmering kunt u de sirene
inschakelen met de schakelaar CHIME – SIREN (1).
Druk hiervoor rechts op de schakelaar. De sirene
klinkt met maximaal geluidsvolume. Om uit te scha-
kelen, drukt u links op de schakelaar.
6) Na gebruik schakelt u eerst de versterker uit, ver-
volgens alle andere aangesloten apparaten.
5.2 Cd-speler
Op de cd-speler kunnen gewone audio-cd's worden
afgespeeld, en ook zelf gebrande cd's (cd-r). Bij her-
beschrijfbare cd's (cd-rw) kan het afspelen naargelang
het cd-type en gebruikte cd-brander echter problema-
tisch verlopen. U kunt ook gecomprimeerde audiobe-
standen (gemaakt met de momenteel populairste
compressiemethoden) van cd's en via de USB-inter-
face (7) afspelen.
5.2.1 Opmerking in verband met klankstoringen
en leesfouten
Sigarettenrook en stof dringen makkelijk in alle ope-
ningen van de cd-speler en zet zich ook af op de opti-
sche onderdelen van het laser-aftastsysteem. Mocht
deze afzetting tot leesfouten en klankstoringen leiden,
dan moet het apparaat door een gekwalificeerd vak-
man worden gereinigd. De kosten voor deze reiniging
draagt de koper, ook tijdens de garantietermijn!
5.2.2 Track afspelen
1) Schakel de cd-speler met toets
(15) in. Hij moet
steeds extra worden ingeschakeld; ook na een
stroomonderbreking of als u de versterker met de
netschakelaar (2) uit- en opnieuw inschakelt.
2) Open de cd-lade (6) met de toets
(16) en plaats
een cd met het label naar boven in de lade. Sluit de
cd-lade met de toets
. Na het inlezen (displaybe-
richt
) start de 1ste track automatisch [display-
bericht
(b)].
3) Bijkomend of als alternatief kunt u een USB-stick of
een harde schijf (evt. met eigen voeding) in de
USB-aansluiting (7) pluggen resp. met de USB-
aansluiting verbinden.
4) Om te wisselen tussen de USB-aansluiting en een
cd drukt u op de toets CD / USB (11).
5) Stel het geluidsvolume van de cd-speler in met de
toetsen en (14)
[displaybericht
… ].
6) U kunt het afspelen nu op elk moment onderbreken
met de toets
(10) [het displaybericht
(c) ver-
schijnt; de looptijd (h) knippert] en weer starten.
7) Om een andere track te selecteren, drukt u even op
de toets
(12) [een track vooruit springen] of op
de toets
[naar het begin van de track terugke-
ren; bij elke verdere druk op de toets een track
terugspringen]. Bij cd's met meerdere mappen (niet
bij standaard audio-cd's) worden de tracks in
onderstaande volgorde afgespeeld en geselec-
teerd:
1. alle tracks zonder mappen op het hoofdniveau
(root directory)
2. alle tracks in mappen op het hoofdniveau
3. alle tracks in submappen etc.
8) Tijdens het afspelen kan binnen een track snel
vooruit of achteruit worden gezocht. Houd de toets
ingedrukt om vooruit te zoeken, de toets
om achteruit te zoeken.
9) Wenst u het afspelen voortijdig te beëindigen, druk
dan op de toets
(9).
5.2.3 Herhalingsfuncties en willekeurig afspelen
1) Als de track moet worden herhaald, druk dan een
keer op de toets
(13). Op het display verschijnt
REP (a).
2) Wenst u alle tracks van de cd te herhalen, druk dan
een tweede keer op de toets
. Op het display
wordt nu REP ALL (e) weergegeven.
3) Om de tracks in willekeurige volgorde af te spelen,
drukt u een derde keer op de toets
. Op het dis-
play verschijnt nu RAN (f).
4) Om de extra functie uit te schakelen, drukt u enkele
keren op de toets
tot het displaybericht RAN
verdwijnt.
5.2.4 Antischokgeheugen
Het antischokgeheugen van de cd-speler kan kort-
stondige storingen door schokken of trillingen bij het
scannen van een cd compenseren, maar niet bij aan-
houdend, hevig schudden. Hoe meer segmenten van
de geheugenindicatie (i) op het display zichtbaar zijn,
hoe langer storingen kunnen worden gecompenseerd.
22
NL
B