Ingebruikneming van de gyroscoop
De gyroscoop heeft geen eigen functieschakelaar. De stroomvoorziening vindt plaats via een 3-
polige stekkeraansluiting (2), die met de ontvanger verbonden is. Zodra de ontvangstinstallatie
wordt ingeschakeld, werkt ook de gyro. Het ontvangsttoestel mag pas dan worden ingeschakeld,
wanneer eerst de zender in gebruik werd genomen.
De stuurknuppel voor de staartfunctie en de bijbehorende trimmer moeten altijd in de middenpositie
staan, vóórdat u de ontvangstinstallatie en daarmee dus ook de gyroscoop in bedrijf neemt. De
staartrotor moet dan zo zijn uitgelijnd, dat de helikopter bij het zweefvliegen niet de neiging heeft
zijdelings te draaien (basisinstelling).
a) Initialisatie van de gyroscoop
Voor correct functioneren, moet de gyroscoop worden ge?nitialiseerd. Deze interne compensatie wordt
direct na het inschakelen van de ontvanger automatisch uitgevoerd en duurt ca. 15 seconden.
Als teken voor de initialisatie knippert de LED (7) zeer snel. Tijdens de initialisatie mag het model,
en dus ook de gyro, niet worden bewogen of gedraaid. Na een succesvolle initialisatie gaat de LED-
aanduiding (4) permanent branden.
Afbeelding 3
Wanneer de LED-indicator na de initialisering elke seconde knippert, heeft de gyro
geen uitvoerbaar ontvangersignaal ontvangen. Dit kan gebeuren, vb. wanneer de
zender tijdens de initialisering uitgeschakeld was of de staartrotortrimming op de
zender te ver uit de middelste positie werd geplaatst.
Schakel in dit geval het ontvangsttoestel van het model uit, los de storing op en schakel het
ontvangsttoestel opnieuw in.
b) Instellen van de gevoeligheid van de gyroscoop
De gevoeligheid van de gyroscoop laat zich met behulp van de ingebouwde afstelregelaar (8)
traploos regelen. Gebruik daarvoor het best, vb. een kleine trimschroevendraaier (9) of een
uurmakerschroevendraaier (beide niet in de leveringsomvang van de gyroscoop inbegrepen).
Wanneer de instelregelaar naar rechts wordt gedraaid, wordt de gevoeligheid van de gyroscoop
verhoogd en de staartservo reageert met grotere uitslagen op de toestandsveranderingen van de
helikopter. Wanneer de instelregelaar naar links wordt gedraaid, wordt de gevoeligheid van de
gyroscoop verrminderd en de staartservo reageert met kleinere uitslagen op de toestands-
veranderingen van de helikopter.
Voor de eerste vliegpogingen moet u de regelaar op de middelste stelling zetten.
c) Instellen van de werkingsrichting van de gyroscoop
De gyroscoop moet altijd de staartservo zo besturen dat een tegenstuurmoment wordt opgewekt,
zodat de draaiing van het helikoptermodel om de verticale as (rotoras) verhinderd kan worden.
Om de correcte functie van de staartservobesturing te testen, neemt u de zender en aansluitend
het model in gebruik.
Let op!
Gebruikt u een elektro-modelhelikopter, ontkoppel dan eerst de motor van de regelaar,
zodat het starten van de rotoren wordt voorkomen.
Afbeelding 4
Afbeelding 4A:
Wordt de staart van bovenaf gezien met de hand naar links gedrukt, dan moet de
staartservo een stuurbeweging uitvoeren die de staart naar rechts zou drukken. De draaibeweging
van de staartservo moet in dezelfde richting gaan, wanneer bij de zender de stuurknuppel voor de
staartfunctie naar links wordt bediend.
Afbeelding 4B:
Wordt de staart van bovenaf gezien met de hand naar rechts gedrukt, dan moet
de staartservo een stuurbeweging uitvoeren die de staart naar links zou drukken. De draaibeweging
van de staartservo moet in dezelfde richting gaan, wanneer bij de zender de stuurknuppel voor de
staartfunctie naar rechts wordt bediend.
Als de door de gyroscoop veroorzaakte draairichting voor de staartservo precies in de
tegenovergestelde richting gebeurt dan deze getoond in afbeelding 4, dan kunt u met behulp van
de ingebouwde schakelaar (zie afbeelding 3, pos. 10) de draairichting van de staartservo-
stuurimpuls veranderen. De omschakelaar reageert echter alleen op de door de gyroscoop
geproduceerde servo-impulsen. De stuurimpulsen, die door de zender worden geproduceerd en
door de ontvanger via de gyro aan de staartservo worden doorgegeven, worden hierdoor niet
beïnvloed.
Indien noodzakelijk kunt u de draairichting van "NOR" (normaal) op "REV" (reverse = omgedraaid)
instellen. Gebruik voor het bedienen van de schakelaar een kleine instel- of
uurmakerschroevendraaier (zie afb. 3, positie 9).
Controleren van de gyroscoopfunctie tijdens het vliegen
• Schakel de zender in en neem de ontvangstinstallatie bij de modelhelikopter in bedrijf. De
stuurknuppel voor de staartfunctie en de bijbehorende trimhendel moeten eerst in de middenpositie
worden gezet.
• Na de initialisering moet de LED-indicator (7) oplichten.
• Controleer de positie van de staartrotorbladen en test of ze in beide stuurrichtingen een
voldoende grote uitslag hebben.
• Laat de helikopter nu voorzichtig stijgen en corrigeer het eventueel wegdraaien van de staart met
de staartrotor-trimming.
Bij een correcte gyroscoopinstelling moet de helikopter stabiel zweven en de staart altijd in een
richting wijzen.
Bij een te geringe gevoeligheid van de gyroscoop zal de staart in zweefvlucht niet
stabiel gericht blijven en voortdurend door de piloot ongewilde richtingsveranderingen
doorvoeren. In dit geval moet de instelregelaar (8) verder naar rechts worden gedraaid.
Bij een te grote gevoeligheid van de gyroscoop zal de staart in zweefvlucht voortdurend
heen en weer slingeren. In dit geval moet de instelregelaar (8) verder naar links worden
gedraaid.
Belangrijk!
Verander de instelling van de regelaar voorzichtig en enkel in kleine stappen!
De optimale gevoeligheid voor de gyroscoop is bereikt, wanneer de regelaar (8) zover
mogelijk naar rechts werd gedraaid zonder dat de helikopter daarbij de tendens tot
pendelbewegingen vertoont.
Onderhoud en verzorging
Reinig de buitenkant van de gyroscoop uitsluitend met een zachte, droge doek. U mag in geen geval
agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat hierdoor het oppervlak
beschadigd kan worden.
Afvalverwijdering
Verwijder het onbruikbaar geworden product volgens de geldende wettelijke
voorschriften.
Technische gegevens
Voedingsspanning ............................ 5 V/CC
Stroomverbruik ca.: .......................... 10 mA
Stekkersysteem ................................ JR
Afmetingen ........................................ ca. 27.5 x 27.5 x 18.5 mm
Gewicht incl. aansluitkabel: .............. ca. 10 g
A
B
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, verei-
sen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.