55
GB
D
F
E
I
P
GR
RU
TR
GB
GB
GB
GB
GB
NL
7. De koel- en afvoerleidingen aansluiten
7.1. Koelleidingwerk
Deze werkzaamheden aan de pijpleidingen dienen te worden uitgevoerd volgens
de installatiehandleiding van zowel het buitenapparaat als de BC-bedieningseenheid
(de R2-lijn van apparaten die zowel koelen als verwarmen).
•
De R2-lijn is ontworpen voor gebruik in een systeem waarbij de koelstofpijp
van een buitenapparaat uitkomt bij de BC-bedieningseenheid en de pijp zich
vertakt bij de BC-bedieningseenheid om aan te sluiten op binnenapparaten.
•
Voor beperkingen met betrekking tot pijplengtes en toegestane hoogteverschil-
len, verwijzen wij u naar de installatie-instructies van het buitenapparaat.
•
De aansluitmethode voor de leidingen is de zogenaamde “flare”-aansluiting,
waarbij u leidingen over elkaar heen vastdraait.
Pas op bij koelleidingen
s
s
s
s
s
Gebruik niet-oxyderend soldeersel bij het hardsolderen om er zeker van
te zijn dat er geen vreemde stoffen of vocht de pijp kunnen binnendrin-
gen.
s
s
s
s
s
Zorg ervoor dat u koelmachine-olie op het zittingsoppervlak van de “flare”-
aansluiting doet en dat u de leidingen stevig vastdraait met gebruik van
een dubbele steeksleutel.
s
s
s
s
s
Gebruik een metalen beugel om de koelleiding te ondersteunen zodat er
geen gewicht op de einde van de leiding aan het binnenapparaat komt te
staan. Monteer deze steunbeugel op 50 cm afstand van de “flare”-aan-
sluiting van het binnenapparaat.
Waarschuwing:
Gebruik uitsluitend het type koelmiddel dat in de meegeleverde handleidin-
gen en op het typeplaatje wordt genoemd.
- Als u een ander type gebruikt, kunnen het toestel of leidingen barsten en bestaat
er gevaar voor ontploffing of brand tijdens gebruik, reparatie en verwijdering van
het toestel.
- Ook overtreedt u mogelijk toepasselijke wetgeving als u dit voorschrift niet volgt.
- MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION kan niet aansprakelijkheid worden
gesteld voor storingen en ongevallen die het gevolg zijn van gebruik van een
verkeerd type koelmiddel.
Voorzichtig:
•
Gebruik fosforhoudende, zuurstofarme C1220-koperpijpen (Cu-DHP) als
koelstofpijpen zoals opgegeven in JIS H3300 “Naadloze pijpen en buizen
van koper of koperlegeringen”. Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de
binnen- en buitenoppervlakken van de pijpen schoon zijn en vrij zijn van
gevaarlijk zwavel, oxiden, stof/vuil, deeltjes ten gevolge van nasnijden,
olieresten, vocht of andere verontreinigingen.
•
Maak geen gebruik van de bestaande koelstofpijpen.
- De oude koelstof en koelmachine-olie in de bestaande buizen bevat een
grote hoeveelheid chloor die ervoor kan zorgen dat de koelmachine-olie van
het nieuwe apparaat verslechtert.
•
Sla de te gebruiken pijpen binnen op en zorg ervoor dat beide uiteinden
van de pijpen afgesloten zijn, tot vlak voordat deze worden gesoldeerd.
- Indien er stof, vuil of water in de koelcyclus terecht komt, kan dit verslechte-
ring van de olie of een storing in de compressor als gevolg hebben.
•
Gebruik esterolie, etherolie of alkylbenzeen (kleine hoeveelheid) als koel-
machine-olie voor de coating van optromp- en flensverbindingen. (Voor
typen die gebruik maken van R410A of R407C)
- De koelstof die in de airconditioner wordt gebruikt is uiterst hygroscopisch,
en vermengd met water kan het de kwaliteit van de koelmachine-olie ver-
slechteren.
7.2. Afvoerleidingwerk
[Fig. 7.2.1] (P.4)
A:
25 cm
B:
1,5 – 2 m
A
Naar beneden lopende helling van meer dan 1/100
B
Isolatiemateriaal
C
Metalen beugel
[Fig. 7.2.2] (P.4)
D
Binnenapparaat
E
Neem zo lang mogelijk. Ongeveer 10 cm
F
Verzamelleidingen
[Fig. 7.2.3] (P.4)
C:
28 cm
D:
170
±
5 mm
G
Afvoerslang (meegeleverd)
s
s
s
s
s
Maak gebruik van de bijgeleverde afvoerslang (Accessoire).
H
Minder dan 300 mm
I
Harde PVC 90
°
elleboog (Deze moet u zelf kopen)
J
Harde PVC pijp (VP-25) (Deze moet u zelf kopen)
K
Vastzetband (klein) (meegeleverd)
s
s
s
s
s
Maak elke verbinding met vinyl-chloridelijm. Maar gebruik nooit lijm op
de afvoeropening van het binnenapparaat. Anders kan het afvoer-
mechanisme later niet onderhouden worden. Ook kan de eindaansluiting
gaan eroderen door hars en kan breken.
1. Zorg ervoor dat de afvoerleiding naar beneden loopt (met een helling van ten-
minste 1/100), naar buiten (lozing). Monteer geen stankafsluiter of andere
onregelmatigheid in de leiding. (
1
)
2. Zorg ervoor dat kruiselings gemonteerde afvoerleiding niet langer is dan 20 m
(het hoogteverschil niet meegerekend). Voor lange afvoerleidingen moet u een
steunbeugel monteren om zakken van de leidingen te voorkomen. Monteer
nooit een ontluchtingspijp, omdat anders het afvalwater eruit kan komen.
3. Gebruik een harde PVC-pijp VP-25 (buitendiameter ø32 mm) voor de afvoer-
leidingen.
4. Zorg ervoor dat verzamelleidingen 10 cm lager dan de afvoeruitlaat van het
apparaat gemonteerd zijn, zoals in
2
wordt weergegeven.
5. Monteer geen stankafsluiter op de afvoeruitlaatopening.
6. Zorg ervoor dat u de uitlaat van de afvoerleiding zo monteert dat deze geen
stank veroorzaakt.
7. Doe het uiteinde van de afvoerleiding niet in een afvoer waar zich ionische
gassen ontwikkelen.
8. De inname van de afvoerleiding kan 28 cm hoger gemonteerd worden dan de
afvoeruitlaatopening. Als er obstakels onder het plafond lopen, gebruik dan
ellebogen om de hoogte tenminste in overeenstemming met de locatie uit te
voeren. (
3
)
Opmerking:
Als het omhooglopende gedeelte lang is, dan zal er een heleboel water te-
ruglopen als u het apparaat uit zet, hetgeen slijm of stank veroorzaakt gedu-
rende de tijd dat u het apparaat niet gebruikt. Zorg ervoor dat u het omhoog-
lopende gedeelte zo kort mogelijk houdt.
Voorzichtig:
Monteer de afvoerleiding zodanig dat het afvoerwater geloosd kan worden
en isoleer de leiding om condens door dauw te voorkomen. Als u de leiding
verkeerd monteert kan dit waterlekkage tot gevolg hebben en dit kan uw
meubilair nat maken.
7.3. De afvoerlozing zekerstellen
s
s
s
s
s
Zorg ervoor dat het afvoermechanisme goed functioneert en dat de aan-
sluitingen van de leidingen niet lekken.
•
Zorg ervoor dat u het bovenstaande controleert tijdens een periode dat u de
verwarming gebruikt.
•
In het geval van nieuwbouw moet u ervoor zorgen dat u het bovenstaande
controleert voordat u het plafond afwerkt.
1. Verwijder de polyethyleen plug die zich aan dezelfde kant als de pijpen van het
binnenapparaat bevindt.
2. Vul de aanvoerwaterpomp met water met gebruik van een aanvoerwatertank.
Zorg er tijdens het vullen voor dat u het uiteinde van de pomp of de tank in een
afwateringstank steekt. (Als u dit niet doet, kan er water over de machine stro-
men.)
3.
Voer een test met het apparaat in koelmodus uit of zet de SWE-schakelaar op
de bedieningsprintplaat aan. (De afvoerpomp en de ventilator werken hierdoor
zonder afstandsbediening.) Gebruik een doorzichtige slang zodat u kunt con-
troleren of het water wordt afgevoerd.
SWE
SWE
OFF
ON
OFF
ON
4. Na de controle annuleert u de testmodus en schakelt u de hoofdschakelaar uit.
Als de SWE-schakelaar aan staat, zet u deze uit. Zet de polyethyleen plug
terug op zijn oorspronkelijke plaats.
SWE
SWE
OFF
ON
OFF
ON
1. Steek het testaansluitstuk van de afvoerpomp (accessoire) in het aansluitstuk
dat zich aan dezelfde kant als het bedieningskastje bevindt. Raadpleeg voor
meer details de informatie op de afdekplaat van het bedieningskastje.
2. Verwijder de stop van polyethyleen die zich aan dezelfde kant als de pijpen
van het binnenapparaat bevindt.
3. Vul de aanvoerwaterpomp met water met gebruik van een aanvoerwatertank.
Zorg er tijdens het vullen voor dat u het uiteinde van de pomp of de tank in een
afwateringsbak steekt. (Als u dit niet doet kan er water over de machine heen
lopen.)
20-100
125