NL
62
Leidinglengte en -hoogte tussen binnenunit en BC-bedieningseenheid
Leidinglengte tussen hoofd- of sub-BC- bedieningseenheid en binnenunit (m)
0
5
10
15
0
5
10
15
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Hoogteverschil tussen
de hoofd-BC-bedieningseenheid en binnenunit (m)
Hoogteverschil tussen
de hoofd-BC-bedieningseenheid en binnenunit (m)
*3 Wanneer de leidinglengte of het hoogteverschil meer is dan de in Fig. 1
aangegeven beperking, sluit u een sub-BC-bedieningseenheid aan op
het systeem. De beperking voor een systeem met een sub-BC-bedie-
ningseenheid is aangegeven in Fig. 2.
Wanneer een bepaalde systeemconfiguratie in het gearceerde gebied
in Fig. 2 valt, maakt u de hogedrukleiding groter en de vloeistofleiding
tussen de hoofd- en sub-BC-bedieningseenheid een maat groter. Bij
gebruik van binnenunits van model P32, P40, P50, P100, of P125,
maakt u de maat van de vloeistofaftakleiding tussen de sub-BC-bedie-
ningseenheid en de binnenunit een maat groter.
Bij gebruik van P140 of een groter model binnenunit, mag de beper-
king in Fig. 1 niet worden overschreden.
*3
Leidinglengte tussen hoofd-BC-bedieningseenheid,
sub-BC-bedieningseenheid en binnenunit (m)
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 1
BC
Sub-
BC
Fig. 2
Fig. 1
Fig. 2
Sub-
BC
Fig. 1
Binnen-
unit
Binnen-
unit
Binnen-
unit