44
GB
D
F
E
I
NL
P
GR
RU
TR
GB
GB
GB
GB
GB
Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften
1.1. Voordat u gaat installeren en de elektri-
sche aansluitingen aanbrengt
s
Lees alle “Veiligheidsvoorschriften” voordat u het apparaat
installeert.
s
In de “Veiligheidsvoorschriften” staan belangrijke instruc-
ties met betrekking tot de veiligheid. Volg ze zorgvuldig op.
Symbolen die in de tekst worden gebruikt
Waarschuwing:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om het risico van ver-
wonding of dood van degebruiker te voorkomen.
Voorzichtig:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om schade aan het ap-
paraat te voorkomen.
Symbolen die in de afbeeldingen worden gebruikt
: Geeft een handeling aan die u beslist niet moet uitvoeren.
: Geeft aan dat er belangrijke instructies moeten worden opgevolgd.
: Geeft een onderdeel aan dat moet worden geaard.
: Geeft aan dat u voorzichtig dient te zijn met roterende onderdelen. (Dit
symbool staat op de sticker op het apparaat.) <Kleur: geel>
: Geeft aan dat er een risico van elektrische schokken bestaat. (Dit symbool
staat op de sticker op het apparaat.) <Kleur: geel>
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zijn aangebracht aandach-
tig.
Waarschuwing:
•
Vraag de dealer of een erkende installateur om de airconditioner te instal-
leren.
- Onjuiste installatie door de gebruiker kan resulteren in lekkage, een elektri-
sche schok of brand.
•
Installeer de airconditioner op een plaats die het gewicht van het apparaat
kan dragen.
- Onvoldoende draagkracht kan ertoe leiden dat het apparaat valt, hetgeen li-
chamelijk letsel kan veroorzaken.
•
Gebruik de gespecificeerde verbindingskabels voor de verbindingen. Sluit
de kabels stevig aan om er zeker van te zijn dat er geen externe span-
kracht wordt uitgeoefend op de aansluitingen.
- Als de aansluitingen niet goed zijn aangebracht, kan dit brand door oververhitting
veroorzaken.
•
De installatie moet overeenkomstig de instructies worden uitgevoerd, zo-
dat het risico van beschadiging door aardbevingen, tyfonen of andere krach-
tige winden tot een minimum wordt beperkt.
- Een apparaat dat niet juist is geïnstalleerd kan vallen en schade of verwondin-
gen veroorzaken.
•
Bij de installatie van een luchtreiniger, luchtbevochtiger, elektrische ver-
hitter of andere accessoires mogen alleen de door Mitsubishi Electric ge-
specificeerde producten worden gebruikt.
- Alle toebehoren moeten door een erkende installateur worden geïnstalleerd.
De gebruiker mag niet zelf proberen accessoires te installeren. Verkeerd geïn-
stalleerde accessoires kunnen lekkage, elektrische schokken of brand veroor-
zaken.
•
Probeer nooit zelf het apparaat te repareren. Als de airconditioner moet
worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer.
- Indien een reparatie niet juist wordt uitgevoerd, kan dit lekkage, elektrische
schokken of brand tot gevolg hebben.
•
Raak de vinnen van de warmtewisselaar niet aan.
- Een onjuiste behandeling kan lichamelijk letsel veroorzaken.
•
Zorg dat u altijd beschermende kleding draagt wanneer u aan dit product
werkt.
Bijvoorbeeld: handschoenen, kleding met lange mouwen zoals een over-
all en vooral ook een veiligheidsbril.
- Een onjuiste behandeling kan lichamelijk letsel veroorzaken.
•
Indien er koelgas lekt tijdens de installatie, dient u de ruimte te ventileren.
- Indien het koelgas in contact komt met vuur, zullen er giftige gassen ontstaan.
•
Installeer de airconditioner volgens deze installatiehandleiding.
- Onjuiste installatie kan resulteren in lekkage, een elektrische schok of brand.
•
Alle werkzaamheden met betrekking tot elektriciteit moeten worden uitge-
voerd door een erkend elektricien, overeenkomstig de plaatselijke wetge-
ving en de voorschriften die in deze handleiding worden gegeven en altijd
op een afzonderlijk elektrisch circuit.
- Een spanningsbron die onvoldoende stroom levert of elektrische bedrading
die niet goed is geïnstalleerd kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
•
Zorg dat er (bij schoonmaken e.d.) geen water op de elektrische onderde-
len komt.
- Dat zou gevaar voor brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
•
De afdekplaat van de aansluitkast van het buitenapparaat moet stevig zijn
bevestigd.
- Als de afdekplaat onjuist is bevestigd, kan er stof en vocht binnendringen,
hetgeen elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
•
Wanneer u de airconditioner op een andere plaats installeert, dient u deze
alleen te vullen met die koelstof welke vermeld staat op het apparaat.
- Indien een andere koelstof wordt gebruikt of indien er lucht wordt gemengd
met de oorspronkelijke koelstof, kan er een storing optreden in de koelcyclus
en kan het apparaat beschadigd raken.
•
Als de airconditioner in een kleine ruimte wordt geïnstalleerd, moeten er
maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de concentratie koel-
stof in de ruimte hoger is dan de veiligheidsgrens bij eventuele lekkage
van koelstof.
- Vraag uw leverancier om hulp voor het uitvoeren van deze maatregelen ter
voorkoming van overschrijding van de toegestane concentratie. Mocht er koel-
stof lekken en wordt de concentratiegrens daardoor overschreden, dan kun-
nen er ongelukken gebeuren vanwege het zuurstofgebrek dat in de ruimte kan
ontstaan.
•
Wanneer u de airconditioner wilt verplaatsen, dient u contact op te nemen
met de dealer of een erkende installateur.
- Onjuiste installatie kan resulteren in lekkage, een elektrische schok of brand.
•
Zodra de installatie is voltooid, dient u te controleren of er geen koelgas
lekt.
- Als er koelgas weggelekt is en het blootgesteld wordt aan een ventilatorkachel,
fornuis, oven, kunnen er schadelijke gassen ontstaan.
•
Breng geen wijzigingen aan in de instellingen van de beveiligings-
mechanismen.
- Indien de drukschakelaar, thermische schakelaar of een ander beveiligings-
mechanisme wordt kortgesloten en incorrect wordt bediend, of er andere on-
derdelen worden gebruikt dan gespecificeerd door Mitsubishi Electric, kan er
brand ontstaan of een explosie optreden.
1. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................ 44
1.1. Voordat u gaat installeren en de elektrische aansluitingen
aanbrengt ................................................................................ 44
1.2. Voorzorgsmaatregels voor apparaten die gebruik maken van
de koelstof R410A of R407C ................................................... 45
1.3. Voordat u het apparaat installeert ........................................... 45
1.4. Voordat u het apparaat installeert (verplaatst) - elektrische
bedrading ................................................................................ 45
1.5. Voordat u het apparaat laat proefdraaien ................................ 45
2. Onderdelen van het binnenapparaat ........................................................ 46
3. Een plaats kiezen om het apparaat te monteren ...................................... 46
3.1. Montage- en onderhoudsruimte vrijlaten ................................. 46
3.2. De binnenapparaten met buitenapparaten combineren .......... 46
4. De ophangbouten vastzetten .................................................................... 46
4.1. De ophangbouten vastzetten .................................................. 46
4.2. Gat in het plafond en posities ophangbouten .......................... 47
5. Het apparaat monteren ............................................................................. 47
5.1. Het apparaat ophangen ........................................................... 47
5.2. De juiste positie van het apparaat controleren en de
ophangbouten vastzetten ........................................................ 47
5.3. Omschakelen naar luchttoevoer langs de achterkant ............. 47
6. Specificaties voor koelleidingen en afvoerleidingen ................................. 47
6.1. Specificaties voor koelleidingen en afvoerleidingen ................ 48
6.2. Koelleiding, afvoerleiding en vulopening ................................. 48
6.3. Verzoek voor aansluiten van de koelstofpijpen ........................ 48
7. De koel- en afvoerleidingen aansluiten ..................................................... 49
7.1. Koelleidingwerk ....................................................................... 49
7.2. Afvoerleidingwerk .................................................................... 49
7.3. De afvoerlozing zekerstellen ................................................... 49
8. Elektrische bedrading ............................................................................... 50
8.1. Bedrading voedingskabel ........................................................ 50
8.2. De afstandsbediening en de transmissiekabels voor het
binnen- en buitenapparaat aansluiten ..................................... 50
8.3. De elektrische aansluitingen maken ........................................ 51
8.4. De aansluitadressen instellen ................................................. 51
8.5. De kamertemperatuur oppikken met de ingebouwde sensor
in een afstandsbediening ........................................................ 51