nl - Gebruik
107
Holle instru-
menten inruimen
Ruim de instrumenten in de zeeftrays in volgens de aanwijzingen
van de betreffende fabrikant.
Houd bij het inruimen van de instrumenten beslist rekening met het
volgende:
Weergegeven met het voorbeeld van de zeefschaal A 314
1.
Bij holle instrumenten met lumina met meerdere aansluitingen,
zoals spoel- of zuighandgrepen, moet elke aansluiting met een
slangaansluiting van de zeeftray worden verbonden. Daarbij mo-
gen slangen noch verdraaid noch geknikt worden. Bij verdraaide
of geknikte slangen stroomt minder spoelwater door de instru-
menten, wat de behandeling beïnvloedt.
2.
Lichte of kwetsbare instrumenten moeten met siliconen of
kunststof houders worden vastgezet. Positioneer daartoe de
houders overeenkomstig de grootte van het instrument op pas-
sende afstand in het rooster van de zeeftray.
Zeeftrays zonder
injectoreenheid
inruimen
Ruim de zeeftrays volgens de afbeelding vanuit het midden in op de
onderste niveaus van de wagen A 207.
De zeeftrays mogen niet op elkaar worden gestapeld.