75
6. Aansluitingen en bedieningselementen
(1)
Netschakelaar
Schakelaar voor het in- resp. uitschakelen van de cd-speler.
Bij ingedrukte schakelaar is het apparaat ingeschakeld.
(2)
Jog-wiel
Door te draaien aan dit wiel in de afspeelmodus kan de afspeelsnelheid worden beïnvloed of de scratch-functie
worden gebruikt (afhankelijk van de instelling van de toets VINYL (22)).
In de pauzemodus kan een bepaald punt van de cd uiterst nauwkeurig worden opgezocht.
(3)
Toets TIME
Deze toets schakelt tussen de verschillende speeltijdindicaties van het LCD-scherm:
verlopen titelspeelduur > resterende totale afspeelduur van de cd > resterende titelspeelduur
Bij MP3-weergave wordt de totale resterende afspeelduur van de cd niet weergegeven.
(4)
Toets REVERSE
Met deze toets wordt de reverse-functie ingeschakeld.
Als de toets brandt, vindt de weergave achteruit plaats.
(5)
Toets IN
Met het apparaat kunt u een tweede “naadloze” afspeellus (LOOP) opslaan. Hiervoor is het apparaat voorzien
van de toets IN (5), de toets OUT (8) en de toets RELOOP (9).
Met de toets IN wordt het beginpunt van de afspeellus geprogrammeerd.
Een gedetailleerde beschrijving van de LOOP-functie vindt u onder het punt “LOOP-functie(afspeellus)“
in een van de volgende hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing.
(6)
Toets SINGLE/CONTINUE
Deze toets schakelt de cd-speler tussen het afspelen van afzonderlijke titels (SINGLE) en het continu afspelen
van titels (CONTINOUS). Bij het afspelen van afzonderlijke nummers gaat het apparaat na elk afgespeelde
nummer naar de pauze-modus; bij het continu afspelen van nummers gaat het apparaat pas na het afspelen van
de gehele cd naar de pauze-modus.
De instelling van de afspeelmodus wordt op de display (19) weergegeven.
