27
NL
18.1 VERVANGING KIT STOP KETTING (VOOR KETTINGEN 3/4”)
- De speciale kit voor de stop van de ketting moet enkel geïnstalleerd worden voor
kettingen 3/4”.
- Draai de knop
P14
los (fig. 14A).
- Neem de kit voor de stop van de ketting
K1
(fig. 14B).
- Positioneer de kit voor de stop van de ketting 3/4”
K2
(fig. 14C en 14D).
- Draai de knop
P15
opnieuw helemaal vast (fig. 14E).
19. CONTROLE VAN DE MONTAGE VAN DE SLIJPSTEEN
- Ga naast de slijpsteen staan, zet de slijpmachine in werking, kijk nu goed en
controleer visueel of de slijpsteen niet zijdelings of dwars schommelt en zodoende
abnormale trillingen veroorzaakt.
- Indien dit wel het geval is moet u de machine onmiddellijk stoppen en controleren of
de slijpsteen op de juiste manier gemonteerd is. Vervang de slijpsteen indien nodig
door een andere originele slijpsteen.
Probeer een pas gemonteerde slijpsteen altijd minstens een minuut op de
werksnelheid uit, voordat u begint te slijpen. Zorg dat u uit de buurt blijft en con-
troleer of er zich geen andere personen in de buurt van de machine bevinden.
20.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
- Controleer of de voeding van de elektrische installatie overeenstemt met de waarden
die op het typeplaatje vermeld zijn.
- De voedingsspanning mag niet met ±5% afwijken van de op het typeplaatje vermelde
spanning.
- De aansluiting op het elektriciteitsnet moet voorbereid worden volgens de voorschrif-
ten die gelden in het land waar de machine gebruikt wordt.
- Het stopcontact dat voor de machine gebruikt wordt moet voorzien zijn van een
aardgeleider, een geschikte zekering en moet beveiligd zijn met een aardlekscha-
kelaar met een gevoeligheid van niet meer dan 30 mA.
21. INWERKINGSTELLING
- Steek de stekker in het stopcontact.
22. CONTROLE VAN HET PROFIEL VAN DE SLIJPSTEEN
- Controleer, bij uitgeschakelde machine, het profiel van de slijpsteen met de spe-
ciale sjabloon
(fig. 15)
; zuiver de slijpsteen indien nodig op om het juiste profiel te
herstellen.
23. OPZUIVEREN VAN DE SLIJPSTEEN
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
- Start de slijpmachine door de schakelaar op stand “1” te zetten.
- Als de slijpmachine in werking gesteld wordt gaat de lamp branden die het slijpgebied
verlicht.
- Werk het profiel van de slijpsteen met de slijpsteenopzuiverinrichting bij. Ga hierbij
altijd bijzonder voorzichtig te werk en houd de slijpsteenopzuiverinrichting goed en
stevig vast
(fig. 16)
.
- Stop de machine en controleer met de sjabloon of het verkregen profiel juist is
(fig.
17)
.
De aanraking van de op hoge snelheid draaiende slijpsteen kan brand- en
schaafwonden veroorzaken.
24. AFSTELLING VAN DE SLIJPMACHINE
24.1 SLIJPHOEKEN
- Nadat u het kettingtype dat u gaat slijpen vastgesteld heeft moet u de afstelhoeken
(klem en arm) in de kettingtabel opzoeken (kolom C/D/E).
RECHTER
tand
24.2 AFSTELLING VAN DE BOVENSTE SLIJPHOEK
(FIG. 18-19)
- Draai de knop M20 los.
- Draai de klem met de klok mee.
- Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M20 weer aan.
LINKER
tand
24.3 AFSTELLING VAN DE BOVENSTE SLIJPHOEK
(FIG. 18-20)
- Draai de knop M20 los.
- Draai de klem tegen de klok in.
- Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M20 weer aan.
24.4 AFSTELLING VAN DE SNIJHOEK (FIG. 21)
(rechter- en linkertanden)
- Draai de achterste knop M23 los en draai de arm naar rechts.
Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M23 weer aan.
24.5 SLIJPHOEKEN VOOR KETTINGEN MET “DOWN ANGLE”
- Bepaal de afstelhoeken zoals hiervoor geïllustreerd.
- Stel nog een slijpstand in: de lage hoek. Om vast te stellen voor welke kettingen
deze afstelling nodig is moet u kolom
E
in de kettingtabel raadplegen.
Down Angle
RECHTER
tand
24.6 AFSTELLING VAN DE LAGE HOEK (FIG. 22)
- Draai de knop M20 los.
- Verplaats de klemeenheid naar de gebruiker toe en zorg
ervoor dat de referentie precies op de betreffende waarde
op de schaalverdeling zit (zie de kettingtabel).
24.7 AFSTELLING VAN DE BOVENSTE SLIJPHOEK
(FIG. 23)
- Draai de klem met de klok mee.
- Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M20 weer aan.
Down Angle
LINKER
tand
24.8 AFSTELLING VAN DE LAGE HOEK (FIG. 24)
- Draai de knop M20 los.
- Verplaats de klemeenheid naar de tegenovergestelde kant
van de gebruiker toe en zorg ervoor dat de referentie precies
op de betreffende waarde op de schaalverdeling zit (zie de
kettingtabel).
24.9 AFSTELLING VAN DE BOVENSTE SLIJPHOEK
(FIG. 25)
- Draai de klem tegen de klok in.
- Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M20 weer aan.
Down Angle
24.10 AFSTELLING VAN DE SNIJHOEK (FIG. 21)
(rechter- en linkertanden)
- Draai de achterste hendel M23 los en draai de arm naar rechts.
Zet de referentie van de klem op de gewenste hoek.
- Draai de knop M23 weer aan.
24.11 AFSTELLING VAN DE KETTINGSTOP (FIG. 26)
- Bepaal de dikte van de aandrijfschakel (kolom GAUGE in de kettingtabel).
- Draai aan de keuzeschakelaar
S1
en zorg ervoor dat de inkeping van de dikte van
de aandrijfschakel op de referentie
S2
op de klem komt te zitten.
- Op de keuzeschakelaar
S1
zijn alle dikten (GAUGE) van de kettingen die in de
handel zijn aangegeven.
- Doe de ketting in de klem.
- Breng de tand in de eindaanslag tegen de kettingstop A29.
- Draai aan de knop P29 om de kettingstop A29 op de juiste manier tegen de tand
aan te plaatsen.
24.12 PLAATSING VAN DE TAND
-
VOOROPGESTELD
: door de arm omlaag te doen wordt het blokkeersysteem van
de ketting hydraulisch in werking gesteld. Tijdens de volgende afstelfases moet de
arm telkens omhoog gedaan worden als er aan de knop voor het plaatsen van de
ketting gedraaid wordt.
- Zet de slijpsteen op de te slijpen tand door de arm van de slijpsteen naar beneden
te trekken. Door deze beweging wordt de ketting vastgezet.
- Doe de arm nu omhoog zodat de ketting vrij kan bewegen.
- Draai aan de knop P30 om de ketting te bewegen zodat het snijpunt van de tand
de slijpsteen net raakt
(fig. 27)
.
- Doe de arm nu omhoog en draai de knop P30 aan om de te slijpen tand verder
voorwaarts te bewegen.
Deze voorwaartse beweging stemt overeen met de hoeveelheid materiaal die
van de tand afgenomen zal worden.
Hoe botter de tanden hoe groter deze voorwaartse beweging moet zijn. Voor niet erg
botte tanden is daarentegen een minimale afname voldoende.
- Draai aan de knop P31 om de slijpdiepte van de tand af te stellen. De slijpsteen
moet de onderkant van de tand verticaal net raken
(fig. 28)
.
25. WAARSCHUWINGEN VOOR HET SLIJPEN
- Draag persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het slijpen.
- Alle afstellingen moeten met afgezette motor en met niet bewegende
slijpsteen verricht worden.
- Ga in geval van slagen of toevallige stoten tijdens het slijpen tegen de
slijpsteen te werk zoals aangegeven in paragraaf waarschuwingen voor
wat betreft de slijpsteen.
- Het wordt geadviseerd de ketting goed te reinigen, voordat u met het slijpen begint.
- Verwijder om de motor niet te zwaar te belasten en de tanden van de kettingen niet
te beschadigen minimum hoeveelheden materiaal en blijf niet te lang op de dezelfde
tand aan het werk, anders loopt u het risico dat u de slijpkant verbrandt.
- Slijp alle tanden aan dezelfde kant en slijp daarna door de klem zoals aangegeven
in de vorige paragrafen te verstellen, de tanden aan de andere kant.
- Gebruik tijdens het slijpen geen koelvloeistoffen.
26. SLIJPEN VAN DE KETTING
- Tijdens deze handeling gaat de klem automatisch dicht en wordt de ketting vastgezet.
- Zet de machine met de schakelaar I33 aan en slijp de tand door de arm-motoreenheid
omlaag te doen
(fig. 29)
.
- Doe de arm na het slijpen omhoog.
- Laat de ketting naar voren bewegen om de volgende tand die geslepen moet worden
te plaatsen en let er daarbij op dat u de tand tegen de kettingstop aan plaatst.
- Laat de arm weer zakken om verder te gaan met slijpen.
Summary of Contents for super jolly
Page 2: ......
Page 99: ...97 ...
Page 105: ......
Page 108: ...106 3 4 3 4 3 4 3 4 M20 1 8 3 2mm K1 K2 P15 16 17 18 15 3 4 14B 14D 14E 14C ...
Page 111: ...109 OIL 35 36 ...