46
NEDERLANDS
Problemen verhelpen
Situatie
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De pomp start niet.
1. De accu is niet goed aangebracht.
2. De omgevingstemperatuur is te laag.
3. Slechte verbinding in de bedrading.
4. De pomp is geblokkeerd.
5. Motorstoring.
1. Breng de accu goed aan.
2. Warm de pomp binnenshuis op.
3. Repareer.
4. Repareer.
5. Repareer.
De pomp trekt onvoldoende vacuüm.
1. Lekkage in het systeem.
2. Onvoldoende olie.
3. Vuile olie.
4. Versleten pomponderdelen.
5. Beschadigde koppelingen, pakkingen
en afdichting.
6. Motorstoring.
1. Repareer het systeem.
2. Vul olie bij of ververs de olie.
3. Reinig de tank en ververs de olie.
4. Repareer.
5. Repareer.
6. Repareer.
Olielekkage
1. Beschadigde pakkingen en
asafdichtingen.
2. Beschadigde O-ring van olieaftapklep.
3. De olieaftapklep zit los.
1. Repareer.
2. Vervang de O-ring.
3. Draai de olieaftapklep vast.
Abnormaal geluid
1. Motorstoring.
2. Defect lager.
3. Loszittende bouten.
4. Defecte pomp.
5. Lucht wordt aangezogen.
1. Repareer.
2. Repareer.
3. Draai de bouten vast.
4. Repareer.
5. Draai doppen en aansluitingen vast.
Vervang pakkingen en O-ringen.
Vervang koppelingen of dicht ze
opnieuw af.
Opmerking: Als deze procedures het probleem niet oplossen, neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde, erkende
Makita-dealer of stuurt u uw pomp naar ons servicecentrum.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine,
wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot
verkleuren, vervormen of barsten.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd
door een erkend Makita-servicecentrum of het
fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking van
originele Makita-vervangingsonderdelen.
De pomp uitschakelen:
Om de levensduur van de pomp te verlengen en het
starten te vergemakkelijken, moet deze procedure voor
het uitschakelen van de pomp worden gevolgd.
1.
Sluit de klep van het verdeelstuk tussen de pomp en
het systeem.
2. Verwijder de slang vanaf de pompinlaat.
Plaats de dop op de inlaatpoort om te voorkomen
dat verontreinigingen of vreemde deeltjes kunnen
binnendringen in de poort.
Het oliepeil controleren
►
Fig. 7:
1.
Lijnen voor oliepeil
2.
Kijkglas
•
Controleer altijd het oliepeil en de staat van de olie
(verslechtering, enz.) voordat u de pomp gebruikt.
OPMERKING:
Vul olie bij totdat het oliepeil tussen de
onderste en bovenste lijnen op het kijkglas staat. De
hoeveelheid olie is 300 ml.
OPMERKING:
Het oliepeil is belangrijk. Als dit niet
tussen de onderste en bovenste lijnen staat, kan een
storing optreden.
De olie verversen
►
Fig. 8:
1.
Olieaftapklep
1.
Laat de pomp gedurende 1 of 2 minuten draaien om
de olie op te warmen.
2.
Schakel de pomp uit.
3. Verwijder de olieaftapklep en tap de olie af.
4. Raadpleeg “Olie bijvullen” en vul met nieuwe olie.
•
Verwerk de oude olie overeenkomstig de plaatselijke
regelgeving.
OPMERKING:
Wij adviseren de olie te verversen na
20 bedrijfsuren om de pomponderdelen te beschermen
tegen verontreinigingen die in de pomp zijn gekomen.
Bij het ontluchten van oude koelinstallaties, ververst u
de olie na elk gebruik.
Olie voor vacuümpomp:
Het type en de staat van de olie die wordt gebruikt
in een geavanceerde vacuümpomp zijn van groot
belang voor het bepalen van het uiteindelijk haalbare
vacuüm. Wij adviseren u olie voor hoogpresterende
vacuümpompen te gebruiken die speciaal samengesteld
is om een maximale viscositeit te behouden bij normale
temperaturen en voor beter opstarten bij koud weer.
De pomp reinigen
1. Als de olie bijzonder vuil is, ververst u de olie en laat
u de pomp gedurende 3 tot 5 minuten draaien.
2.
Tap de olie af en vul met nieuwe olie.
Als de afgetapte olie nog steeds vuil is, herhaalt u
deze reinigingsprocedure twee of drie keer.