M. J. MAILLIS GROUP SIAT GTH 19, User Manual

Page: 32 / 102

M.J. Maillis Group
NEDERLANDS -
4
Belangrijkste bedieningscomponenten
- Spanningsknop (afb. 1 – 1.1)
- Lasknop (afb. 1 – 1.2)
- Openingshendel (afb. 1 – 1.3)
- Bedieningspaneel (afb. 3)
Inschakeling
Plaats de accu zoals in (afb.2) is weergegeven. De machine kan op één van de drie hieronder beschreven manieren worden ingeschakeld:
- druk op de spanningsknop (1.1)
- druk op de lasknop (1.2)
- breng de openingshendel van de machine omhoog (1.3)
Beschrijving van het bedieningspaneel van de machine
Het bedieningspaneel bestaat uit een display met 3 cijfers (afb.3 – lett. A, B, C), 3 leds (afb.3 – lett. D, E, F) en twee bedieningsknoppen (afb.3 – lett. G,
H).
Het eerste cijfer van het display (afb.3 – lett. A) geeft de ingestelde trekkracht op een schaal van 1-9 aan. Het tweede cijfer van het display (afb.3 – lett.
B) geeft de ingestelde lastijd op een schaal van 1-9 aan. Het derde cijfer (afb.3 – lett. C) geeft het laadniveau van de accu op een schaal van 1-9 aan.
De drie leds maken 6 verschillende werkwijzen van de machine mogelijk. Zie voor meer werkwijzen 'De werkwijze instellen'.
Met de twee knoppen kan door het menu worden gebladerd en kunnen de werkwijzen en de spannings- en laswaarden worden gewijzigd.
De werkwijze instellen
Er zijn drie hoofdwerkwijzen van de machine.
-
Handmatig (afb.3 - 3.1) – de band wordt gespannen door de spanningsknop (1.1) te bedienen. Als de spanningsknop (1.1) wordt losgelaten,
stopt de machine. Om de ingestelde trekkracht te krijgen, moet de spanningsknop ingedrukt worden gehouden totdat de overbodige band
volledig teruggehaald is en de motor als gevolg daarvan stopt. Schakel het lassen in met de knop (1.2). Bij deze werkwijze heeft de bediener
de volledige controle over de omsnoeringscyclus.
-
Halfautomatisch (afb.3 – 3.2) – de band wordt gespannen door de spanningsknop (1.1) te bedienen. Als de spanningsknop (1.1) wordt
losgelaten, stopt de machine. Om de ingestelde trekkracht te krijgen, moet de spanningsknop ingedrukt worden gehouden totdat de
overbodige band volledig teruggehaald is en de motor als gevolg daarvan stopt. Wanneer de ingestelde trekkracht wordt bereikt, wordt het
lassen automatisch gestart. Deze werkwijze maakt het omsnoeringsproces sneller en zorgt voor een optimale herhaling van de trekkracht.
-
Automatisch (afb.3 – 3.3) – de band wordt automatisch gespannen en gelast door de spanningsknop (1.1) te bedienen. Bij deze werkwijze
kan de omsnoeringscyclus op elk moment worden onderbroken door één van de drie componenten te bedienen: spanningsknop (1.1);
lasknop (1.2) of openingshendel (1.3).
Zachte spanning – deze spanning kan op elk van de werkwijzen worden toegepast: handmatig, halfautomatisch en automatisch en bestaat uit een
lagere spanningssnelheid en een langere versnellingstijd waardoor de trekkracht afneemt. De zachte spanning wordt aanbevolen waar het pak
gemakkelijk kan worden beschadigd en/of waar een lage spanningskracht vereist is. De zachte spanning is bijzonder geschikt voor dunne banden en/of
voor banden van PP.
Tabel richtwaarden trekkracht
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Normale spanning (N) 2200 2500 2700 3100 3400 3700 4000 4300 4500
Zachte spanning (N) 1000 1200 1300 1400 1600 1800 2100 2400 3100
Tabel lastijd
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Tijd (sec) 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 2,1 2,4 2,7 3
Instelling
Om naar het instellingsmenu te gaan, drukt u tegelijkertijd op de knoppen ‘SET’ (afb.3 – lett. G) en ‘+/-‘ (afb.3 - lett. H).
De instelling van de huidige werkwijze begint te knipperen. Gebruik de knop ‘+/-‘ (afb.3 - lett. H) om de instelling van de werkwijze te wijzigen door uit de
6 mogelijke combinaties te kiezen. Om naar de instelling van de spanningswaarde te gaan, drukt u op de knop ‘SET’ (afb.3 – lett. G). Het cijfer van de
spanningswaarde begint te knipperen. Gebruik de knop ‘+/-‘ (afb.3 - lett. H) om de gewenste waarde in te stellen. Om naar de instelling van de waarde
van de lastijd te gaan, drukt u op de knop ‘SET’ (afb.3 – lett. G). Het cijfer van de lastijd begint te knipperen. Gebruik de knop ‘+/-‘ (afb.3 - lett. H) om de
gewenste waarde in te stellen. Om het instellingsmenu af te sluiten en de ingestelde waarden op te slaan, kan op elk willekeurig moment op de
spannings- of lasknop worden gedrukt of kan de openingshendel omhoog worden gebracht. Laat het bedieningspaneel langer dan 10 seconden inactief
om het menu af te sluiten zonder de waarden op te slaan.
Omsnoeringscyclus
LET OP! Druk nooit op de spannings- of lasknop zonder dat een band geplaatst is.
Als de machine zonder band werkt, kunnen de aandrijfrol en de laspennen beschadigd raken.
Ga als volgt te werk voor een correct gebruik van de omsnoeringsmachine:
Voorbereiding van de band. Omwikkel het met de band te verpakken pakket (afb.4) door het uiteinde van de band met de linkerhand vast te houden
en de band die u met uw rechterhand vasthoudt er bovenop te leggen.
Plaatsing in de omsnoeringsmachine. Open de omsnoeringsmachine door de handgreep met de rechterhand omhoog te brengen (afb.5). Plaats
ondertussen de twee goed uitgelijnde banden met de linkerhand. Laat het pakket los en ga na of beide banden correct geplaatst zijn.
Start van de omsnoeringscyclus. Controleer de geselecteerde werkwijze. Ga opzij staan om eventueel letsel te vermijden ingeval een te grote
spanning de band doet breken. Schakel het spannen in door op de spanningsknop (1.1) te drukken, zie (afb.6). Bij de handmatige en halfautomatische
werkwijzen, wordt het spannen van de band onderbroken als de spanningsknop wordt losgelaten. Bij de automatische werkwijze kan de
omsnoeringscyclus worden onderbroken door één van de spannings- / lasknoppen te bedienen of door de openingshendel van de machine omhoog te
brengen.
LET OP! Een te grote trekkracht kan de band doen breken. Een breuk van de band kan ernstig letsel bij het personeel tot gevolg hebben.
Lassen van de band. Druk bij de handmatige werkwijze op de desbetreffende knop (1.2) om de lascyclus te starten, zie (afb.8). Bij de halfautomatische
en automatische werkwijze start de omsnoeringscyclus automatisch als de ingestelde trekkracht wordt bereikt.
Bij de lascyclus wordt ook de overbodige band afgesneden.