Inbedrijfstelling
- 104 -
04.19
909.1709.9-05
14.7 Speciale functies
Soft-reset
Alle las- en nevenparameters worden naar
de fabrieksinstellingen teruggezet.
Â
Druk op de keuzetoets links 32 en houd deze inge-
drukt.
Â
Druk bovendien kortstondig op de toets Save 58.
9
Als bevestiging van de soft-reset-functie gaan alle
LED’s kortstondig branden.
Master-reset
Attentie!
Tiptronic-jobs worden gewist
Alle las- en nevenparameters worden naar
de fabrieksinstellingen teruggezet.
Â
Druk op de keuzetoets links 32 en houd deze inge-
drukt.
Â
Druk bovendien op de toets Save 58 en houd deze
eveneens ingedrukt.
9
Alle LED’s branden kortstondig (Soft-reset).
9
Na ca. 5 seconden gaan alle LED’s nogmaals kort-
stondig branden (Master-reset).
Test bedieningspaneel
Â
Druk de keuzetoets links 32 tegelijkertijd met de keu-
zetoets rechts 33 in.
9
Alle LED’s en 7-segmentsdisplays lichten gedurende
ca. 4 seconden op.
Ventilatortest
Â
Druk de keuzetoets links 32 tegelijkertijd met de toets
Stroomsoort linksonder 27 in.
9
De ventilatoren draaien ca. 30 seconden.
Â
Door de keuzetoets links 32 en de toets Stroomsoort
linksonder 27 nogmaals in te drukken wordt de venti-
latortest afgebroken.
Waterpomptest
Â
Druk de keuzetoets rechts 33 tegelijkertijd met de
toets Stroomsoort linksonder 27 in.
9
Een aangesloten waterpomp draait gedurende ca. 30
seconden. Indien een storing is opgetreden of geen
waterpomp aanwezig is, wordt na ca. 5 seconden de
storingsmelding E05-00 uitgegeven.
14.8 Tiptronic
In de modus TIG kunnen max. 100 jobs worden opge-
slagen (telkens 10 jobs in 10 jobsets). De jobsets en
jobnummers worden door middel van de cijfers 0 tot 9
weergegeven (0-0 tot 9-9). Het eerste cijfer geeft de job-
set aan, het tweede het jobnummer.
Opgeslagen jobs kunnen naar keuze actief of inactief in-
gesteld worden.
Inactieve jobs worden bij de keuze met de toorts Up/
Down-kanteltoets 77/78 tijdens het lassen genegeerd.
Job opslaan
Â
Stel de noodzakelijke lasparameters in (zie modus
TIG).
Â
Druk kortstondig op de toets Save 58.
Â
Selecteer met behulp van de draaiknop 34 het Job- nr.
Â
Houd de toets Save 58 zolang ingedrukt, totdat alle
LED’s kort oplichten (bevestigen van het opslaan).
U kunt het opslaan afbreken door de toets Save 58
kort in te drukken.
Job openen
Â
Schakel met behulp van de toets Werkingswijze 20
de Tiptronic in (LED 24 brandt).
Â
Selecteer het Job- nr. met behulp van de draaiknop
34 of met behulp van de toorts Up/Down-kanteltoets
77/78
Job inactief instellen
Â
Druk kortstondig op de toets Save 58.
Â
Selecteer het Job- nr. met behulp van de draaiknop
34 of met behulp van de toorts Up/Down-kanteltoets
77/78.
Â
Druk kort op de toets Gas 59.
9
De job is inactief, de LED “Job actief” 57 gaat uit.
Â
Om deze modus te kunnen verlaten, moet u kortston-
dig de toets Save 58 indrukken.
Job actief instellen
Â
Druk kortstondig op de toets Save 58.
Â
Selecteer het Job- nr. met behulp van de draaiknop
34 of met behulp van de toorts Up/Down-kanteltoets
77/78.
Â
Druk kort op de toets Gas 59.
9
De job is actief, de LED “Job actief” 57 brandt.
Â
Om deze modus te kunnen verlaten, moet u kortston-
dig de toets Save 58 indrukken.
Job kopiëren
Â
Schakel met behulp van de toets Werkingswijze 20
de Tiptronic in (LED 24 brandt).
Â
Selecteer het te kopiëren Job- nr. met behulp van de
draaiknop 34 of met behulp van de toorts Up/Down-
kanteltoets 77/78.
Â
Druk kortstondig op de toets Save 58.
ii
ii