71
wat kan leiden tot verkeerde resultaten. De metingen van de arteriële bloed-
druk moeten gebeuren met minstens 5 minuten tussenperiode of nadat u de arm
gedurende 3 minuten boven het hoofd hebt gehouden om het verzamelde bloed
weer te laten circuleren.
5.3. Plaatsen van de manchet
a) Verwijder alle mogelijke voor werpen (bijvoorbeeld een
uur werk) en juwelen van de pols waar u de meting zal
uitvo eren. Schuif de manchet over de pols.
b) De afstand tussen de manchet en de hand moet ongeveer
10 mm bedragen.
c) Maak de manchet vast met de zelfklevende band zodat
hij comfortabel zit en niet te veel spant. Er mag geen ruimte
zijn tussen de pols en de manchet.
d) Laat de arm op tafel rusten met de handpalm naar boven
gericht. Leg de arm op een soepele ondergrond (bijvoor
beeld een kussen) zodat de manchet zich ongeveer ter
hoogte van het hart bevindt. Let erop dat de manchet
vrij blijft. Blijf zo twee minuten rustig zitten alvorens de
bloeddruk te meten.
5.4. Procedure voor het meten
Nadat de manchet juist werd gepositioneerd, kan de meting beginnen:
a) Druk op de
Size: 17mm * 60mm
-knop. De pomp begint de manchet op te
blazen. De stijgen de druk in de manchet wordt op het dis-
play weergegeven.
b) Nadat de geschikte opblaasdruk werd bereikt, stopt de
pomp en zakt de druk geleidelijk. De manchetdruk wordt
weerge geven. Ingeval het opblaasniveau onvoldoende is,
zal de meter automatisch naar een hoger niveau oppompen.
M
M
0.5 ~ 1.0 cm
(1/4” ~ 1/2”)
➞
➞