8
NL
Deze handleiding dient te worden vertaald (eventueel), door de doorverkoper, in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt.
Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht te nemen.
De maatschappij KRATOS SAFETY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van
een gebruik anders dan het gebruik bedoeld in deze handleiding, gebruik deze uitrusting niet buiten haar grenzen!
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN:
De zekeringgordel is een persoonlijk beschermingsmiddel dat moet worden toegewezen aan een enkele gebruiker (hij mag slechts door een persoon
tegelijk gebruikt worden). De gordel moet vooraf worden aangepast aan de grootte van de gebruiker. Hij moet goed aansluiten zodat hij niet glijdt en de
buik niet beknelt. Volg de volgende stappen:
Bij de zekeringgordel worden de zijdelingse “D’s” over het algemeen gebruikt bij ondersteuning of positionering van de werkzone, terwijl het buikpunt
van de gordel (indien deze aanwezig is) gebruikt wordt voor hangende werkzaamheden.
De gordel is met name bestemd om gebruikt te worden in de 3 onderstaande opstellingen:
Ondersteuning in (of vergroting van) de werkzone
:
in combinatie met een geschikt positioneringssysteem (riem) EN358, om de val van de gebruiker
te voorkomen.
Positionering op de werkzone
:
in combinatie met een geschikte beschermuitrusting EN358, EN354,… om te voorkomen dat de gebruiker zich in een
valzone kan begeven.
Hangende werkzaamheden: in combinatie met een systeem dat geschikt is voor het uit te voeren werk, snoeien, toegang op lijn, EN341, EN567, enz. om
de belasting te verdelen tussen de gordel en de dijen.
Bij werk op afstand is er reden om het volgende te controleren:
- dat de bevestiging van de zekeringsband d.m.v. verbindingsstukken (EN362) en/of een riemspanner (EN358) in orde is aan de zijdelingse “D’s” van
de gordel.
- dat de lengte van de zekeringsband na afstelling geen val van hoger dan 0,5 meter mogelijk maakt.
- dat de zekeringsband wordt gebruikt in een omgeving zonder scherpe kanten of structuren met een geringe doorsnede; zorg eventueel voor een
beschermstuk.
Tijdens het gebruik moet u regelmatig alle bevestigingen en alle regelelementen controleren.
Deze gordel mag in geen enkel geval worden beschouwd als een inrichting voor het breken van de val.
De leesbaarheid van het merkteken van het product moet regelmatig worden gecontroleerd.
De uitrusting moet verbonden zijn met een verankeringspunt
conform de norm EN 795 zijn (minimum weerstand: R>12kN – EN 795:2012 of R>10kN –
EN 795:1996)
. Controleer dat het werk zodanig wordt uitgevoerd dat de slingerbeweging, het risico op een val en de hoogte van een val worden beperkt.
Verzeker u er vanwege veiligheidsredenen en voor elk gebruik van dat er in geval van een val geen enkel obstakel het normale afrollen van de band in
de weg zit (vrije ruimte onder de voeten van de gebruiker).
De doorloophoogte onder de voeten van de gebruiker moet minimaal zijn: zie gebruiksaanwijzing van de valbeveiliging.
We raden u aan om voor en tijdens elk gebruik de benodigde maatregelen te nemen voor een eventuele redding in alle veiligheid.
Deze uitrusting dient alleen te worden gebruikt door opgeleide, bekwame personen in goede gezondheid of onder supervisie van een opgeleide en
bekwame persoon.
Let op!
Bepaalde medische condities kunnen de veiligheid van de gebruiker beïnvloeden. Neem in geval van twijfel contact op met
uw arts.
Wees u bewust van gevaren die de prestaties van uw apparatuur, en dus de veiligheid van de gebruiker, kunnen verminderen, als ze blootgesteld wordt
aan extreme temperaturen (< -30°C of > 50°C), bij langdurige blootstelling aan elementen (UV-stralen, vocht), aan chemische stoffen, aan elektrische
spanning, aan de torsies van het valbeveiligingssysteem tijdens het gebruik, aan scherpe randen, aan wrijvingen of snijden enz.
Controleer voor elk gebruik de staat van de gordel
:
visuele controle van de toestand van de banden (geen begin van breuk, verbranding en ongewone
versmalling), de toestand van de stiksels (geen zichtbare beschadigingen), die van de metalen delen (geen vervorming of sporen van oxidatie), de juiste
werking van de verbindingsstukken (vergrendelen/openen). In geval van vervorming of twijfel mag de gordel niet opnieuw worden gebruikt. Na een val
mag het product niet meer opnieuw worden gebruikt en moet het worden geïdentificeerd als “ BUITEN WERKEN ” (zie paragraaf “CONTROLES”).
Het is verboden om welk onderdeel van de gordel dan ook toe te voegen, te verwijderen of te vervangen.
TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN:
Materiaal riem:
polyester en/of polyamide.
Materiaal gespen:
behandeld staal, roestvrij staal en/of aluminium.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL
:
De gordel moet worden gebruikt als onderdeel van een valbeveiligingssysteem als omschreven in de beschrijving. (EN363) om te garanderen dat de
energie die wordt ontwikkeld tijdens de valstop lager is dan 6 kN. Een veiligheidsharnas (EN 361/EN 358/EN 813) is de enige veiligheidsgordel waarvan
het gebruik is toegestaan. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeveiligingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan hebben op
een andere veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus voor elk gebruik de raadgevingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLES:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar (in het kader van de jaarlijkse inspectie door een door KRATOS SAFETY officieel erkend deskundig
persoon), maar hij kan worden verhoogd of verlaagd afhankelijk van het gebruik en/of de resultaten van de jaarlijkse controles.
Het harnas moet systematisch worden gecontroleerd door de fabrikant of door een door de fabrikant aangewezen deskundige in geval van twijfel, val
en minimaal elke twaalf maanden, om zich te verzekeren van zijn staat en dus van de veiligheid van de gebruiker. De beschrijving moet (schriftelijk)
aangevuld worden na iedere controle van het product; de controledatum en de datum van de volgende controle moeten aangeduid worden op de
beschrijving en het is ook raadzaam de datum van de volgende controle aan te duiden op het product.
ONDERHOUD EN OPSLAG:
(Instructies om strikt in acht te nemen)
Tijdens het vervoer houdt u de gordel verwijderd van alle snijdende delen en bewaart u het in zijn verpakking. Schoonmaken met water en zeep. Afnemen
met een droge doek en ophangen in een geventileerde ruimte zodat het op natuurlijke wijze kan drogen en uit de buurt van elk open vuur of warmtebron.
Dat geldt ook voor onderdelen die tijdens het gebruik nat zijn geworden. Metalen delen moeten worden afgenomen met een doek met vaselineolie. Het
gebruik van bleekwater en schoonmaakmiddelen is streng verboden. De gordel moet worden opgeslagen in een donkere en geventileerde ruimte met een
matige temperatuur en uit de buurt van zonnestralen, warmte en chemische producten.
Summary of Contents for FA 10 401 00
Page 24: ...23 NOTES ...