NL
Afbeelding 3 Totaal aantal
Afbeelding 4 Programmeerkilo-
meters
modus: frequentie knippert
Deze trainingscomputer biedt twee mogelijkheden om de polsslag
te meten:
1. met de oorclip
2. met de Cardio Puls Set (als accessoire bij de vakhandel verkri-
jgbaar)
U heeft de startweergave (afbeelding 4) ingesteld.
Polsslagmeting met de oorclip
Steek de oorclip in de bus.
Wrijf over een oorlelletje voor een betere doorbloeding.
Bevestig de oorclip aan het oorlelletje.
Polsslagmeting via de Cardio Puls Set
Lees de gebruiksaanwijzing die bij deze set geleverd wordt.
Polsslagweergave
Het hartsymbool (17) knippert synchroon met uw polsslag.
De polsslag wordt als waarde (18) weergegeven.
Begin met de training. Alle waardes tellen
opwaarts
.
De juiste trainingspolsslag [aërobe zone]
De trainingspolsslag is afhankelijk van de leeftijd. Voor elke leef-
tijd is er een „juiste“ zogenaamde aërobe trainingszone (vuistre-
gel: 180 min leeftijd), die door een bovenste en onderste pols-
slaggrens (+/– 10 slagen) gekenmerkt wordt. De trainingspols-
slag dient altijd binnen de aërobe zone te liggen. De maximale
polsslagfrequentie (200 min leeftijd) mag niet overschreden wor-
den. Gezonde personen kunnen zich aan onderstaand diagram
oriënteren.
Instellen van de slagfrequentie
(10),
tijd
(13),
roeislagen
(14),
ca-
4.0 Training met voorprogrammeren van de
trainingsgegevens
3.0 Training zonder voorprogrammeren van
de trainingsgegevens
2.0 Polsslagmeting
lorieënverbruik
(16),
polsslaggrens
(18).
Voor de training of bij onderbreking van de training verschijnt het
symbool P (1) (afbeelding 4) links boven in het weergaveveld.
Drukt u op de
set
-toets, komt u in de voorprogrammeermodus en
met de
+
of
–
toetsen stelt u de gewenste waarde in.
De wijzigbare waardes worden door
knipperende segmenten
weergegeven.
Drukt u
langer
op de
+/–
toetsen lopen de voorgeprogrammeer-
de waardes
sneller vooruit of achteruit
.
Drukt u de
+/–
toetsen
tegelijk
in, springt de waarde op
nul te-
rug
.
Met de
set
-toets bereikt u het
volgende programmeerveld
.
Na het programmeren van de polsslag blijft u met de set-toets in
de standby-modus maar met weergave van alle geprogrammeer-
de waardes (afbeelding 12).
Drukt u
langer
op de
set
-toets, springt het weergaveveld op de
volledige weergave (reset functie
) (afbeelding 2).
Opmerking:
Wordt er binnen 4 minuten geen waarde ingegeven, springt het
veld op kamertemperatuur (afbeelding 1).
Afb. 5
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 8
Afb. 9
Afb. 10
Afb. 11
Afb. 12
Afb. 5: frequentie programmeermodus (frequentie knippert)
Afb. 6: frequentie programmering start met „OFF“
Afb. 7: frequentie programmering: bijv. 30 slagen per minuut
Afb. 8: programmering van tijd: bijv. 18 minuten
Afb. 9: programmering van roeislagen: bijv. 540 slagen
Afb.10: programmering calorieënverbruik: bijv. 270 Kilojoule
Afb.11: programmering polsslaggrens: bijv. 130 polsslagen
Afb.12: standby-modus met weergave van alle programmeringen
en slagfrequentie