8
•
Laat het apparaat niet gedurende lange
perioden leeg werken. Voor het gebruik
moet het apparaat worden voorverwarmd.
•
Houd het apparaat in het oog tijdens de
werking.
•
In het geval van een storing of een defect
in het apparaat moet de gaskraan worden
dichtgedraaid en/of moet de hoofdscha-
kelaar van de elektrische voeding, die bo-
venstrooms van het apparaat geplaatst is,
worden uitgeschakeld.
•
Voer de reiniging uit volgens de instructies
in het hoofdstuk 'INSTRUCTIES VOOR
DE REINIGING'.
•
Houd geen ontvlambare materialen in de
buurt van het apparaat. BRANDGEVAAR.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen
van het apparaat niet af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
•
Doe geen water in de bak wanneer deze
leeg en warm is, want hierdoor zouden de
branders kunnen doven.
•
Er wordt geadviseerd om persoonlijke be-
schermingsmiddelen te dragen, omdat het
hete voedsel kan opspatten.
•
Tijdens de werking van het apparaat be-
staat de mogelijkheid dat de omliggende
vloer glad wordt. Let hierop en gebruik ge-
schikte middelen om niet te vallen.
•
Let er bij de verplaatsing van accessoires
(bijv. pannen) en beweegbare delen van
het apparaat op om een correcte houding
aan te nemen.
•
Dit type apparaten is bestemd voor com-
mercieel gebruik, bijvoorbeeld in keukens
van restaurants, kantines, ziekenhuizen
en commerciële bedrijven, zoals bakke-
rijen, slagerijen, enz., maar is niet be-
stemd voor continue massaproductie van
voedsel.
GEBRUIK VAN DE GASKOOKPLAAT
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
•
Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel in
pannen en koekenpannen.
•
De waakvlambranders moeten met de hand worden ontsto-
ken.
•
Controleer of de vlamverdelers van de branders goed in hun
zitting zijn geplaatst.
•
Controleer of de pannenroosters de juiste stand hebben.
•
Op de brander van 3.5 kW moeten pannen worden gebruikt
met een doorsnede van minimaal 150 mm en maximaal 300
mm.
•
Op de brander van 5.5/6 kW moeten pannen worden gebruikt
met een doorsnede van minimaal 150 mm en maximaal 350
mm.
ONTSTEKEN EN UITZETTEN VAN DE BRANDERS
De bedieningsknop van de gaskraan kan in de volgende stan-
den worden gebruikt:
Uit
Ontsteking waakvlam
Kleinste vlam
Grootste vlam
Ontsteking waakvlam
Druk de knop in en draai hem in de stand "
".
•
Duw de knop helemaal in en ontsteek de waakvlam door er
een vlam bij te houden
•
Houd de knop ongeveer 20 seconden ingedrukt en laat hem
daarna los. Als de waakvlam uitgaat, moet de handeling wor-
den herhaald.
Ontsteking van de hoofdbrander
Draai de knop van de stand "
" op de stand "
".
Draai de knop vervolgens, al naargelang de gewenste berei-
ding, op een willekeurige stand tussen "
" en "
".
Uitzetten
Om de hoofdbrander uit te zetten, draait u de knop op stand
'
'.
Om de waakvlambrander uit te zetten, drukt u de knop in en
draait u hem op de stand '
'.
GEBRUIK VAN DE GASOVEN
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
•
Het apparaat is bestemd voor de bereiding van voedsel dat
op de meegeleverde roosters wordt gezet.
•
Laat de ovendeur tijdens het gebruik niet open of op een kier.
•
De piëzo-ontsteker heeft 1 batterij van het type AA/AM3/LR6.
(niet bijgeleverd).
ONTSTEKEN EN UITZETTEN VAN DE BRANDERS
De bedieningsknop van de gaskraan kan in de volgende stan-
den worden gebruikt:
0 Uit
140 Laagste temperatuur
280 Hoogste temperatuur
Ontsteking van de hoofdbrander
•
Druk de knop van de gaskraan in en draai hem op een wil-
lekeurige temperatuur.