
42
De 3 vooringestelde programma’s zijn:
1.
P1
, met comfortcyclus van 7-23 uur, de
overige tijd in energiezuinig (nacht),
2.
P2
, met twee comfortcycli van 7-9 en
18-23 uur, de overige tijd in energiezuinig
(nacht),
3.
P3
, met drie comfortcycli: van 7-9, 13-15
en 18-23 uur, de overige tijd in energie-
zuinig (nacht),
Als het gebruikersprofiel
weergegeven
wordt, verschijnt de tekst
op de cijfer-
plaatsen van de klok om aan te geven dat de
toets met deze naam actief is en het profiel
geprogrammeerd kan worden.
Door de toets
����
bij weergave van het
gebruikersprofiel
tijdens het tijdprofiel
in te drukken krijgt u toegang tot het pro-
grammeren van dit profiel.
Programmeermenu voor het
supervisiesysteem
Door in het programmeermenu gelijktijdig
de toetsen
in te drukken, verschijnt
het hoofdmenu van het supervisiesysteem;
vervolgens kunnen door herhaaldelijk op de
toets
����
, te drukken de verschillende
submenu's opgeroepen worden.
-
P1
, Programmeren van de ijking voor de
uitlezing van de temperatuurwaarden. Het
toegestane maximum is ± 3°C.
-
P2
, Programmeren van de oorsprong van
de temperatuuruitlezing.
NL
en minuten ingesteld worden.
3- De temperaturen voor Dag, Nacht of
Buiten bedrijf programmeren
Er bestaan in totaal zes consignatietempe-
raturen die geprogrammeerd kunnen wor-
den, te weten de drie bedrijfstoestanden
(Dag, Nacht en Buiten bedrijf) voor zowel
verwarming als koeling. Deze consignatie-
temperaturen dienen een volgorde van hoog
naar laag te volgen:
a. Consignatietemperatuur voor koeling in
de toestand Buiten bedrijf.
b. Consignatietemperatuur voor koeling in
de toestand Nacht.
c. Consignatietemperatuur voor koeling in
de toestand Dag.
d. Consignatietemperatuur voor verwar-
ming in de toestand Dag.
e. Consignatietemperatuur voor verwar-
ming in de toestand Nacht.
f. Consignatietemperatuur voor verwar-
ming in de toestand Buiten bedrijf.
Er moet een verschil van 1°C bestaan
tussen aangrenzende consignatietempe-
ratu-ren. Als een consignatietemperatuur
gewijzigd wordt en binnen 1 graad van
de aangrenzende consignatietemperatuur
komt, wordt deze laatste meegetrokken om
te voorkomen dat de consignatietemperatu-
ren onlogisch worden. Als dit het geval is,
wijst de thermostaat u hierop doordat het
pictogram van de bedrijfstoestand waarvan
de consignatietemperatuur meegetrokken
wordt, gaat knipperen.
��
4- Tijdprofiel kiezen
Er zijn drie vooraf gedefinieerde profielen
(P1 tot P3), en drie extra profielen
tot
die door de gebruiker geprogrammeerd
kunnen worden.
Door de optie
�� �
�
�
� �� �� �� �� �� �� �� ��
van het
programmeermenu te kiezen worden ver-
schijnen in het display alle dagen van de
week waarvan dag
1
(maandag) knippert,
het voor die dag opgeslagen programma,
met de temperatuurcijfers die knipperen, en
het betreffende profiel.
�� �
�
�
� �� �� �� �� �� �� �� ��
�� �
�
�
� �� �� �� �� �� �� �� ��
�� �
�
�
� �� �� �� �� �� �� �� ��
S1: Binnensensor. Standaardwaarde.
S2: Afstandssensor, RS1.
S3: Afstandssensor in de kanalen, DS1.
S4: Sensor economizer.
S5, S6, S7 en S8: Gemiddelde digitale
afstandssensor AS1.
-
P3
, Programmeren van de bedrijfsfunctie
van de temperatuurregeling.
TURBO; snelle temperatuurregeling tur.
NORMAL; normale temperatuurregeling,
nor. Standaardwaarde.
ECONOMICO; energiebesparende tem-
peratuurregeling, eco.
-
P4
Activering en deactivering van de com-
municatiefoutweergave.
C-Y Er.93, wordt weergegeven, stan-
daardwaarde.
C-N Er.93, wordt niet weergegeven.
-
P5
Selecteren type buitensensor.
EA; De thermostaat geeft de waarde van
de analoge buitensensor weer die op de
YKlon plaat of de plaat van de economizer
gemonteerd is. Standaardwaarde.
Ed; De thermostaat geeft de waarde van
de digitale buitensensor, AS1 (S8) weer.
Optioneel toebehoren.
Microschakelaars voor de con-
figuratie van de thermostaat
De thermostaat is voorzien van een configura-
tiesysteem (opties) middels microschakelaars
die zich op de printplaat bevinden.
Af fabriek worden deze pins voor standaard-
bedrijf van de thermostaat in de stand off
geleverd. De standen van deze schakelaars
kunnen echter al naar gelang de behoeften
van de gebruiker veranderd worden. De func-
ties van de microschakelaars zijn als volgt:
Met de microschakelaar worden de vol-
gende parameters ingesteld:
����
�
2- Ventilator programmeren
Hier kan de toestand van de ventilator in
de verschillende bedrijfstoestanden (Dag,
Nacht of Buiten bedrijf) ingesteld worden. In
het display worden de bedrijfstoestand en
de ventilatortoestand weergegeven.
� � � � � � �
�� �
�
�
� �� �� �� �� �� �� �� ��
��
��
��
�
��
�
��
�
��
�
�
�
��
��
�
��
�
�������
���������
����������
������
��������
���������
��������
�������
���
��
�
�
�
�
�
�
����������
�����������������
���
Summary of Contents for York DPC-1
Page 2: ......
Page 51: ...52 www johnsoncontrols com...