NEDERLANDS
HANDLEIDING
JB SYSTEMS
®
16/38
LED CLUBSCAN
Belangrijk:
Kijk nooit rechtstreeks in de lichtbron. Gebruik het lichteffect niet in de tegenwoordigheid van personen die
lijden aan epilepsie.
BESCHRIJVING:
1. Ophangbeugel met 2 knoppen aan beide zijden om het toestel vast te zetten. Tevens voorzien van een
gat voor een bevestigingshaak.
2. DIP schakelaars: hiermee zet U het DMX beginadres van het apparaat.
3. Optische lens voorzien van een knop voor manuele focus.
4. Scanspiegel.
5. Koelsysteem met ventilator: wordt gebruikt om de onderdelen binnenin de behuizing af te koelen. Let
erop dat je deze ventilatoruitgang nooit afdekt!
6.
¼” jack voor de in optie verkrijgbare CA-8 controller
7. Din-5pins ingang die gebruikt wordt om de optionele draadloze ontvanger RF-8R aan te sluiten.
8. Ingebouwde microfoon
9. DMX ingang: deze 3pin mannelijke XLR-aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van universele
DMX-kabels. Deze ingang ontvangt zijn instructies van een DMX-controller of van een andere LED
CLUBSCAN scanner (in master/slave mode).
10. DMX uitgang: deze 3pin vrouwelijke XLR-aansluiting wordt gebruikt om de LED CLUBSCAN met het
volgende DMX-apparaat in de keten te verbinden. In master/slave mode sluit U hier de volgende LED
CLUBSCAN aan.
11. Voedingsingang via IEC stekker met geïntegreerde zekeringhouder. Sluit hier de voedingskabel aan.
12. Voedingsuitgang via IEC stekker: u kunt speciale mannelijke/vrouwelijke IEC voedingskabels gebruiken
om deze uitgang met de voedingsingang van de volgende Led ClubScan te verbinden. Dit maakt het
bekabelen veel eenvoudiger.
OPHANGEN VAN HET APPARAAT
Belangrijk: De installatie van het toestel mag uitsluitend door bekwaam onderhoudspersoneel
uitgevoerd worden. Onjuiste plaatsing kan ernstige letsels en/of schade aan eigendommen tot
gevolg hebben. Het ophangen vergt veel ervaring. U behoort de grenzen te respecteren aan de
werklast; erkende installeringmaterialen moeten worden gebruikt; de veiligheid van het
geïnstalleerde toestel moet regelmatig worden gecontroleerd.
Overtuig U ervan dat het gebied onder installatieplaats vrij is van ongewenste personen tijdens het
plaatsen, het weghalen en het onderhoud.
Installeer het toestel op een goed geventileerde plaats, ver van brandbare stoffen en/of vloeistoffen. Het
toestel moet worden bevestigd op minstens 20 cm van de omringende muren.
Het toestel moet worden geïnstalleerd buiten het bereik van iedereen en weg van plaatsen waar men mag
lopen en zitten.