BEDIENINGS- EN BESTURINGSINRICHTING 3
NL-9
K.
Alarmsysteemtestschakelaar
Wordt gebruikt om het alarmsysteem te testen. Om
dit te doen dient de contactsleutel in de AAN-stand
te worden gezet en de schakelaar te worden
ingedrukt. Nu behoort een geluidsalarm te worden
geactiveerd terwijl de waarschuwingslampjes gaan
branden.
L.
Twee-/vierwielaandrijvingsschakelaar - vooruit
Deze zet de tractor in de twee- of vierwielaandrijving.
De tractor moet in de vierwielaandrijving staan om de
maaieenheden te kunnen bedienen.
De tractor keert tijdens het achteruitrijden naar de
tweewielaandrijving terug tenzij de vierwielaan-
drijving-omkeerschakelaar (
Z
) is ingedrukt.
M.
Smoorregeling motor
Regelt het motortoerental. Laat de motor 'volgas'
lopen tijdens het transport van de machine.
N.
Smoorregelingsstop
Beperkt de beweging van de motorgashendel -
fungeert als PTO snelheidsbegrenzer ten behoeve
van optimale maaiwerking. Schakel de stop in voor
verlaging van het motortoerental tijdens het maaien.
Bij transport van de machine moet de stop worden
uitgeschakeld om 'volgas' te kunnen draaien.
N.B.
Bij machines die op het vasteland van Europa
worden verkocht, moet de smoorregelingsstop altijd
zijn geborgd in de lagere motortoerentalstand. Met
deze vergrendeling mag niet worden geknoeid.
O.
Maaidekhendels
Brengen de maaidekken omhoog en omlaag. De
dekken kunnen hiertoe gescheiden of gezamenlijk
worden bediend. Tijdens de hefwerking dient de
betreffende hendel te worden vastgehouden tot het
dek volledig omhoog staat. Na loslating keren de
hendels naar de neutraalstand terug.
P.
Neerwaartse drukregeling
Verplaatst het gewicht tussen de maaidekken en de
tractor.
Rechtsom draaien van de regelinrichting
vermindert de neerwaartse druk op de
maaidekken en verplaatst gewicht naar de
tractor. Hierdoor wordt de tractie verbeterd, maar het
kan tengevolge hebben dat de dekken gaan zweven,
met een ongelijke maaikwaliteit als resultaat.
Om de neerwaartse druk te vergroten dient
de regelinrichting linksom te worden
gedraaid. Dit vermindert de tractie maar
verbetert het contact tussen de maaidekken en de
grond.
Q.
Lichtschakelaar
(optioneel)
Bedient de weg- en werkverlichting.
R.
Waarschwuingslampjes
Maken de bestuurder attent op condities die
onmiddellijke actie vereisen. Zie sectie 3.3.
S.
Temperatuurmeter
Geeft de temperatuur aan van het motorkoelmiddel.
De normale bedrijfstemperatuur ligt tussen 71°-
110°C. Als de temperatuur boven de 110°C komt,
wordt het geluidsalarm geactiveerd. Zie sectie 3.3.
T.
Brandstofmeter
Geeft het huidige brandstofniveau aan. Controleer de
meter dagelijks voordat de machine wordt gestart.
U.
Urenteller
Registreert de bedrijfsuren van de machine. Gebruik
de teller voor de planning van het periodiek
onderhoud.
V.
Contactschakelaar
De contactschakelaar kent drie standen: UIT - AAN -
START. In de AAN-stand is het elektrisch systeem
actief. Draai naar START om de motor aan te
slingeren. Bij het achterlaten van de machine moet
de schakelaar altijd naar de UIT-stand worden
gedraaid.
W.
Waarschuwingslampje hydrauliekoliepeil
Attendeert de bestuurder op een laag vloe-
istofniveau in de hydraulische tank. Zie sectie
3.3.
N.B.
Het waarschuwingslampje blijft branden zolang
een laag oliepeil wordt waargenomen. Het gaat even
branden wanneer de motor voor het eerst wordt
gestart.
X.
Kruissnelheidsregeling
(optie)
Na inschakeling vergrendelt de kruissnel-
heidsregeling de tractiepedaal in de huidige stand.
Ontgrendeling volgt nadat naar de UIT-stand wordt
geschakeld of wanneer de parkeerrem wordt geac-
tiveerd.
Y.
Krachtafneemschakelaar
Levert vermogen aan maaieenheden. De tractor
moet in de vierwielaandrijving (
L
) worden gezet, met
de maaidekken omlaaggebracht (
O
), om de
maaieenheden in te schakelen.
Summary of Contents for HR 9016 Turbo
Page 2: ...2000 Textron Inc All Rights Reserved...
Page 3: ......
Page 20: ...5 NOTES GB 18 5 NOTES...
Page 21: ...NOTES 5 GB 19...
Page 23: ......
Page 44: ...5 REMARQUES F 22 5 REMARQUES...
Page 45: ...REMARQUES 5 F 23...
Page 47: ......
Page 69: ...NOTITIES 5 NL 23 5 NOTITIES...
Page 70: ...5 NOTITIES NL 24...
Page 92: ...5 ANMERKUNGEN D 22 5 ANMERKUNGEN...
Page 93: ...ANMERKUNGEN 5 D 23...
Page 95: ......
Page 115: ...NOTE 5 I 21 5 NOTE...
Page 117: ......