STALLING
NL-23
TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS
8
STALLING
8.0 ALGEMEEN ________________________________________________________________
1.
Smeer de tractor en was hem daarna grondig. Repa-
reer en lak beschadigd of blootliggend metaal.
2.
Inspecteer de tractor, zet alle bevestigingen vast en
vervang versleten of beschadigde onderdelen.
3.
Tap de radiateur af en vul hem opnieuw. Zie sectie
7.16.
4.
Maak de banden goed schoon en stal de tractor
zodanig dat de banden niet worden belast. Als de
tractor niet op rustblokken staat, controleer de
banden dan regelmatig en breng ze waar nodig op
spanning.
5.
Houd de machine en alle accessoires tijdens stalling
schoon, droog en beschermd tegen de weersele-
menten. Stal de machine nooit met brandstof in de
tank in een overdekte ruimte waar dampen een
open vlam of vonk kunnen bereiken.
8.1 ACCU _____________________________________________________________________
1.
Verwijder en reinig de accu en bewaar hem rechtop-
staand op een koele, droge plaats.
Stalling bij een omgevingstemperatuur hoger dan
26,7°C doet zelfontlading sterk toenemen. Als een
natte accu wordt ontladen, zal de elektrolyt bevriezen
indien de omgevingstemperatuur tijdens stalling lager
dan -7°C is.
2.
Controleer de accu tijdens stalling iedere 60-90
dagen en laad hem zonodig op.
8.2 MOTOR ____________________________________________________________________
1.
Terwijl de motor nog warm is dient de aftapplug te
worden verwijderd om de olie uit het carter te laten
weglopen en het oliefilter te worden vervangen.
Plaats de aftapplug terug en vul het carter met verse
olie. Geef de plug een draaikoppel tot 30 Nm.
2.
Reinig de buitenkant van de motor. Lak blootliggend
metaal of breng een dun laagje roestwerende olie
aan.
8.3 MAAIEENHEDEN ____________________________________________________________
1.
Was de maaieenheden grondig en repareer en lak al
het beschadigde of blootliggende metaal.
2.
Smeer alle smeerpunten.
3.
Scherp de maaimessen aan en balanceer ze. Breng
een dun laagje roestwerende olie aan op de aange-
scherpte randen.
8.4 NA STALLING_______________________________________________________________
1.
Plaats de accu na controle weer terug; Sectie 7.2 en
7.3.
2.
Controleer de brandstof- en luchtfilters en geef ze
eventueel een onderhoudsbeurt.
3.
Controleer het oliepeil in de motorkrukkast en het
hydraulisch systeem.
4.
Check or service engine coolant level.
5.
Vul de brandstoftank met verse brandstof. Ontlucht
het brandstofsysteem; Sectie 7.7.
6.
Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning
hebben.
7.
Start en bedien de motor met de smoorregeling op
half. Geef de motor voldoende tijd om goed warm te
lopen en gesmeerd te raken.
8.
Verwijder alle olie van de kooimessen en het
ondermes. Stel het ondermes en de maaihoogte bij.
Koolmonoxide in uitlaatgassen
kunnen bij inademing dodelijk
zijn.
Bedien de motor nooit zonder goede ventilatie.
Uitlaatgassen kunnen bij inademing dodelijk zijn.
GEVAAR
!
Summary of Contents for HR 5111
Page 2: ...2000 Textron Inc All Rights Reserved...
Page 68: ...REGLAGE DES UNITES DE COUPE F 36 TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS...
Page 94: ...STALLING NL 24 TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS...
Page 106: ...MAAIDEKBIJSTELLING NL 36 TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS...
Page 134: ...LAGERUNG D 26 TEXTRON TURF CARE AND SPECIALTY PRODUCTS...
Page 148: ......
Page 234: ......
Page 235: ......
Page 246: ......