Jacobsen AR250 TURBO, Operation Manual

Page: 61 / 154

GB-NL-F-55
F
NL
VOORUIT/ACHTERUIT PEDAAL (Afb.34, 35)
1. Met de aangedreven wielen los van de grond
en zonder druk op het VOORUIT/ACHTERUIT
pedaal, de motor starten en controleren of de
wielen draaien. Als dat het geval is, doorgaan
met het afstellen. Als de wielen niet draaien,
deze afstelling niet uitvoeren.
WAARSCHUWING
De machine op de juiste manier steunen op
veiligheidssteunen.
2.
De motor uitzetten.
3. Het kogelgewricht V van het pedaal verwijderen
en laten hangen.
4. Moer X bij de hydrostaat losdraaien.
5. Bout F draaien tot de wielen niet meer draaien.
6. Eventuele speling in de veer als aan bout F
wordt getrokken of als deze wordt ingedrukt,
verwijderen met stelmoer G.
7. Moer X vastdraaien.
8. De motor starten. Controleer of de wielen
draaien.
9. Als de wielen nog steeds draaien,
de motor
uitzetten
en moer X aan de hydrostaat
losdraaien.
10. Kogelgewricht V op stang H in- of uitdraaien .
11. Kogelgewricht V weer bevestigen aan het
pedaal.
12. Controleren en 1-12 zonodig herhalen.
13. Als de afstelling voltooid is controleren of alle
losgedraaide moeren zijn vastgedraaid.
STANDAARD VOETREM EN REMBANDEN
(Afb.36, 37)
Zo afstellen dat beide remmen gelijkmatig
aangrijpen als het pedaal van de parkeerrem wordt
ingedrukt. Draai moeren T los en draai moeren G op
de twee kabels. Tevens moeren H voor ieder wiel zo
afstellen dat geen van beide rembanden sleept als
de parkeerrem wordt losgemaakt.
AFSTELLINGEN
Lees de veiligheidsvoorschriften
PEDALE DE MARCHE AVANT/ARRIERE (FWD/
REV) (Fig.34, 35)
1. Roues motrices soulevées du sol et sans
exercer de pression sur la pédale de marche
avant/arrière (FWD/REV), démarrez le moteur
et vérifiez que les roues tournent. Si oui,
procédez au réglage. Dans le cas contraire,
passez outre ce réglage.
DANGER
Toute machine soulevée du sol doit être soutenue
sur des supports de levage.
2.
Coupez le moteur.
3. Retirez le joint à rotule V de la pédale et
laissez-le pendre.
4. Desserrez l’écrou X au niveau de l’hydrostat.
5. Tournez le boulon F jusqu’à ce que les roues ne
tournent plus.
6. En cas de jeu au niveau du ressort lorsque vous
poussez ou que vous tirez sur le boulon F,
remédiez à ce jeu en réglant l’écrou G.
7. Vissez l’écrou X.
8. Démarrez le moteur. Vérifiez si les roues
tournent.
9. Si les roues tournent toujours,
coupez le
moteur
et dévissez l’écrou X au niveau de
l’hydrostat.
10. Faites tourner le joint à rotule V sur la tige H
vers l’intérieur ou vers l’extérieur.
11. Rattachez le joint à rotule V à la pédale.
12. Vérifiez et répétez les étapes 1-12 si
nécessaire.
13. Lorsque le réglage est satisfaisant, vérifiez que
tous les écrous desserrés sont bien resserrés.
FREIN A PIED STANDARD ET BANDES DE
FREINAGE (Fig.36, 37)
Procédez à ce réglage pour que les deux freins se
bloquent uniformément lorsque la pédale de frein de
stationnement est enfoncée. Desserrez les écrous
T et faites tourner les écrous G des deux câbles.
Réglez également les écrous H, de manière à ce
que ni l’une, ni l’autre des bandes de freinage
n’accroche lorsque le frein de stationnement est
débloqué.
REGLAGES
Lire les consignes de sécurité