1. 12V / 24V-aansluitingen
2. 230V
AC-stopcontacten
3. LED-verklikkerlichtjes
4. DC-zekeringen
5. Toestelschakelaar
6. Bus
voor
afstandsbediening
LED's:
Met behulp van de LED' kunnen verschillende toestanden van de spanningsomzetter herkend worden.
•
LED licht groen op
De spanningsomzetter wordt binnen de toegestane grenswaarden gebruikt.
•
LED knippert rood
De batterijspanning ligt onder de nominale spanning. Naargelang van de grootte van de
aangesloten wisselstroomverbruiker, moet bij een verdere energieopname uit de batterij met een
uitschakeling worden gerekend.
•
LED brandt rood
o
De spanning is onder de toegestane mininumspanning gedaald. De batterij is diep ontladen. Om de batterij tegen verder
schadelijk diepontladen te beschermen, heeft het toestel zichzelf uitgeschakeld. Opnieuw inschakelen is mogelijk nadat de
minimale inschakelspanning bereikt werd.
o
De maximaal toegestane uitgangsstroom van het toestel werd overschreden. Het overbelastingsbeheer heeft de uitgang van
de omzetter uitgeschakeld. De aangesloten wisselstroomverbruiker heeft een te groot vermogen of een te hoge
aanloopstroom voor dit toestel, of vertoont een defect dat een kortsluiting in de uitgang van de spanningsomzetter
veroorzaakt. De omzetter probeert nu 5 keer om de 5 seconden en dan alle 30 seconden opnieuw aan te lopen, daarbij brandt
de LED kort. Als de spanningsomzetter ook na meerdere aanlooppogingen niet inschakelt, ontkoppel dan de verbruikers van
de uitgang van de spanningsomzetter en controleer de werking van de spanningsomzetter. Als de spanningsomzetter ook na
de derde aanlooppoging niet inschakelt, ontkoppel dan de verbruikers van de uitgang van de spanningsomzetter en controleer
de werking van de spanningsomzetter. Controleer of het aangesloten toestel op de gewone elektriciteitsnet werkt en laat het
door een vakman in orde maken in geval ook hier beveiligingen aanspreken.
Aansluiting en inbedrijfstelling
Controleer of de spanningsgegevens op het toestel met de netspanning en de spanning van de wisselstroomverbruikers overeenkomen.
Gebruik bij aansluiting van de gelijkstroomleidingen kabels met een voldoende sectie en let op een vlakke, zuivere verbinding tussen de
kabelschoenen en de DC-aansluitbussen. Bij de SW-150 zijn de aansluitleidingen uitgerust met een vaste stekker voor een KFZ-12V-
bus.
•
Attentie: Om een veilig contact tot stand te brengen tussen de ingangsklemmen en de schakelaar, dient u de moeren van
de aansluitklemmen (1 - /-) ook bij het uitvoeren van testen altijd vast aan te draaien.
Zorg voor een voldoende luchttoevoer naar en -afvoer van de spanningsomzetter. Dek de ventilatieopeningen nooit af en gebruik het
toestel niet in de buurt van ontvlambare materialen.
Verbind de spanningsomzetter met het DC-boordnet en schakel hem in. De groene LED brandt als het toestel in orde is en binnen de
toegestane grenzen wordt gebruikt.
Algemene aanwijzingen voor de voeding van wisselstroomverbruikers door spanningsomzetters.
In principe kunnen alle wisselstroomverbruikers via spanningsomzetters worden gevoed. Om het benodigde vermogen en de
overeenkomstige reserves toch te kunnen evalueren, is het belangrijk enkele eigenschappen van typische wisselstroomverbruikers te
kennen. De meeste wisselstroomverbruikers werden voor voeding door het normale elektrische net gebouwd. Een belangrijk punt is de
inschakelstroom, die bij voeding op het normale net geen grote rol speelt, aangezien er altijd voldoende reservevermogen voorhanden
is. De meeste toestelfabrikanten hebben dan ook geen speciale aandacht besteed aan de inschakelstroom. Die kan echter bij
verscheidene verbruikers meerdere keren hoger zijn dan de waarde die uit het opgegeven nominale vermogen van het toestel volgt.
•
Gloeilampen gedurende ca. 1 s tot 8x hogere inschakelstroom
•
Koelkast gedurende ca. 3 s tot 10x hogere inschakelstroom
•
Tv-toestel gedurende ca. 1 s tot 10x hogere inschakelstroom
Het is dus belangrijk bij de keuze van de spanningsomzetter erop te letten dat het toestel over de passende vermogenreserves beschikt.
Zo moet bij voorbeeld een spanningsomzetter voor het voeden van een kleine koelkast met een continu vermogen van ca. 50 W over
een piekvermogen van 500 W beschikken.
Bescherming tegen ompolen
Als de polariteit van de DC-ingang bij de aansluiting verwisseld wordt, dan stroomt de stroom via een diode en spreekt de zekering aan.
In dit geval moet die ompoling ongedaan gemaakt worden en de zekering vervangen worden.
Vervanging van de zekering
Onder de afdekking voor de DC-aansluitingen van het toestel bevinden zich de DC-zekeringen (12 V: 40 A, 24 V: 20 A). Wanneer deze
gewerkt hebben (doorgebrand zijn), moet u ze door zekeringen met eenzelfde nominale waarde vervangen. Test vervolgens de