- 11 -
OPLADEN VAN EEN LOODACCU
•
Vergewis u ervan dat het om een lood-zuur-accu gaat met een spanning van 6 V of 12 V. Accu's met andere spanningen kunnen met dit toestel niet opgeladen worden!
• Ontkoppel alle verbruikers van de accu.
• Als de accu in een voertuig ingebouwd is, schakel dan de ontsteking en alle verbruikers uit.
Neem in elk geval de informatie en de veiligheidsaanwijzingen van het voertuig in verband met het opladen van de voertuigaccu in acht. Moderne voertuigen
beschikken over gevoelige elektronische onderdelen en controllers (regeleenheden), die bij een verkeerde werkwijze beschadigd worden!
• Steek eerst de stekker van de acculader in een stopcontact (220 – 240 V AC/50/60) Hz.
• Steek de passende aansluitadapter op de oplaadkabel van het toestel.
• Verbind nu de acculader met de juiste polariteit met de accu. Een verkeerd aangesloten accu wordt gemeld met led 5. Bovendien wordt een geluidsignaal weergegeven.
• Vervolgens kunt u kiezen tussen de verschillende functies door de MODE-toets in te drukken. Volg bij de keuze van de juiste werkwijze (modus) in elk geval de informatie van de
accufabrikant m.b.t. de toegestane eindlaadspanning en de maximale laadstroom. De beschrijving van de afzonderlijke werkwijzen vindt u in het volgende hoofdstuk.
De gewenste laadmodus kan alleen gekozen worden binnen de eerste 10 seconden na aansluiting van de accu. Wanneer u bv. per ongeluk de verkeerde modus hebt gekozen,
moet u de accu weer van de acculader scheiden en opnieuw aansluiten.
• Trek na het opladen de stekker van de acculader weer uit het stopcontact.
• Verwijder vervolgens eerst de klem van de minpool van de accu's en daarna die van de pluspool.
BESCHRIJVING VAN DE WERKWIJZEN
Wintermodus (1)
De wintermodus is geschikt voor het opladen van 10 V-accu's met een capaciteit van 14 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant) bij een buitentemperatuur onder
10°C.
Druk de MODE-toets zo vaak in tot de led 1 knippert. Na ca. 10 seconden blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 4,5 A +/- 10% (maar neemt tijdens de opeenvolgende laadfasen evenwel af) en de eindlaadspanning bedraagt 14,7 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door leds 7, 8 en 9 aangegeven. Wanneer alle leds constant branden, is de accu volledig opgeladen.
Deze modus kunt u op elk moment ook voor accu's gebruiken die volgens de aanwijzingen van de fabrikant voor een hogere eindlaadspanning geschikt zijn. Houd rekening met de
laadinstructies van de accufabrikant.
Zomermodus (2)
De zomermodus is geschikt voor het opladen van 12 V-accu's met een capaciteit vanaf 14 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant) bij een buitentemperatuur van
meer dan 10°C.
Na het verbinden van de acculader met het elektriciteitsnet kiest het toestel automatisch de zomermodus.
Anders drukt u de MODE-toets zo vaak in tot de led 2 knippert. Na ca. 10 seconden blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 4,5 A +/- 10% (maar neemt tijdens de opeenvolgende laadfasen evenwel af) en de eindlaadspanning is 14,4 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door leds 7, 8 en 9 aangegeven. Wanneer alle leds constant branden, is de accu volledig opgeladen.
Motorfiets-modus 6 V (3)
De motorfiets-modus is geschikt voor het opladen van kleine 6 V-accu's met een capaciteit van minder dan 14 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant)..
Druk de MODE-toets (11) zo vaak in tot de led 3 knippert. Na ca. 10 seconden blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 1 A +/- 10% (maar neemt tijdens de opeenvolgende laadfasen evenwel af) en de eindlaadspanning bedraagt 7,2 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door leds 7, 8 en 9 aangegeven. Wanneer alle leds constant branden, is de accu volledig opgeladen.
Attentie!! Naar een stroomuitvall tijdens modus, moet det laadprogramm nieuw gekozen worden!
Motorfiets-modus 12 V (4)
De motorfiets-modus is geschikt voor het opladen van kleine 12 V-accu's met een capaciteit van minder dan 14 Ah (houd a.u.b. rekening met de informatie van de accufabrikant)..
Druk de MODE-toets (11) zo vaak in tot led 4 knippert. Na ca. 10 seconden blijft de led constant branden en begint het laden.
De laadstroom bedraagt 1 A +/- 10% (maar neemt tijdens de opeenvolgende laadfasen evenwel af) en de eindlaadspanning bedraagt 14,4 V +/- 0,2 V.
De laadtoestand wordt door leds 7, 8 en 9 aangegeven. Wanneer alle leds constant branden, is de accu volledig opgeladen.
Attentie!! Naar een stroomuitvall tijdens modus, moet det laadprogramm nieuw gekozen worden!
Regeneratiemodus
Wanneer een diepontladen accu aan de acculader wordt aangesloten, start eerst de regeneratiemodus. Via pulserende laadstromen wordt geprobeerd om een diepontladen accu weer op
een normale accuspanning te brengen. De regeneratiemodus duurt maximaal 20 minuten. Wanneer in deze tijd geen normale accuspanning wordt bereikt, schakelt de acculader het proces
uit en gaat led 6 branden. Bovendien wordt een geluidsignaal weergegeven.
Defecte accu's
Defecte accu's worden automatisch door de acculader herkend. In dit geval wordt het gekozen laadprogramma niet gestart. Led 6 brandt en er weerklinkt een en geluidsignaal.
Bescherming voor kortsluiting en verkeerde polariteit
Een
kortsluiting
en
verkeerde polariteit
worden automatisch door de acculader herkend. In dit geval wordt het gekozen laadprogramma niet gestart. Led 5 brandt en er weerklinkt een
en geluidsignaal.geluidsignaal.
