
-
1,5V-knopcellen in een afzonderlijke testholte
Lampentester
-
Test van de werking van gloeilampen of spaarlampen met lampvoet E27, E14 en GU10 in de overeenkomstige
lamphouder.
-
Continuïteitscontrole van de meest uiteenlopende laagspanningslampen (G4, G5.3, G6.35, E10, P 13.5S, BA9S,
R7S-halogeenstaaflampen, buislampen, lampen met glassokkel, autolampen enz.) op de continuïteitsmeter of met
behulp van een afzonderlijk meetsnoer.
Continuïteitstester
-
Continuïteitscontrole van miniatuurzekeringen (5 x 20 mm of 6,3 x 32 mm)
,
temperatuurzekeringen, alle gangbare
zekeringen voor auto's
-
Continuïteitscontrole van potentiaalvrije verbindingen, zoals schakelaars, kabels, insteekverbindingen enz.
-
Continuïteitscontrole via proefcontacten of met behulp van een afzonderlijk meetsnoer
Batterij-/accutest
1. Het toestel met schuifschakelaar
J
inschakelen.
Aanwijzing:
Na uitvoering van de test het toestel opnieuw uitschakelen om de inwendige voeding (9 Volt-batterij)
te sparen.
2. Bij 9V-blokbatterijen of -accu's moet de schuifschakelaar
L
op 9 V staan, anders altijd op 1,5 V.
3. De te testen batterij-/accucellen in de voorziene holte leggen. Let op een goed contact en de juiste polariteit van de
cellen.
4.
Batterij-/accutoestand op display
K
:
Test van batterijen:
LED-verklikkerlichtjes Batterijtoestand
groene zone
in goede staat, voldoende capaciteit
gele zone
(bijna) leeg, batterij moet binnenkort vervangen worden.
rode zone
slechte staat, batterij moet vervangen worden
Test van accu's:
LED-verklikkerlichtjes
Toestand van de accu
groene en gele zone
in goede staat, voldoende capaciteit
rode zone
in slechte staat, accu moet opgeladen worden
Continuïteitscontrole
1. Het toestel met schuifschakelaar
J
inschakelen.
AANWIJZING:
Na uitvoering van de test het toestel opnieuw uitschakelen om de inwendige voeding (9 Volt-
batterij) te sparen!
2.
De te testen lamp, zekering e.d. met behulp van de overeenkomstige meetcontacten of een afzonderlijk meetsnoer
testen.
3.
Bij intacte lamp of zekering weerklinkt een geluidssignaal en gaat de groene LED
R
branden.
4. Aanwijzing:
De polariteit heeft geen belang. Het losse meetsnoer na gebruik onmiddellijk weer verwijderen.
Lampentest
1.
Het netsnoer moet met een gewoon stopcontact verbonden zijn. Bij een correct aangesloten toestel brandt de rode
werkingsindicator
A
.
Voorzichtig:
Niet in de lamphouders grijpen. Geen metalen of vreemde onderdelen in de lamphouders inbrengen.
2.
De te testen lamp in de overeenkomstige lamphouder schroeven.
3.
Met een hand op toets
E
drukken. Met de andere hand de toets die overeenkomt met de te testen lamp indrukken.
4.
Wanneer de lamp intact is, gaat ze branden.
Beschrijving:
A.
Werkingsindicator (230 VAC ).
B.
Testknop voor lamphouder E27
C.
Testknop voor lamphouder E14
D.
Testknop voor lamphouder GU10
E.
Hoofdtestknop
F.
Lamphouder GU10
G.
Lamphouder E14
H.
Lamphouder E27
I.
Testholte voor knoopcel AAA (Micro), AA (Mignon), C (Baby) en D (Mono).
J.
Aan/Uit-schakelaar voor de continuïteitscontrole en batterij-/accutest
K.
LED-verklikkerlichtjes voor de batterij-/accutest
L.
Instelling van de nominale spanning
M.
Aansluitbus voor afzonderlijk meetsnoer (in de leveringsomvang inbegrepen)
N.
Testholte voor knoopcellen
O.
Testholte voor lampen
P.
Testholte voor zekeringen