34
•
Wanneer handschoenen worden gedragen en modellen met een
inwendige trekker worden bediend dan moet u er altijd voor
zorgdragen dat de trekker er bij het uitschakelen niet door wordt
ver hin derd.
•
Wanneer u dit gereedschap bedient moet u te allen tijde veilig-
heidss choe isel, veiligheidshelm, veiligheidsbril, hand schoe nen,
stof masker en enige andere passende kleding dragen.
•
Sta geen dollen toe. Afleiding kan ongelukken veroorzaken.
•
Houd uw handen en vingers weg van de bedieningshendel tot de
tijd is gekomen het gereedschap in gebruik te nemen.
•
Laat het gereedschap of beitel nooit op uw voet rusten.
•
U mag het gereedschap nooit op iemand richten.
•
Samengeperste lucht is gevaarlijk. Richt de luchtslang nooit op
uzelf of op een van uw collega’s.
•
U mag uw kleding nooit met perslucht schoonblazen.
•
Zorg ervoor dat alle slangaansluitingen goed vast zitten. Een lo-
szit tende slang zal niet alleen lekken maar kan van het gereed sc hap
losraken en door de druk heen en weer slaan; hierdoor kun nen
de operateur en anderen die zich in de omgeving bevinden letsel
oplopen. Maak aan alle slangen beveiligingskabels vast om zo
te voorkomen dat iemand letsel oploopt wanneer een slang per
ongeluk kapot gaat.
•
Nooit een slang ontkoppelen die onder druk staat. Altijd eerst de
luchttoevoer afsluiten en het gereedschap ontluch ten voordat de
slang wordt ontkoppeld.
•
De operateur moet ledematen en lichaam van de beitel vrij houden.
Wanneer een beitel breekt zal het gereedschap met de ge bro ken
beitel met een plotselinge slag in voorwaartse richting van het
gereedschap weg worden gegooid.
LABELS MET WAARSCHUWINGSINSTRUCTIES
NALATEN DE HIERNAVOLGENDE WAARSCHUWINGEN OP TE VOLGEN KAN
LICHAMELIJK LETSEL TOT GE VOLG HEBBEN.
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN
WAARSCHUWING
•
Bedien het gereedschap nooit met een been over de hendel. Wan-
neer u dit doet en de beitel zou breken dan kan dit letsel ve ro orza-
k en.
•
Stel u ervan op de hoogte wat er zich onder het materiaal bev indt
waarop wordt gewerkt. Let goed op verborgen water–, gas–, tele-
foon– en elektricteitsleidingen en rioleringen.
•
Voor het schoonmaken van de onderdelen alleen oplosmid delen
gebruiken. Gebruik uitsluitend oplosmiddelen die aan de hui di ge
veiligheids– en gezondheidsstandaards voldoen. De oplosmid-
delen moeten te allen tijde in goed gev en ti le er de ruimten worden
gebruikt.
•
Het gereedschap niet met dieselbrandstof doorspoelen of de
on der delen ervan mee schoonmaken. Het residu van deze die-
selbrand st of fen zal tot ontsteking komen wanneer het gereed sc hap
in werking wordt gesteld, hetgeen scha de aan de inwendige delen
zal ve ro orza k en. Wanneer modellen worden gebruikt voorz ien
van uitwendige trek ker of be di en ing sh en del dan moet u het ge-
reedschap voorzichtig neer leggen om te voorkomen dat het per
ongeluk in bedrijf zal komen.
•
U dient niet met het gereedschap te werken wanneer het kapotte
of beschadigde onderdelen heeft.
•
Het gereedschap niet in bedrijf stellen wanneer het op de grond
ligt.
•
Dit gereedschap is niet ontworpen om er mee in explosieve om-
gev ingen te werken.
•
Dit gereedschap is niet geïsoleerd tegen elektrische schokken.
U moet te allen tijde oog be s-
cherm ers dragen wanneer u
dit gereed sc hap be di ent of er
onder houd swerkzaam henden aan
uitvoert.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Persluchtgereedscappen kunnen
tijdens gebruik ervan trillen. Trill-
ingen, zich her h al ende be weg in-
gen, of ongemakkelijke houdingen
kunnen schadelijk zijn voor uw han-
den en armen. Stop met be di en ing
van enig gereedschap wan neer u
onge mak, een tin t elend gev oel of
pijn ervaart. Zoek medisch ad vis es
alvorens werk te her vat ten.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Steeds in een goede houding
staan. Als u het gereedschap
be di ent mag U zich niet te ver
uit strekken.
Altijd oorbeschermers dragen
wan neer dit gereedschap wordt
be di end.
Het gereedschap niet aan de
slang dragen.
Bedienen tot een maximum
lucht druk van 103 psig (7.0
bar/700 kPa).
Men dient te allen tijde de luchtin-
laat af te sluiten an de lucht toevo er-
s lang te ont ko p pelen voordat enig
deel aan dit gereed sc hap wordt
aangebracht, verwijderd of af gest-
eld, of voordat enig onder houd
aan dit gereedschap mag worden
uitgevoerd.
Geen beschadigte, gerafelde of
verleten luchtslangen of fit tin gen
gebruiken.
NL