28
AFSTELLEN
LET WEL
NIET DOOR EEN ANDERE VLOEISTOF
VERVANGEN.
Nalaten de meegeleverde vloeistof te gebruiken kan
het aanzetmechanisme beschadigen, het onderhoud
eraan vergroten en de prestatie ervan verminderen.
In deze gereedschappen uitsluitend schone vloeistof
gebruiken.
(Tekening TPD1265)
10. Dompel de vulopening onder in de rest van de vloeistof
en draai met een sleutel de Drijfas rond om de eventueel
in het systeem achtergebleven lucht eruit te drijven.
11. Neem het mechanisme uit de vloeistof en neem een
T–Sleutel om de Stop voor de Zuiger langzaam zo ver
naar beneden te duwen tot de vloeistof uit de vulopening
loopt.
12. Draai de Olieplug met de Zitting voor de Olieplug in het
mechanisme aan tot hij goed vast zit.
13. Met een 2 mm zeskante sleutel bij het Type 900P–EU en
een 1.5 mm zeskante sleutel bij alle andere typen, de
Stelschroef voor het Koppel zo ver met de klok mee
draaien tot hij stopt. Dit is het maximum koppelmoment.
14. Veeg de buitenkant van het mechanisme droog en schoon,
en verwijder de Plug voor de Oliekamer. Met de
injectiespuit ongeveer 0,35 cc vloeistof uit de typen
500P–EU en 500PQ1–Eu zuigen, 0,50 cc vloeistof uit de
typen 700P–EU en 0,85 cc uit de typen 900P–EU.
15. Breng de Plug voor de Oliekamer weer aan en draai deze
aan tot een koppel van 20 tot 25 in–lb (2.3 tot 2.8 Nm).
16. Breng een nieuwe Pakking voor het Hamerhuis op het
Motorhuis aan en installeer het geassembleerde
mechanisme op de rotoras.
17. Breng de Afdekking voor het Hamerhuis over de Drijfas
aan tegen het Huis en de Pakking. Daarna de drie
Kopschroeven en Borgringen voor het Hamerhuis
aanbrengen. Draai elke schroef aan tot een koppel van
45 tot 50 in–lb (5.1 tot 5.6 Nm).
18. Breng de Rubberen Stofhuls voor het Huis aan.
19. Voor Type 500PQ1–EU, breng de Borgkogel voor de Bit
aan in de opening in de Drijfas en pak het door de
Mofverbinding voor het Bit, met het kleine boorgat eerst,
op de Drijfas te schuiven.
20. Voor Type 500PQ1–EU, breng de Veer voor de
Mofverbinding en de Zitting voor de Veer, met het
verzonken eind eerst, aan over de nok van de aandrijfas
en in de Mof. Terwijl de Veer ingedrukt blijft, en een
dunne schroevedraaier tegen de Zitting houdend, de
Borgring in de ringvormige groef in de kern van de
Drijfas aanbrengen.
INGEBRUIKNEMING VAN HET GEREEDSCHAP
DE SMERING
Ingersoll–Rand Nr. 50
Ingersoll–Rand Nr. 67
Ingersoll–Rand Vloeistof
Onderdeel Nr.
EQ106S–400–1
Men moet bij deze gereedschappen steeds een in–lijn
aangesloten drukluchtsmeerinrichting gebruiken. Wij bevelen
u de volgende Filter–Smeerinrichting–Regeleenheid aan:
Voor Internationaal – Nr. C18–C3–FKG0
Na elke 20.000 cycli, of zoals de praktijk u heeft geleerd, de
Aandrijving voor de Aanzeteenheid aftappen en, zoals in dit
handboek gezegd, opvullen met de Vloeistof uit de
Vervangingskit (Onderdeel Nr. EQ106S–K400). Voor de
assemblage eerst de zeskante inbusaandrijving en de
uitgangsas smeren.
HOOFDLEIDINGEN
3 MAAL AFMETING
VAN INLAAT
VOOR DRUKLUCHT–
GEREEDSCHAP
NAAR
LUCHTSYSTEEM
NAAR
DRUKLUCHT–
GEREED–
SCHAP
SMEERINRICHTING
REGELAAR
FILTER
AFTAKKENDE
LEIDING
2 MAAL AFMETING
VAN INLAAT VOOR
DRUKLUCHT–
GEREEDSCHAP
REGELMATIG
AFTAPPEN
COMPRESSOR
(Tekening TPD905–1)