5.2 Tussen twee kanalen regelen
Met de crossfader (14) kan u regelen tussen kanaal 2
(vast toegewezen) en kanaal 3 of kanaal 4 [via de
toets C.F. ASSIGN (15) selecteerbaar].
1) Selecteer met de toets C.F. ASSIGN (15) ofwel
kanaal 3 of kanaal 4 voor de regelfunctie:
Toets niet ingedrukt: Kanaal 3
Toets ingedrukt:
Kanaal 4
2) Stuur het geselecteerde kanaal en kanaal 2 opti-
maal uit (zie hoofdstuk 5.1 “Basisinstelling van de
ingangskanalen”).
3) Indien de stereogeluidsbronnen van de overige
twee kanalen niet hoorbaar dienen te zijn, schakel
deze uit resp. in pauze of schuif de betreffende
kanaalregelaars helemaal dicht.
4) Nu kan u met behulp van de crossfader regelen
tussen beide kanalen:
Om kanaal 2 in te mengen/kanaal 3 of 4 uit te
mengen, schuift u de crossfader naar links.
Om kanaal 3 of 4 in te mengen/kanaal 2 uit te
mengen, schuift u de crossfader naar rechts.
Wanneer de crossfader in de middelste stand
staat, worden beide kanalen tegelijk naar de uit-
gangen gestuurd.
5) Stel met de masterregelaar (1) het gewenste
niveau voor de masteruitgang AMP (19) in aan de
hand van de niveau-LED (3).
In principe wordt een optimale uitsturing bereikt,
wanneer de niveauweergave bij luide passages
waarden in het bereik van 0 dB aanduidt. Indien het
uitgangsniveau voor het nageschakelde apparaat
echter te hoog of te laag is, dan moet het master-
signaal overeenkomstig lager of hoger worden uit-
gestuurd.
5.3 De aangesloten geluidsbronnen mengen
1) Schuif de crossfader (14) in de middelste stand.
2) Stel met de schuifregelaars (12) van de ingangska-
nalen de gewenste volumeverhouding van de ge-
luidsbronnen in: Stuur de geluidsbronnen die het
luidst te horen moeten zijn, optimaal uit (zie hoofd-
stuk 5.1) en verminder het niveau van de overige
geluidsbronnen overeenkomstig.
Plaats de niveauregelaar van een ongebruikt
kanaal in de minimumstand.
3) Stel met de masterregelaar (1) het niveau van het
mastersignaal in aan de hand van de niveauweer-
gave (3) [zie hoofdstuk 5.2, punt 5].
5.4 Aankondigingen via de DJ-microfoon
Om de DJ-microfoon op kanaal 1 in en uit te schake-
len evenals om de talkover-functie te activeren, plaatst
u de keuzeschakelaar MIC (13) in de overeenkom-
stige stand:
1. Bij een links geplaatste schakelaar (“OFF”) is de
microfoon uitgeschakeld.
2. In de middelste stand (“ON”) is de microfoon inge-
schakeld (LED boven de schakelaar licht op).
3. Bij een rechts geplaatste schakelaar (“TALK-
OVER”) is de microfoon ingeschakeld en de talk-
over-functie geactiveerd (LED boven de schakelaar
licht op): Tijdens een aankondiging via de micro-
foon worden de niveaus van de kanalen 2 – 4 auto-
matisch met 16 dB gedempt.
5.5 De kanalen voorbeluisteren
Met de voorbeluisteringsfunctie PFL (Pre Fader Li-
stening = een kanaal beluisteren vóór de kanaalrege-
laar) kunnen kanalen 1 – 4 met een hoofdtelefoon,
aangesloten op de jack PHONES (10) worden belui-
sterd, zelfs wanneer het betreffende kanaal is uitge-
mengd. Hierdoor kan u bijvoorbeeld de gewenste
track van een CD selecteren of het juiste moment in-
stellen om een geluidsbron in te mengen.
1) Om een kanaal voor te beluisteren, drukt u op de
overeenkomstige toets PFL (11); de LED erboven
licht op.
2) Stel met de regelaar PFL LEVEL (4) het gewenste
volume van de hoofdtelefoon in.
6
Technische gegevens
Ingangen
Mic, mono: . . . . . . . . . . . . . 1,5 mV
Phono, stereo: . . . . . . . . . . 3 mV
Line, stereo: . . . . . . . . . . . . 150 mV
Uitgangen
Master, stereo: . . . . . . . . . . 1 V/600
Ω
Rec, stereo: . . . . . . . . . . . . 0,5 V/600
Ω
Hoofdtelefoon, stereo: . . . .
≥
8
Ω
Algemeen
Frequentiebereik: . . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,1 %
Signaal/Ruis-verhouding: . . 61 dB, niet geëvalueerd
Equalizer
Lage tonen: . . . . . . . . . . +12 dB, -26 dB/50 Hz
Middentonen: . . . . . . . . . +12 dB, -26 dB/1 kHz
Hoge tonen: . . . . . . . . . . +12 dB, -26 dB/10 kHz
Talkover: . . . . . . . . . . . . . . . -16 dB
Voedingsspanning: . . . . . . . 12 V~/1 A via meegele-
verde netadapter op
230 V~/50 Hz
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen: . . . . . . . . . . . . 280 x 266 x 105 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . 2,1 kg
Volgens de gegevens van de fabrikant.
Wijzigingen voorbehouden.
NL
B
18
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
®
INTERNATIONAL GmbH & Co. KG.
Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.
