nEDlErlanDS | 61
Tevens wordt de evt. aangesloten externe alarmmelding
geactiveerd. De installatie schakelt dan automatisch om
naar bedrijf van de tweede pomp. Nadat de motor is afge-
koeld, bevestigt u deze storingsmelding door op de toets
“Reset” te drukken. Neem contact op met onze klan-
tenservice indien de installatie daarna niet naar behoren
werkt.
•
Rode led “Storing pomp 1”
Knippersignaal
Knippert ter informatie 2 maanden voor de aanbevolen
jaarlijkse onderhoudstermijn is bereikt. Het signaal wordt
door de klantenservice bij het onderhoud bevestigd.
•
“Onderhoudsknipperen” deactiveren
De bedrijfsschakelaar Pomp 1 in de stand “Uit/Off” zetten
en vervolgens op de toets “Reset” drukken. Na loslaten
van de toets “Reset” brandt de led “Alarm” gedurende
ca. 1 seconde. Binnen deze tijd de bedrijfsschakelaar
Pomp 1 in stand “Auto” zetten. Het knipperen van de led
“Storing pomp 1” stopt.
•
“Onderhoudsknipperen” weer activeren (dit kan
alleen door de klantenservice worden gedaan!):
De onderhoudsteller in het menu van het ServCom-diag-
nosetoestel resetten. Vervolgens de bedrijfsschakelaar in
de stand “Uit/Off” zetten en op de toets “Reset” druk-
ken.
Aanwijzing voor de klantenservice:
“Onderhoudsknipperen” deactiveren is mogelijk vanaf
versie 1.0d van de besturing (zie indicatie in het menu van
het ServCom-diagnosetoestel).
“Onderhoudsknipperen” is gedeactiveerd als in de Serv-
Com achter het versienr. een “!” verschijnt;
“Onderhoudsknipperen” is geactiveerd als in de ServCom
achter het versienr. geen “!” verschijnt.
•
Rode led “Storing pomp 2”
Knippersignaal
Knippert de alarm-led, dan heeft de besturing een meer-
maals abnormaal lang werken van de pomp vastgesteld.
Neem contact op met uw klantenservice!
•
Rode weergave “Alarm”
Continu signaal
Brandt als het vloeistofpeil in het reservoir tot boven het
alarmniveau stijgt. Tegelijk klinkt het akoestische signaal,
indien ingeschakeld. Tevens wordt de evt. aangesloten
externe alarmmelding geactiveerd. De alarmmelding
wordt automatisch uitgeschakeld als de pompen het
vloeistofniveau in het reservoir weer tot onder het alarm-
niveau hebben weggepompt. Branden beide groene be-
drijfsleds tegelijk met de rode alarmindicatie zonder dat
er een storingsmelding is, dan wordt een op dat moment
zeer sterke toevoerhoeveelheid niet snel genoeg wegge-
pompt. In dat geval wacht u tot de toevoerhoeveelheid
minder wordt. De alarmmeldingen schakelen dan vanzelf
uit. Gebeurt dit niet, dan is er een storing in de installatie.
Schakel in dat geval onze klantenservice in. Brandt de
rode alarmweergave zonder dat er een storingsmelding
aanwezig is, en brandt geen of slechts een van de groene
bedrijfsleds, schakel dan onze klantenservice in. HOMA
ServCom-controller voor het programmeren en oproepen
van bedrijfsgegevens als toebehoren verkrijgbaar.
5.6. Draairichting
Bij eenfasemotoren is een controle van de draairichting
niet noodzakelijk, omdat deze altijd met de juiste draai-
richting draaien.
Bij driefasenmotoren moet de draairichting voor de inbe-
drijfstelling worden gecontroleerd. Bij toepassing van een
HOMA-schakeltoestel met draairichtingscontrolemelding
licht deze bij verkeerde draairichting op. De controle kan
plaatsvinden door de startschok te observeren. Hiertoe de
pomp verticaal, iets op de rand op de grond zetten en kort
inschakelen. Van bovenaf gezien schokt de pomp bij de
juiste draairichting iets tegen de klok in.
De pomp heeft de juiste draairichting als deze zich tegen
de klok in beweegt, omdat de motor van bovenaf gezien
met de klok mee draait. Bij reeds geïnstalleerde pompen
vindt de controle van de juiste draairichting plaats door de
opvoerhoogte en het debiet bij verschillende draairichtin-
gen te vergelijken.
De draairichting met de grootste opvoerhoogte en het
grootste debiet is de juiste draairichting.
Bij verkeerde draairichting moeten 2 fasen van de netaan-
sluiting worden omgewisseld. De pompen worden stan-
daard met CEE-netstekker geleverd.
De faseverwisseling vindt plaats door de ronde borgplaat
aan de stekkerpolen met een schroevendraaier 180° te
draaien.
De aangegeven pomp- en vermogensgegevens worden
alleen bereikt als er een rechtsdraaiend draaiveld aanwe-
zig is. De machine is niet geconfigureerd voor bedrijf op
een linksdraaiend draaiveld.
5.7. Motorbeveiliging
De minimale eis is een thermisch relais/motorbeveiliging-
schakelaar met temperatuurcompensatie, differentiaaluit-
schakeling en blokkering tegen herinschakeling volgens
VDE 0660 resp. overeenkomstige nationale voorschriften.
Worden de machines aangesloten op stroomnetten waar-
in regelmatig storingen optreden, dan adviseren wij extra
beveiligingssystemen in te bouwen (bijv. overspannings-,
onderspannings- of faseuitvalrelais, bliksembeveiliging,
etc.). Bij het aansluiten van de machine moeten de plaat-
selijke en wettelijke voorschriften worden nageleefd.
Eenfasemotor
De pompen met de aanduiding …W… zijn uitgerust met
230 V/1-fase-motoren. Deze beschikken standaard over
een schakeltoestel met motorbeveiligingschakelaar en
bedrijfscondensator. Bij toepassing van andere schakel-
toestellen moet bij de configuratie van de motorbeveili-
gingschakelaar worden gelet op de nominale stroom van
de motor.
Driefasenmotoren
Pompen met driefasenmotoren hebben standaard een
schakeltoestel met motorbeveiligingschakelaar. Bij toe-
passing van andere schakeltoestellen moet bij de configu-
ratie van de motorbeveiligingschakelaar worden gelet op
de nominale stroom van de motor (zie typeplaatje).
Summary of Contents for C250WA
Page 33: ...English 33 Notizen Notes ...
Page 65: ...Nedlerlands 65 Notizen Notes ...
Page 70: ...70 Notizen Notes ...
Page 71: ...71 Notizen Notes ...