NL
12
916.000.186_004
C** #U
6
Gebruik
6.1
Algemeen
De apparatuur van een reddingssysteem dient altijd klaar te zijn voor gebruik. Dit betekent dat controles
en inspecties direct na gebruik plaats moeten vinden, voordat de apparatuur wordt opgeborgen.
6.2
Gereedmaken voor gebruik
•
Rol de slang uit.
•
Sluit de hydraulische slang aan op het gereedschap en de pomp. Zie paragraaf 5,2.
•
Start de pomp.
Het systeem is nu gereed voor gebruik.
6.3
Na gebruik
•
Zet het gereedschap in de stand voor veilig transporteren en opslaan.
•
Zet de pomp uit.
•
Ontkoppel de hydraulische slang van het gereedschap en de pomp. Zie paragraaf 5.3.
6.3.1
Afsluiten en loskoppelen
•
Stop de pomp.
•
Ontkoppel de hydraulische slang(en) van het gereedschap en de pomp.
6.3.2
Inspectie
•
Controleer de slang op volledigheid, lekkage en beschadigingen. Gebruik de slang niet als hij
incompleet is, lekt of beschadigd is. Neem contact op met de Holmatro-dealer.
6.3.3
Reinigen en opbergen
•
Reinig de slang en eventuele accessoires voor opslag.
•
Maak de koppelingen en de stofkappen schoon. Zorg dat de stofkappen gemonteerd zijn.
•
Droog het apparaat als deze in een natte omgeving is gebruikt. Breng bij langdurige opslag een dun
laagje conserveringsolie aan op de externe stalen onderdelen.
•
Rol de slang op en zet deze met een slangbinder vast.
•
Sla de slang op een droge en goed geventileerde plaats op.
7
Storingen
7.1
Algemeen
Raadpleeg de Holmatro-dealer als de geboden oplossingen niet het gewenste resultaat opleveren of in
geval van andere problemen.
Vermeld bij storingen of reparatie altijd het type en het serienummer van de slang.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle veiligheidsvoorschriften en dat u het gebruik
van alle apparatuur beheerst van het systeem waar u mee gaat werken.
Hydraulische koppelingen nooit proberen te koppelen of ontkoppelen als de apparatuur
bediend wordt of als het systeem onder druk staat.