5
Temperatuursensoren
De Biotherm pro is met twee van elkaar onafhankelijke temperatuursensoren uitgerust. Plaats de sensoren (
,
) in
het terrarium ver genoeg van de verwarmingsbronnen vandaan. Anders zou dit tot foutieve meet- resp. regelwaarden
kunnen leiden.
2. Basisfuncties
2.1 Veiligheidsschakeling tijdens het programmeren
Door het in werking stellen van de programmeermodus worden voor de veiligheid de twee insteekpunten (
,
)
uitgeschakeld.
2.2 Terugkeerfunctie
Wanneer in de programmeermodus er 90 seconden lang geen knop wordt ingedrukt, schakelt de Biotherm pro auto-
matisch naar de bedrijfsmodus terug.
2.3 Functiebewaking van externe apparaten
De schakellijst is met LED‘s (
) uitgerust. Deze lampjes geven de actieve regeling van externe apparaten weer. De
insteekpunten kunnen binnen 24 uur telkens acht keer in- en uitgeschakeld worden. Bovendien wordt de bedrijfstoe-
stand op het display van het bedieningsdeel (
) aangegeven.
2.4 Overschrijffunctie
Bij schakeling 2 (
) kan alternatief voor de temperatuurregeling een tijdregeling worden gekozen. Reeds geprogram-
meerde temperatuurwaarden worden door de programmering van de timer gewist. De timerinstellingen worden ook
zo gewist, wanneer de temperatuur geprogrammeerd wordt.
2.5 Memoryfunctie
Tegen dataverlies bij een stroomstoring houdt de Biotherm pro de geprogrammeerde waarden voor temperatuur en
tijdeenheden vast. De tijd loopt maximaal vijf uur door, zodat bij een korte stroomonderbreking de klok niet bijgesteld
hoeft te worden.
2.6 Herkennen van breuk, kortsluiting en programmeerfouten
De temperatuursensor 1 (
) en temperatuursensor 2 (
) herkennen een kapotte sensor en kortsluiting van de
sensor, hetgeen op het display met
E1
resp.
E2
weergegeven wordt. Voor de zekerheid worden externe apparaten
in dat geval uitgeschakeld. Een programmeerfout van de instelling voor de temperatuurtijd, schakeling 1, wordt met
E3
weergegeven. Een programmeerfout van de instelling voor de temperatuurtijd, schakeling 2 (
), wordt met
E5
weergegeven.
2.7 Zelfkalibrering van de temperatuursensor
De temperatuursensor 1 (
) en de temperatuursensor 2 (
) zijn precisiemeetinstrumenten en kunnen indien nodig
zonder kalibrering gewoon worden vervangen.
2.8 Beschermingsfunctie
Ter bescherming van elektronische componenten is tussen 2 schakeltoestanden een vertraging van 60 seconden inge-
steld, voordat de betreffende steekplaats weer actief wordt.