INSTELLING VAN VEILIGHEIDS- BESTURINGSINRICHTING
31
NEDE
RLANDS
18.
ALARM CODE
Als het lampje RUN 5 keer knippert (5 seconden) en het
unitnummer en alarmcode worden getoond, noteer de alarmcode
(zie tabel hieronder) en vraag de onderhoudsleverancier te komen.
Unitnr
Alarmcode
Modelcode
Als het lampje RUN twee seconden knippert, is er een
storing in de transmissie tussen de binnenunit en de
schakelaar voor externe bediening. Mogelijke oorzaken zijn:
Externe kabel is gebroken.
Storing in contact van kabel voor externe bediening.
IC of microcomputer is defect
Neem in al deze gevallen contact op met de
onderhoudsleverancier.
Koelmiddelcyclusnummer
Aantal aangesloten units
Code
Nr.
Categorie
Aard van de afwijking
Hoofdoorzaak
01
Binnenunit
Beveiligingsinstallatie uitgeschakeld.
Storing in ventilatormotor, afvoermechanisme, PCB, Relais.
02
Buitenunit
Beveiligingsinstallatie uitgeschakeld.
Activering van PSH
03
Transmissie
Afwijking tussen binnen- (of buitenunit) en buiten-
(of binnenunit).
Onjuiste bedrading. Storing in PCB. Zekering uitgeschakeld.
Stroomvoorziening UIT
04
Fout in transmissie tussen PCBs
04
Signaal-
omvormer
Afwijking tussen Omvormer en PCB-controle
Ventilator controller transmissie fout
05
Transmissie
Afwijking in voedingskabels.
Incorrecte bedrading door omgekeerde fase.
06
Spannings-
verlies
Spanningsverlies door te lage of te hoge spanning
naar buitenunit
Spanningsverlies van Stroomvoorziening Incorrecte bedrading of
onvoldoende capaciteit van Bedrading stroomvoorziening
07
Afname van uitlaatgas-superverwarming.
Te veel koelmiddel geladen. Expansieklep Open Gesloten
08
Cyclus
Stijging temperatuur van uitlaatgas.
Onvoldoende Koelmiddel. Koelmiddellek. Verstopping of
Expansieklep Dicht Slot
09
Buitenunit
Beveiligingsinstallatie uitgeschakeld.
Storing van ventilatiemotor.
11
Thermistor voor luchttoevoer.
12
Thermistor voor luchtafvoer.
13
Thermistor voor bevriezingsbeveiliging.
14
Thermistor voor gasleidingen.
Storing in thermistor, sensor, aansluiting.
19
Sensor op
binnenunit
Beveiligingsinstallatie voor ventilatiemotor
uitgeschakeld.
Storing van ventilatiemotor
21
Hogedruksensor.
22
Thermistor voor buitenlucht.
23
Thermistor voor uitlaatgas op Comp
24
Thermistor voor verdamping.
29
Lagedruksensor.
Storing in thermistor, sensor, aansluiting.
30
Onjuiste aansluiting bedrading
Onjuiste aansluiting bedrading tussen buitenunit, CH-Unit en
binnenunit
31
Incorrecte instelling van buiten- en binnenunit.
Incorrecte instelling van capaciteitscode.
32
Afwijkende transmissie van andere binnenunit.
Storing in netvoeding, PCB in andere Binnenunit Storing andere
binnenunit van de dezelfde Koelmiddelcyclus
35
Incorrecte instelling in binnenunitnummer.
Zelfde nummer binnenunit bestaat binnen dezelfde
koelmiddelcyclus.
36
Incorrect binnenunit type
Binnenunit is niet voor R410A
38
Afwijking in beveiligingscircuit van buitenunit.
Storing in de printplaat van de binnenunit. Onjuiste bedrading.
Verbinding met PCB in binnenunit
39
Sensor op
buitenunit
Afwijking in de lopende stroom bij constante
compressor.
Overstroom, gesprongen zekering of storing in de stroomsensor.
43
Beveiliging tegen drukverlies wordt geactiveerd.
Storing in compressor, omvormer
44
Beveiliging tegen toename lage druk wordt
geactiveerd.
Overbelasting in koeling naar binnen. Hoge temperatuur van
buitenlucht in Verwarmingexpansieklep Open Gesloten
45
Beveiliging tegen toename hoge druk wordt
geactiveerd.
Overbelasting tijdens bedrijf. Te veel koelmiddel geladen.
Verstopping van Warmtewisselaar
46
Beveiliging tegen afname hoge druk wordt
geactiveerd.
Onvoldoende koelmiddel.
47
Druk
Beveiliging tegen afname lage druk wordt
geactiveerd.
Onvoldoende koelmiddel.
51
Afwijking van stroomsensor voor
signaalomvormer.
Storing van sensor op PCB omvormer
52
Beveiliging tegen overstroom wordt geactiveerd.
Overbelasting, overstroom, afsluiting naar compressor.
53
Beveiliging IPM wordt geactiveerd.
Automatische storing van IPM (Overstroom lage spanning of
oververhitting).
54
Signaal-
omvormer
Stijging temperatuur vin van signaalomvormer.
Afwijkende thermistor voor vin van signaalomvormer
Afwijkende buitenventilator
56
Afwijking in detectie positie van ventilatormotor.
Afwijkende detectie van transmissiecircuit.
57
Beveiliging van ventilator-controller wordt
geactiveerd.
Afwijkende ventilatorsnelheid.
58
Buitenventilator
Afwijking van ventilator-controller.
Overstroom, afwijkende vin voor ventilator-controller.
EE
Signaal-
omvormer
Beveiliging van de compressor
3 Tijd van Alarm beschadiging aan compressor binnen 6 uur.