8 KOElMIDDEllEIDINgEN EN hOEvEElhEID KOElMIDDEl
!
l E T O P
Zorg dat de installatie van de leidingen voor het koelmiddel overeenkomt met de EN378 norm en plaatselijke wetgeving.
8.1 lEIDINgMATERIAAl
1
Bereid de koperen leidingen (niet-meegeleverd) voor.
2
Kies de afmeting voor de leidingen met de juiste dikte en
van het juiste materiaal dat voldoende druk verdraagt.
3
Kies schone, koperen leidingen. Controleer of er geen stof
of vocht in zit. Blaas de binnenkant van de leidingen schoon
met zuurstofvrije stikstof om eventueel stof en ander vreemd
materiaal te verwijderen voordat u de leidingen op elkaar
aansluit.
?
O P M E R K I N g
•
Een systeem zonder vocht of vervuiling door olie levert optimale
prestaties en een optimale levensduur vergeleken met een slecht
voorbereid systeem. Zorg er vooral goed voor dat alle koperen
leidingen van binnen schoon en droog zijn.
•
Er bevindt zich geen koudemiddel in de cyclus van de binnenunit.
!
l E T O P
•
Alle externe leidingen moeten met de juiste maat worden gekozen om
mechanische krachten te voorkomen door de expansie, inkrimping,
vibratie of pulsering van het koelmiddel.
•
Alle leidingen moeten worden beschermd tegen de effecten van het
milieu zoals vries, corrosie, etc. Bij het gebruik van flexibele leidingen
moeten er maatregelen worden genomen tegen mechanische
schades, excessieve stress wegens wringen of overige.
•
Moer getrompte verbindingen moeten toegankelijk zijn voor
onderhoudswerken.
•
Controleer dat de leidingen van het koelmiddel in is geaard alvorens
de units aan elkaar worden verbonden en of er een vulling van
koelmiddel van eis is.
•
Plaats een kapje op het uiteinde van de leiding wanneer u de leiding
via een gat moet plaatsen.
• Leg de leidingen niet op de vloer zonder dat u een eindstop of
kleefband over de uiteinden van de leiding hebt aangebracht.
•
Als u de leidingen niet binnen een dag kunt installeren maar daar
langer voor nodig hebt, soldeert u de uiteinden van de leiding dicht en
vult u de leiding met zuurstofvrije stikstof via een Schrader-klep om
te voorkomen dat de binnenkant van de leiding vochtig of vuil wordt.
• Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH
3
bevat, omdat dit het koper
van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan gaan lekken.
Nadat de koelmiddelleidingen zijn aangesloten, dicht u de
leidingen af met isolatiemateriaal (niet meegeleverd). Zorg dat de
koppelingen en opgetrompte moeren bij de leidingaansluitingen
volledig worden geïsoleerd. Door de vloeistof- en gasleidingen
volledig te isoleren, voorkomt u condensatie op de leidingen en
een daling in de prestatie.
!
l E T O P
• Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH
3
bevat, omdat dit het koper
van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan gaan lekken.
• Zorg ervoor dat de koelgasleiding en vloeistofleiding tussen de
binnen- en buitenunit volledig zijn geïsoleerd.
•
Als deze leidingen niet zijn geïsoleerd, kan zich dauw vormen op het
leidingoppervlak.
8.2 lEIDINgEN AANSlUITEN vOOR BUITENUNIT
1
Neem de leidingklep van de unit weg. Trek vervolgens de leidingen door de achterkant en leg de leidingen overeenkomstig de
installatieruimte, zoals hier afgebeeld. Maak gaten door langs de lijn aan de achterkant van de klep te snijden of door gaten te
prikken met een schroevendraaier. Verwijder de scherpe rand met een slijper en breng isolatiemateriaal (niet-meegeleverd) aan
om de kabels en slangen te beschermen.
Leidingdeksel
Leiding
achterzijde
Afsluiter
Richting voor verwijderen van de leidingklep
Verbindingsleidingen
2
Bevestig de leidingklep om te voorkomen dat water in de unit loopt.
3
Gebruik een buitgtang voor het buigen van de aan te sluiten leidingen.
4
Controleer of de sluitventielen volledig zijn gesloten voordat u de leidingen aansluit.
5
Sluit de niet-meegeleverde koudemiddelleidingen aan op de binnen- en buitenunit. Breng een dunne laag olie aan op het
oppervlak van de opgetrompte moer en de leiding voordat u de moer vastdraait.
6
Bedien het sluitventiel overeenkomstig het volgende hoofdstuk.
KOELMIDDELLEIDINGEN EN HOEVEELHEID KOELMIDDEL
PMML0509 rev.0 - 02/2019
106