16
Opmerking
Als u de patroonschakelaar verdraait, overtuig u er dan van dat de naald zich in de
bovenste positie bevindt om verbuigen of beschadiging te voorkomen.
Als u het patroon selecteert zet de knop dan op de juiste positie anders beschadigt de
naald of u naait een verkeerd patroon.
Instellen van de draadspanning
Voor een juist resultaat dienen de bovenste en de onderste draad gelijk te staan. Met de
draadspannings schakelaar (nr. 3) kan de bovenste draad van links naar rechts worden
gesteld. Draai aan deze schakelaar totdat de 2 draden gelijk achter elkaar staan.
Problemen oplossen
Problemen
oplossen
Oorzaak
Oplossing
Bovenste
draad
breekt
• De bovenste draad is
niet goed aangebracht.
• De draad spanning is te
groot.
• De draad is te dik voor
de naald.
• De naald is niet correct
geplaatst.
• De draad is om de spoel
gedraaid
• De naald is beschadigd.
• Voer de bovendraad opnieuw in.
• Verminder de spanning van de
draad (verlaag het getal).
• Gebruik een dikkere naald.
• Verwijder en plaats denaald
opnieuw (platte kant achter).
• Verwijder de spoel en wind hem
opnieuw op.
• Vervang de naald.
De on-
derdraad
breekt.
• De onderdraad is niet
goed gepositioneerd.
• De bovenste draad
spanning is te laag.
• Controleer de onderdraad nau-
wkeurig.
• Pas de bovenste draad spanning
aan.
Overgesla-
gen steken
• De naald is niet correct
geplaatst.
• De naald is beschadigd.
• De maat van de naald is
onjuist.
• De voet is niet goed
geplaatst.
• Verwijder en plaatsde naald
opnieuw
(platte kant naar achteren).
• Plaats een nieuwe naald.
• Kies een goede naald voor het
garen en de stof.
• Controleren en goed plaatsen.
Naald
breekt
• De naald is beschadigd
• De naald is niet correct
geplaatst.
• Verkeerde naald voor
deze stof gebruikt.
• Plaats een nieuwe naald.
• Plaats de naald op de juiste manier
(platte zijde naar achteren).
• Kies de juiste naald voor deze stof.
Controleren en goed monteren.