15
Opwinden van de spoel
Figuur 1
• Plaats een klosje garen op de spoelhouder (nr.1).
• Geleid de draad via de draadgeleider (nr. 2) naar een lege spoel.
• Plaats de losse spoelwinder (nr. 18) op de machine.
• Wind de draad enkele keren met de klok mee om de lege spoel en plaats deze op
de spoelwinder( nr.18)
Figuur 2
• Draai enkele malen aan het handwiel (nr. 11) en voel of de draad strak staat.
• Druk op het voetpedaal (nr.16) totdat de spoel vol is. Verwijder de spoel door de
draad door te snijden.
Achteruit naaien
• Stop de machine, aan het eind van een naad moet u de knop voor achteruit
naaien (nr. 10) indrukken.
• Houd deze knop ingedrukt en naai een paar steken achteruit om de naad vast te
zetten.
• De achteruit naad mag niet langer zijn dan 5 cm.
Verwijderen van uw werk.
• Draai het handwiel (nr. 11) naar u toe en breng de draadhendel in de hoogste positie.
• Breng de drukvoet (nr. 8) omhoog en verwijder uw werk naar achteren. Snijd de
draden door met de draadsnijder (nr. 6) aan de zijkant van de machine.
Rechte steek en andere steken
• Er zijn drie verschillende rechte steken.
• Selecteer met de patroonschakelaar (nr. 4) de steek die u wenst.
• Zet de naald in de hoogste positie door het handwiel tegen de klok in te draaien.
• Trek voorzichtig beide draden (±10 cm) naar achteren.
• Zet de drukvoet (nr. 8) omhoog en breng uw naaiwerk onder de drukvoet en breng
deze weer naar beneden.
• Druk voorzichtig op het voetpedaal (nr. 16) en begin te naaien.
• Begeleid het naaiwerk met de hand.
• Stop met de naald in de bovenste positie waardoor de draad eenvoudig kan
worden uitgetrokken.
• Zet de drukvoet omhoog en verwijder uw naaiwerk.
• Dit geldt voor alle door u gewenste patronen.