
Aanwijzingen stap voor stap
Sluit een met de diameter van de pompuitgang
overeenkomstige waterslang aan (zie Montage en de
eerste inbedrijfstelling).
Bevestig een touw of ketting of iets dergelijks aan de
greep van de pomp om deze op een juiste plaats te
brengen.
Plaats, resp. leg de pomp „schuin“
(afb. D)
in de te
verpompen vloeistof neer. Let er op dat de
drijverschakelaar in de werkpositie staat.
Sluit de pomp aan het stroomnet aan.
Na beëindiging van de werkzaamheden met helder water
doorspoelen.
Instellingen van de drijverschakelaar (afb. B + C)
Het in-, resp. uitschakelmoment van de pomp kan door
verschillende instellingen van de drijverschakelaar geregeld
worden. In
afb. B
is de drijverkabel zonder fixatiewijziging
met volle schakelradius te zien. Cijfer 1 is daarbij de “aan”
positie, cijfer 0 de “uit” positie.
Door een overeenkomstige fixatie van de drijverkabel aan
de greep van de pomp kan de schakelradius bij beperkte
plaatsomstandigheden of bij overeenkomstige
niveauregeling verkleind worden. Cijfer 1 in
afb. C
is ook
hier de “aan” positie, cijfer 0 de “uit” positie.
Storingen – Oorzaken - Oplossingen
Probleem: Motor
start
niet
Oorzaak:
1. Netspanning
ontbreekt
2. Pompwiel
geblokkeerd
3.
Drijverschakelaar in “uit” positie
Maatregel:
1. Spanning
controleren
2.
Pompwiel op vreemde voorwerpen
controleren
3. Waterstand
controleren
(afb. B/C)
Probleem:
Pomp zuigt niet aan
Oorzaak:
1.
Pomphuis zonder water
2.
Waterstand te laag
3.
Pompwiel verstopt
Maatregel:
1.
Luchtbellen laten ontsnappen
(afb. D)
2. Pomp
uitschakelen,
waterstand
moet stijgen
3. Verstopping
verwijderen
Probleem: Opvoerhoeveelheid
van
water
is
onvoldoende
Oorzaak:
1.
Zuigkorf vervuild
2.
Waterspiegel daalt te snel
3. Maximale
opvoerhoogte
overschreden
4.
Knik in de pompleiding
Maatregel:
1.
Zuigkorf reinigen
2.
Voor voldoende navloeiing zorgen
3.
Lengte van de pompweg controleren
4.
Controle van de pompleiding
Probleem:
Thermoschakelaar schakelt de pomp
uit
Oorzaak:
1.
Zuigkorf vervuild
2.
Watertemperatuur te hoog
3.
Pomp draait constant tegen de
maximale druk aan
Maatregel:
1.
Zuigkorf reinigen en pomp laten
afkoelen
2. Watertemperatuur
verlagen
3.
Vaker een pauze inlassen
Inspectie en onderhoud
Met uitzondering van de hierna beschreven gevallen moet de
pomp bij reparatiebehoefte naar de klantendienst gebracht
worden. Zand en schurende substanties veroorzaken een
voortijdige slijtage en vermindering van het pompvermogen.
Werkzaamheden aan de elektrische onderdelen van de pomp
mogen uitsluitend slechts door de klantendienst uitgevoerd
worden (dit geldt ook voor de elektrische kabel en de drijver).
De vuilwaterdompelpompen behoeven praktisch geen
onderhoud. De lagers zijn zelfsmerend. Af en toe een
reiniging van de filterbasis uitvoeren, verdere
onderhoudswerkzaamheden zijn niet nodig. Slechts originele
onderdelen mogen gebruikt worden.
Om een lange levensduur van de pompafdichtingen
te garanderen adviseren wij de pomp regelmatig met
schoon water te spoelen.
Veiligheidsinstructies voor inspectie en onderhoud
Voordat willekeurige onderhoudswerkzaamheden aan de
pomp worden uitgevoerd, moet altijd de elektrische
aansluiting onderbroken worden (de stekker uit het
stopcontact nemen) en zich overtuigen dat de pomp niet in
bedrijf komt. Enkel een regelmatig onderhouden en een goed
verzorgd apparaat kan een tot tevredenheid werkend
hulpmiddel zijn. Onderhouds- en verzorgingsfouten kunnen
tot onvoorziene ongevallen en letsels leiden.
Inspectie- en onderhoudsschema
Tijdsinterval
Beschrijving
Eventuele overige
details
Naar behoefte Reinigen en spoelen
26
Summary of Contents for 94633
Page 2: ...D F E A 1 7 5 2 6 4 3 B C 1 0 1 0 2...
Page 48: ...FI H07RNF DIN 57282 DIN 57245 35 C H07RNF DIN 57282 DIN 57245 F 10 H07RNF 10 48...
Page 57: ......
Page 58: ......
Page 59: ......