•
Indien de kabel tijdens het gebruik beschadigd
wordt, koppel deze dan onmiddellijk van het net
af.
DE KABEL NIET AANRAKEN VOORDAT
DEZE AFGEKOPPELD IS.
•
Wanneer de aansluitkabel wordt beschadigd,
dient deze door de producent of een
vertegenwoordiger van de klantendienst
vervangen te worden om bedreigingen te
voorkomen.
•
Het apparaat mag enkel via een inrichting voor
foutstroom (RCD) met een afschakelstroom van
max. 30 mA gevoed worden.
•
De te maaien vlakte altijd vrij maken van kabels
en andere voorwerpen.
•
Als het apparaat wegens transport opgetild moet
worden, dient de motor uitgeschakeld te worden
en moet men wachten op de stilstand van het
apparaat. Voordat het apparaat wordt verlaten
moet de motor uitgeschakeld en de netstekker
uitgenomen worden.
•
Controleer, voordat het apparaat aan het
stroomnet wordt aangesloten, dat geen van de
draaiende elementen is beschadigd en de
draadrol correct is geplaatst en bevestigd.
•
Tijdens het gebruik mag in geen geval tegen
harde voorwerpen gemaaid worden – slechts op
deze wijze word letsel van de bedienende
persoon en schade aan het apparaat vermeden.
•
Voor de instandhouding enkel originele
onderdelen gebruiken.
•
Reparaties mogen enkel door een vakman
uitgevoerd worden.
•
Voor ingebruikneming van het apparaat en na
een willekeurige botsing moet op beschadiging
of slijtage gecontroleerd worden; laat
noodzakelijke reparaties uitvoeren.
•
Houd altijd de handen en voeten op afstand van
het maaionderdeel, voordat de motor wordt
uitgeschakeld.
•
Houd het apparaat, na het uittrekken van een
nieuwe draad, altijd in de normale werkpositie
voordat het apparaat opnieuw wordt
ingeschakeld.
•
Gebruik nooit reserveonderdelen en
accessoireonderdelen die niet door de producent
zijn bedoeld of aanbevolen.
•
Neem de netstekker uit voor controles,
reinigingen of werkzaamheden aan het apparaat
en als het apparaat niet in gebruik is.
•
Gebruik het apparaat enkel bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting.
Let op: Na het uitschakelen draait
de nylondraad noch enige seconden door!
Voor de accessoireonderdelen gelden dezelfde
voorschriften.
Overige gevaren en beschermingsmaatregelen
Elektrische gevaren
Bedreiging
Beschrijving
Beschermingsmaatregel(en
)
Direct
elektrisch
contact
Stroomsschok
Foutstroomschakelaar FI
Indirect
elektrisch
contact
Stroomsschok
door medium
Foutstroomschakelaar FI
Mechanische gevaren
Bedreiging
Beschrijving
Beschermingsmaatregelen
Snijden,
afsnijden
De draad en
het mesblad
Let er op dat zich in de
omgeving geen andere
kunnen zware
snijletsels
veroorzaken.
personen of dieren
ophouden.
Grijpen,
opwikkelen
Draden en
snoeren
kunnen door
het mesblad,
resp. de
draadspoel
gegrepen
worden en
kunnen het
apparaat
beschadigen
evenals ook
letsels
veroorzaken.
De te bewerken vlakte voor
het begin van de
werkzaamheden op vreemde
voorwerpen controleren en
deze verwijderen.
Stoten
Bij dikkere
houtstukken
kan het
mesblad sterk
terugstoten.
Vermijd dikkere houtstukken
met het apparaat te
verwerken.
Bedreigingen door lawaai
Bedreiging
Beschrijving
Beschermingsmaatregelen
Gehoorbe-
schadigingen
Lange tijd
achtereen met
de grastrimmer
werken kan tot
gehoorbeschad
igingen leiden.
Principieel gehoorbeschermer
dragen.
Overige bedreigingen
Bedreiging
Beschrijving
Beschermingsmaatregelen
Uitgeworpen
voorwerpen
of vloeistoffen
Weggeslingerd
e stenen en
houtstukken
kunnen
personen en
dieren
verwonden.
Let er op dat zich in de
omgeving geen andere
personen of dieren ophouden
en draag passende
beschermende kleding
evenals gehoor- en
gezichtsbeschermer.
Uitglijden,
struikelen of
vallen van
personen
In
onbegaanbare
terreinen kan
het door
struikelen tot
schade komen.
Let altijd op veilige
standpositie en
antislipschoenen.
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen aangegeven die op
het apparaat, resp. op de verpakking, te vinden zijn. Een
beschrijving van de afzonderlijke betekenissen is in het hoofdstuk
“Aanduidingen op het apparaat” te vinden.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, voor het gebruik van het apparaat, de
gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig verkooppersoneel
is er geen speciale kwalificatie voor het gebruik van het apparaat
nodig.
Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt worden van 16
jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige personen bij een
beroepsopleiding ter verkrijging van vaardigheid en indien dit onder
toezicht van een opleider plaats vindt.