33
NL BE
slechte weersomstandigheden, in een
vochtige omgeving of op een nat ga-
zon. Werk uitsluitend bij daglicht of bij
een goede verlichting.
• Werk niet met het apparaat als u moe
of ongeconcentreerd bent of na het
innemen van alcohol of tabletten. Las
altijd tijdig een werkpauze in. Ga met
verstand aan het werk.
• Let bij het werken op een veilige stand,
in het bijzonder op hellingen. Werk
altijd dwars op de helling, nooit op- of
neerwaarts. Wees uiterst voorzichtig
wanneer u de rijdrichting op de helling
wijzigt. Werk niet op overdreven steile
hellingen.
• Bedien het apparaat slechts stapvoets.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u het
apparaat omkeert, het naar u toe trekt
of achteruit stapt.
• Schakel het apparaat voorzichtig in
overeenstemming met de in deze
handleiding vermelde instructies in. Let
op voldoende afstand tot de voeten tot
roterende messen.
• Kantel het apparaat niet bij het star-
ten, behalve als dit bij het starten op
hoog gras noodzakelijk is. In dit geval
kantelt u het apparaat door zodanig
op de hoofdligger van de handgreep
te duwen, dat de voorwielen van het
apparaat gemakkelijk opgetild worden.
Controleer altijd dat beide handen zich
in de werkstand bevinden voordat het
apparaat weer op de grond neergezet
wordt.
• Werk nooit zonder grasvangzak of
stootbescherming. Houd u altijd op een
veilige afstand tot de uitwerpopening.
• Start de motor niet wanneer u vóór de
uitwerpschacht staat.
Opgelet: gevaar! Mes loopt na.
Er bestaat gevaar voor verwondin-
gen.
• Het apparaat mag niet opgetild of ge-
transporteerd worden zolang de motor
draait. Schakel het apparaat uit als het
voor het transport gekanteld moet wor-
den als andere oppervlakten dan ga-
zons overgestoken moeten worden en
wanneer het apparaat naar en weg van
de te maaien oppervlakten gebracht
wordt.
• Houd de grasuitwerpopening steeds
netjes en vrij. Verwijder snoeiafval enkel
bij stilstand van het apparaat.
• Laat het apparaat nooit zonder toezicht
op het werkterrein achter.
• Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van
de fabrikant omgebouwd apparaat.
Gebruik het apparaat nooit met be-
schadigde beschermingsinrichtingen,
afschermingen of ontbrekende veilig-
heidsmechanismen, zoals richtingwijzi-
gende of grasvanginrichtingen.
• Overbelast uw apparaat niet. Werk uit-
sluitend in het aangegeven vermogens-
gebied en wijzig de regelaarinstellingen
aan de motor niet. Gebruik geen ma-
chines meteen laag prestatievermogen
voor zware werken. Gebruik uw appa-
raat niet voor doeleinden, waarvoor het
niet bestemd is.
• Gebruik het apparaat niet in de nabij-
heid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen. Bij veronachtzaming bestaat er
brand- of explosiegevaar.
• Nooit het apparaat optillen of wegdra-
gen wanneer de motor draait.
• Schakel het apparaat uit, trek de
netstekker af en vergewis u dat alle be-
weegbare onderdelen stilstaan:
- altijd, wanneer u de machine verlaat,
- voordat u de uitwerpopening reinigt
of blokkeringen verhelpt,
- wanneer het apparaat niet gebruikt
wordt,
Summary of Contents for ERM 1435 G
Page 2: ...2 1 2 3 4 5 6 8 7 9 5 5 3 3 3 10 11 13 14 15 16 17 18 12...
Page 3: ...3 3 1 2 2 2 20 21 19 19 6 22 23 23 20 20...
Page 4: ...4 2 1 6 17 18 16 14 26 25 4 24...
Page 119: ...119 BG 16 dB LWA LWA dB II...
Page 120: ...120 BG...
Page 121: ...121 BG...
Page 122: ...122 BG FI 30 mA H05RN F 75 m 2 5 mm2...
Page 123: ...123 BG 6 2 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2 11 12 13 14 15 16 17 18 14 3 3...
Page 124: ...124 BG 5 5 3 1 2 3 2 2 12 15 19 6 20 19 21 22 20 20 23 1 4 2 6 24 3 4 6 4 6 4...
Page 126: ...126 BG 1 2 25 26...
Page 128: ...128 BG 24...
Page 129: ...129 BG 18 17 25 25 25 26 26 25...
Page 148: ......