- 5 -
Akoestische glasbreukdetector
Installatiehandleiding
T
OEPASSING
De GS930 is een akoestische glasbreukdetector voor detectie van
glasbreuk in vensters in de buitenmuren van een gebouw. De detector
signaleert glasbreuk op veilige en betrouwbare wijze, zowel bij grote als
kleine ruiten en zowel bij enkel- als dubbelglas.
I
NSTALLATIE
VAN
DE
DETECTOR
(
FIG
. 1
TOT
7)
Kies een bevestigingslocatie voor de detector op een muur of plafond
naast of tegenover het venster dat wordt bewaakt.
•
Alleen voor installatie binnenshuis.
•
Niet blootstellen aan directe luchtstromen.
•
Er mogen zich geen obstructies bevinden tussen de detector en de te
bewaken vensters.
•
Monteren op een afstand van niet meer dan 8,5 m en niet minder dan
1,0 m vanaf het glas.
•
Monteren op een afstand van minstens 0,15 m van een aangrenzende
wand of plafond en minstens 1,80 m van de vloer.
•
De detector kan tijdelijk worden bevestigd om een functionele test uit te
voeren.
•
Definitieve bevestiging dient plaats te vinden op een stabiel en trilvrij
oppervlak.
•
Let er bij het sluiten van de kap op dat de veer van het sabotagecontact
is aangebracht in de uitsparing in de kap.
"
In VDS-gekeurde systemen moet de kap van de detector worden
vergrendeld met een extra schroef (meegeleverd met de detector)
(Fig. 8).
S
PECIALE
OPMERKINGEN
•
Bevestig de detector niet op dezelfde wand waar het te bewaken venster
zich bevindt.
•
Indien het glas aan de binnenzijde wordt afgedekt door lamellen, luxaflex
of geluidswerende gordijnen, of indien de detector schuil gaat achter
tentoongestelde voorwerpen, moet u controleren of de detector goed
werkt alvorens u deze permanent bevestigt (zie
Functionele test tijdens
installatie).
•
Gebruik niet slechts één detector voor het bewaken van vensters in
verschillende ruimtes, zelfs niet als de bereiktest aangeeft dat de
detector goed functioneert. Dit is een voorzorgsmaatregel voor het geval
later deuren of andere afscheidingen tussen de verschillende ruimtes
worden geplaatst.
•
Niet gebruiken in zones met 24-uursbewaking.
P
ROGRAMMEREN
(
FIG
. 6)
Spanning / status LED (groen)
Jumper J3
Uit
open
Aan
gesloten
Als u jumper J3 plaatst , blijft de groene LED branden zolang de detector
spanning ontvangt. De groene LED dooft gedurende een seconde als er
een luid geluid klinkt in het hoge frequentiebereik. Dit duidt op een
voorsignalering. Er wordt echter geen alarm geactiveerd tenzij de andere
geluidskenmerken die worden gevraagd door de 3 x 3 technologie
eveneens aanwezig zijn.
Alarm-LED (rood)
Jumper J4
RESET-ingang
Knippert gedurende 2,5 sec
open
open
Vergrendeld na alarm
gesloten
open
Volgt alarmrelais
gesloten
permanent LAAG
RESET
gesloten
met LAAG
Op het moment dat een alarmsituatie optreedt, knippert de rode alarm-
LED gedurende 2,5 seconde. Als de LED is vergrendeld, signaleert de
LED een nieuwe alarmsituatie door 2,5 seconde te knipperen en zich
vervolgens opnieuw te vergrendelen. De vergrendelde LED kan worden
gereset door een LAAG signaal te sturen naar de RESET-ingang of door
testknop SW2 driemaal in te drukken.
NL
F
UNCTIONELE
TEST
TIJDENS
INSTALLATIE
(F
IG
. 5
EN
9)
Test van hoge frequentiebereik:
•
Open de kap van de detector.
•
Schakel de spanning in en druk de testknop (SW2) eenmaal in. De
rode en groene LED beginnen snel afwisselend te knipperen. De detector
is nu gereed voor het testen van het hoge frequentiebereik.
•
Breng de kap van de detector weer aan.
•
Houd de tester in de buurt van het bewaakte glazen oppervlak en richt
de luidspreker op de detector vanaf het verst afgelegen gedeelte van
het glas. Als er gesloten gordijnen zijn, houdt u de tester achter de
gordijnen.
•
Zet de testschakelaar in de stand TEST. Elke tien seconden klinkt het
nagebootste geluid van brekend glas. Als het glas zich binnen het bereik
bevindt, wordt de knipperende LED gedurende 2,5 seconde vergrendeld.
Tegelijkertijd wordt het alarmrelais geopend zodat de toepasselijke
ingang op de alarmcentrale wordt getriggerd
Test van lage frequentiebereik:
•
U kunt tijdens de test van het hoge frequentiebereik overschakelen
naar deze stand door de testknop (SW2) nogmaals in te drukken. De
LED’s knipperen nu afwisselend op een lagere snelheid.
•
De knipperende LED’s worden nu gedurende 2,5 seconden vergrendeld
bij een stevige klap van een hand of ander stevig object tegen een holle
wand, plafond of deur. Tegelijkertijd wordt het alarmrelais geopend.
BELANGRIJK
: Deze test is geen bereiktest.
De detector blijft vijf minuten in de teststand en wordt vervolgens automatisch
teruggeschakeld naar normaal bedrijf. U kunt de teststand handmatig
beëindigen door de testknop in te drukken totdat de LED’s niet meer
knipperen.
F
UNCTIONELE
TEST
TIJDENS
NORMAAL
BEDRIJF
•
De detector moet normaal in bedrijf zijn, met aangebrachte kap.
•
Houd de GT-2 tester tegen het te bewaken venster en richt de
luidspreker op de detector. Zet de selectieschakelaar op RUN.
•
Sla met de vlakke hand tegen de bewaakte ruit. Het apparaat produceert
automatisch een luid nagebootst geluid van brekend glas.
•
Als de detector juist is geïnstalleerd, wordt hierdoor een alarm
geactiveerd.
S
PECIFICATIES
Ingangsspanning
9 tot 15 V DC
- Max rimpelspanning
2 Vpp
- Spanningsbewaking
6,4 V ± 0,4 V
Stroomverbruik:
- Standby, geen status-LED’s
12 mA
- Standby, met status-LED
14 mA
- Alarm, met alarm-LED geen status-LED
9 mA
- Alarm, met vergrendelde alarm-LED en status-LED
15 mA
Alarmuitgang:
- Halfgeleider relais
opent bij alarm
- Belasting contact
100 VDC / 120 mA
- Serieweerstand
35 ohm
Sabotagecontact
100 VDC / 500 mA
Gevoeligheid
automatisch aangepast
Max. bereik
8,5 m radius
Oppervlakte van het te bewaken oppervlak min 0,3 x 0,3 m, max 6 x 6 m
Inhoud van de te bewaken ruimte
min 22 m³, max 245 m³
Aanbevolen glasdikte:
- Vlakglas
3 tot 6 mm
- Gehard glas
3 tot 6 mm
- Draadglas
6 tot 8 mm
- Gelaagd glas
6 tot 8 mm
Omgevingsklasse II
-10 °C tot +55 °C