64
Pagina 9
Bovenste afbeelding:
Plaats de motor in overeenstemming met de schets in het chassis en maak de motordrager met vier schroeven M3x6 aan
het chassis vast.
Om de tandflankspeling in te stellen, schuift u een smal strookje papier tussen het motorrondsel en het transmissietandwiel
en drukt u vervolgens de motor in de richting van de transmissie. Indien nodig draait u daarbij het transmissietandwiel incl.
motorritsel met de hand heen en weer tot de tandwielen vast in elkaar grijpen.
Verwijder aansluitend de papierstrook en de vier schroeven M3x6 en hef de motor met de drager uit de mechaniek. Let
daarbij op dat de motor niet op de drager schuift. Nu kunnen de twee motorbevestigingsschroeven vast worden aangespannen
en de motordrager opnieuw in de mechaniek worden geplaatst. Gebruik bij elke schroefverbinding borglak.
Bij een correcte instelling grijpen beide tandwielen vast in elkaar zonder daarbij vast te klemmen of teveel speling te
vertonen. De afstand van de tandwielen moet idealiter 0,1 mm bedragen.
De aansluitleidingen van de motor worden aan de buitenzijde van het chassis naar onder tot de toerentalteller gevoerd en
daar aangesloten.
Onderste afbeelding:
Plaats het rotorassen-transmissietandwiel samen met de afstandsschijf W8x11x2 in de mechaniek en schuif de licht geöliede
rotoras van bovenaf door de beide rotorassen-kogellagers. De boring met de kleine afstand tot het asuiteinde moet daarbij
naar beneden naar de transmissietandwiel wijzen.
Nadat u met de schroef M3x16 de rotoras met het transmissietandwiel hebt verbonden, schuift u de klemschroef van
bovenaf op de rotoras. Maak de stelring met twee stifttappen M3x3 vast die daarbij de voorbereide moer in de rotoras
grijpen. Bij een correcte montage moet de rotoras licht kunnen worden gedraaid en mag er geen verticale speling in de
mechaniek aanwezig zijn.
Pagina 10
Bovenste afbeelding:
De tekening toont de schematische inbouw van de voorste beide tuimelschijfservo’s. Gebruik uitsluitend hoogwaardige
servo’s met afmetingen 35 x 15 x 30 mm. Let bij de montage op de verschillende schroevenafmetingen en gebruik borglak.
Tip uit de praktijk:
Breng de servo’s nog voor de montage met behulp van de afstandsbediening precies op de middelste plaats.
Aansluitend worden de servohendels telkens in een hoek van 90° t.o.v. de behuizing gemonteerd. Later bij het
plaatsen van de tuimelschijfaansturing moeten de servohendels in de ingebouwde toestand niet meer worden
verplaatst.
Onderste afbeelding:
De onderste afbeelding toont de inbouw van de achterste tuimelschijvenservo’s (linker tekening) en de inbouw van de
staartservo (rechter tekening).
Pagina 11
Bovenste afbeelding:
Schuif eerst de tuimelschijf en vervolgens de voorgemonteerde rotorkop in overeenstemming met de afbeelding op de
rotoras. De rotorkop-bevestigingsschroef M3x16 moet door de onderste van beide boringen in de rotoras worden gevoerd.
De voorgemonteerde rotorkop werd af fabriek van demperrubbers voorzien die over een hardheidsgraad van 75
beschikken. Demperrubbers met een hardheidsgraad van 95 kunnen onder GAUI-nummer 213220 optioneel
worden aangekocht.
Onderste afbeelding:
De tekening toont de schematische opstelling van de beide tuimelschijfmeenemers.