30
Programma 3 “12V” (14.4V/3.8A)
Voor het opladen van 12V-batterijen met een capaciteit tussen 14 Ah-120 Ah.
Druk op de programmakeuzetoets 10 om programma 3 te selecteren. Het symbool
wordt op het LCD-scherm
weergegeven. Tijdens het laden knippert het laadscherm 7 en toont de voortgang van de laadprocedure (1-4 balken).
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, toont het conditiedisplay 8 4 balken. Het knipperen stopt en de lader
schakelt automatisch over naar de druppel lading.
Programma 4 “12V”(14.7V/3.8A)
Voor het opladen van 12V-batterijen met een capaciteit tussen 14Ah-120Ah onder koude omstandigheden of voor het
opladen van AGM-batterijen.
Druk op de programmakeuzetoets 10 om programma 4 te selecteren.
OPMERKING:
Dit programma kan met een minuut vertraging beginnen. Het symbool
wordt weergegeven op het
LCD-scherm. Tijdens het laden knippert het laadscherm 7 en toont de voortgang van de laadprocedure (1-4 balken).
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, toont het conditiedisplay 8 4 balken. Het knipperen stopt en de lader
schakelt automatisch over naar de druppel lading.
Druppel lading
Zoals beschreven onder het programma, heeft deze lader de automatische druppel lading. Afhankelijk van de
spanningsdaling van de batterij, veroorzaakt door zelfontlading, reageert het apparaat met verschillende laadstromen.
De batterij kan langere tijd verbonden blijven met de lader.
Laderbeschermingsfunctie
De lader schakelt de elektronica uit en schakelt het systeem onmiddellijk naar de basisinstelling, zodra zich een
abnormale situatie voordoet. Zoals: kortsluiting, kritieke spanningsdaling tijdens het opladen, gebroken circuit of
omgekeerde verbinding van de klemmen gedetecteerd.
Als de lader tijdens het opladen te heet wordt, wordt de uitgangsstroom automatisch verlaagd. Dit beschermt het
apparaat tegen beschadiging.
ONDERHOUD EN ZORG
Voordat u werkzaamheden aan de acculader uitvoert, moet u de A/C-stekker altijd uit het stopcontact trekken. De
lader is onderhoudsvrij. Zorg ervoor dat alle componenten van de batterijlader op hun plaats zitten en in goede staat
zijn. Gebruik in geen geval oplosmiddelen of andere agressieve schoonmaakmiddelen. Reinig de plastic oppervlakken
van het apparaat met een droge doek. Onderhoud vereist geen opening van het apparaat, omdat er geen door de
gebruiker te onderhouden onderdelen zijn.
Berg de acculader rechtop op. Bewaar binnen, op een koele, droge plaats.
Als de acculader in de winkel wordt verplaatst of naar een andere locatie wordt vervoerd, moet u voorkomen dat er
schade aan de componenten van de acculader te ontstaan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of
schade aan eigendommen. Alle andere onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.