![Formula Air E-PURE ASPRA P10000 Manual Download Page 56](http://html1.mh-extra.com/html/formula-air/e-pure-aspra-p10000/e-pure-aspra-p10000_manual_2320246056.webp)
NEDERLANDS
Handleiding | Filter E-PURE ASPRA P10000
www.formula-air.com
56
57
5.11 Luchtstromingsbewaking (optioneel)
De E-PURE ASPRA P10000-4C kan optioneel worden uitgerust met een flowsensor
voor luchtstromingsbewaking. De flowsensor wordt in een opzetbuis geplaatst
bovenop de P10000-4C en meet de luchtsnelheid opgewekt door de ventilator.
Zoals in hoofdstuk 3 al gezegd is zal, naarmate collectoren verzadigen met stof, de
hoeveelheid lucht die door de P10000-4C stroomt afnemen. Dit leidt automatisch
ook tot een lagere luchtsnelheid. Na verloop van tijd zal dus de bij een gegeven
fansnelheid gegenereerde luchtsnelheid lager zijn.
Om de luchtstroming en dus de prestaties van het P10000-4C systeem te bewaken,
moet eerst de luchtsnelheid met nieuwe, verse collectoren gemeten worden. Bij
het eerste opstarten na installatie van een nieuwe P10000-4C zal het P10000-
4C systeem automatisch de aanwezigheid van een dergelijke sensor herkennen.
Het zal dan vervolgens na het opwarmen van de sensor een 1e referentiemeting
verrichten. Dit is de luchtsnelheid met nieuwe, verse collectoren. Vervolgens wordt
nu periodiek opnieuw de luchtsnelheid gemeten, en vergeleken met de opgeslagen
referentiemeting. Als de luchtstroom nu minder dan een bepaald percentage (normaal
75%) van deze referentie bedraagt, zijn de collectoren te veel vervuild. Op dat moment
geeft het systeem een “LOW FLOW” waarschuwing af.
Om de invloed van de ventilatorsnelheid uit te sluiten, wordt altijd op 100 % van
de ventilatorstand gemeten. Als het systeem op 100 % staat ingesteld gebeurt het
meten van de luchtsnelheid continu. Als het systeem op een lagere stand ingesteld
staat, gebeurd het meten van de luchtsnelheid in ieder geval na iedere borstel/
reinigingsroutine, hiervoor zal het systeem na de reinigingsroutine kortstondig optoeren
naar 100 %. Ook als het systeem uitgeschakeld is geweest zal het eerst kortstondig
naar 100 % optoeren om de luchtsnelheid te meten.
Als het systeem een “LOW FLOW” melding geeft:
•
Laat het systeem handmatig een reinigingscyclus verrichten.
•
Er kan eerst getracht worden de hoeveelheid stof op het oppervlak van
collectoren en (optioneel aanwezige) voorfilters te verminderen:
•
Schakel het systeem uit
•
Open de filterhouders, neem de collectoren uit en reinig de collectoren aan
de binnenkant met een industriële stofzuiger. Voor het correct hanteren
van gebruikte collectoren, raadpleeg toepasselijke gezondheid en
veiligheidstandaarden of neem contact op met een industriële hygiënist.
Teneinde het risico van ziekte of verwonding te voorkomen, gebruik altijd
geschikte luchtwegbescherming en beschermende kleding wanneer u
gebruikte collectoren hanteert.
•
Mochten de optionele reinigbare voorfilters toegepast zijn, kunnen deze
ook met een industriële stofzuiger schoongezogen worden.
•
Plaats de collectoren en eventuele voorfilters terug en sluit de filterhouders
•
Als het systeem vervolgens opnieuw opgestart wordt, zal het gelijk een nieuwe
meting verrichten (dit kan enige minuten duren), de LOW FLOW melding blijft
gedurende deze meting nog actief. Als het systeem na 10 minuten nog steeds
een LOW FLOW melding geeft, moeten de collectoren vervangen worden.
•
Vervang de collectoren als het systeem na bovenstaande handelingen nog
steeds een LOW FLOW melding geeft.
•
Een nieuwe referentiemeting moet geïnitieerd worden na het plaatsen van
nieuwe filters, door vijfmaal achterelkaar kort op de borstelknop te drukken
(vergelijkbaar met hoe de filtertimer gereset wordt, maar met iets afwijkende
meldingen in het display, zie tabel 5.1). Het systeem zal dan een nieuwe
referentiepunt voor de luchtsnelheid bepalen.
5. Gebruik