NL
53
gebruik geen normale batterijen van 1,5 V type aa. Bij gebruik van normale batterijen kan
de ontvangeenheid kapotgaan als de netvoedingsstekker
13
wordt aangesloten.
Maak de draagriem
15
iets los en klap de twee deksels van de batterijhouders
20
open.
Plaats de 6 accubatterijen
16
in de twee batterijhouders. Let bij het plaatsen op de batterijpolen.
Sluit de batterijhouders. De deksels klikken hoorbaar vast.
•
Accubatterijen opladen
Verbind de plug van de netvoedingsstekker
14
met de oplaadaansluiting
23
en sluit vervolgens
de stekker van de netvoeding aan op een geschikt stopcontact. U kunt de netvoedingsstekker
aansluiten op een stopcontact van 100-240 V / 50-60 Hz.
•
Signalen tijdens het opladen
Naast de oplaadaansluiting bevindt zich een controlelampje voor de oplaadtoestand (24).
Tijdens het opladen brandt het controlelampje voor de oplaadtoestand rood. Als het opladen is
afgerond, brandt het controlelampje voor de oplaadtoestand groen.
Vervolg
•
Laadduur accubatterijen
De accubatterijen
16
zijn bij levering gedeeltelijk opgeladen. Wij raden u echter aan om ze nog
eens helemaal op te laden voor u ze voor het eerst gebruikt.
Standaard oplaadcyclus: circa 5 uur.
• Ontvangeenheid inschakelen
Schakel de ontvangeenheid in met de volumeknop resp. aan/uit-schakelaar
18
. Het controlelamp-
je
19
moet nu groen gaan branden.
•
Instellen van het geluidsvolume
Stel het geluidsvolume van de ontvangeenheid in met de volumeknop resp. aan/uit-schakelaar.
Door naar links te draaien neemt het geluidsvolume af, door naar rechts te draaien neemt het
geluidsvolume toe.
Let er op dat het totale geluidsvolume ook wordt bepaald door de instelling van de volu
-
meknop
7
van de zendeenheid.
3.5 gebruik zonder zendeenheid
De ontvangeenheid kan ook zonder de zendeenheid worden gebruikt. Sluit daartoe een van de
drie bijgeleverde microfoons
2
,
3
,
4
direct aan op de ontvangeenheid
13
. Verbindt de mini-ja-
ckstekker van de microfoon met de microfooningang
17
van de ontvangeenheid.
3.6 aansluiting op een externe versterker
U kunt de Voicetec
®
Stemversterker ook aansluiten op een externe versterker of een audio-appa-
raat. Verbind daartoe het audio-verbindingssnoer
25
met de audio-uitgang
22
van de ontvangeen-
heid en de met de externe versterker of het audio-apparaat. Wanneer het audio-verbindingssnoer
is aangesloten op de audio-uitgang van de ontvangeenheid, dan wordt de luidspreker
26
van de
ontvangeenheid automatisch uitgeschakeld. De spraak wordt nu alleen nog weergegeven via de
externe versterker of het audio-apparaat.
GA_Voicetec_062013.indd 53
28.06.2013 11:02:39