NL
101
● Let erop dat u altijd voldoende reservefilters achter de hand
hebt.
6.1.3 AFZUIGSLANG
•
Om indrogen van secreet te voorkomen, moet de
afzuigslang na elke keer afzuigen met schoon water worden
doorgespoeld. Daarbij kan het water met behulp van het
afzuigapparaat via de vingertip uit het bijgeleverde
spoelreservoir worden gezogen. Vul het spoelreservoir
slechts tot ongeveer de helft.
•
Bovendien adviseren wij ten minste één keer per
dag een desinfectie te doen met een op pagina 102
aanbevolen instrumentdesinfectiemiddel. De desbetreffende
gebruiksaanwijzingen
van
de
desinfectiemiddelen
dienen opgevolgd te worden! Als alternatief kan ook een
thermische desinfectie gedaan worden. Volg hiervoor de
instructie op pagina 100.
•
Om de afzuigslang te laten drogen adviseren wij deze op
te hangen. Daarvoor kan de bij de eerste leveromvang
bijgeleverde clip worden gebruikt.
•
Door frequente reiniging / desinfectie / sterilisatie kan de
afzuigslang gaan verkleuren en het materiaal bros worden.
Daarom adviseren wij de afzuigslang uiterlijk om de
4 weken te vervangen.
6.1.4 SECREETRESERVOIR
•
Om hygiënische redenen adviseren wij het secreetreservoir
na elke keer afzuigen leeg te maken en het goed te
reinigen met warm water, liefst met toevoeging van
gewoon afwasmiddel. Hardnekkige vervuiling kan worden
verwijderd met een gewone flessenborstel.
•
Aanwijzingen voor het verwijderen van het reservoir
vindt u in hoofdstuk 5.0 Bediening op pagina 99.
•
Wij adviseren het secreetreservoir één keer per dag met
een op pagina 102 aanbevolen instrumentdesinfectiemiddel
te desinfecteren. Als alternatief kan ook een thermische
desinfectie gedaan worden. Volg hiervoor de instructie op
pagina 100.
•
Let erop dat het secreetreservoir van tevoren leeggemaakt
en met schoon water gespoeld wordt om voor een betere
reiniging te zorgen.
De desbetreffende gebruiksaanwijzingen van de
desinfectiemiddelen dienen opgevolgd te worden!
Opmerking: Draag het reservoir nooit aan het deksel. Het
gevulde reservoir kan loskomen van het deksel en op de
grond vallen (afbeelding 7). Gebruik voor het leegmaken
van het secreetreservoir de secreetafvoertuit.
6.1.5 RESERVOIRDEKSEL
Vóór de reiniging moet beslist het bacteriefilter verwijderd
worden.
Aanwijzingen voor het verwijderen van het deksel van het
secreetreservoir vindt u in hoofdstuk 5.0 op pagina 99.
•
Wij adviseren het reservoirdeksel na elke keer afzuigen
te demonteren en de losse onderdelen (deksel, vlotter,
slangverbinder) grondig af te spoelen onder schoon water.
Vóór hergebruik moet het deksel absoluut droog zijn.
Bij het in elkaar zetten moet erop gelet worden dat de
overloopbeveiliging niet beschadigd raakt.
•
Voor een betere reinigende werking spoelt u de losse
onderdelen van tevoren ten minste 10 seconden lang
af onder schoon water. Vervolgens desinfecteert u de
losse onderdelen met een op pagina 102 aanbevolen
instrumentdesinfectiemiddel.
Als alternatief kan het reservoirdeksel ook thermisch
gedesinfecteerd worden. Volg hiervoor de instructie op
pagina 100.
De desbetreffende gebruiksaanwijzingen van de desin-
fectiemiddelen dienen opgevolgd te worden!
6.1.6 SPOELRESERVOIR
•
Om hygiënische redenen adviseren wij het spoelreservoir
na elk spoelproces te reinigen.
•
Wij adviseren het spoelreservoir eenmaal per dag te
desinfecteren. Gebruik daarvoor een van de op pagina 102
aanbevolen instrumentdesinfectiemiddelen of volg de
instructie voor thermische desinfectie op pagina 100.
6.1.7 APPARAATOPPERVLAK
•
Het complete oppervlak van het apparaat moet bij
vervuiling, ten minste echter eenmaal per week, met een
vochtige (nooit natte) doek gereinigd en aansluitend met
een op pagina 102 genoemd oppervlaktedesinfectiemiddel
gedesinfecteerd worden.
•
Sommige desinfectiemiddelen kunnen verkleuring van
het materiaal veroorzaken, deze hebben echter geen
invloed op de werking van het apparaat.
•
Let erop dat u het apparaat van tevoren heeft
gescheiden van het stroomnet!
•
Het apparaat mag nooit geautoclaveerd, onder
stromend water afgespoeld of in vloeistoffen gelegd
worden!
Als er vloeistof in het apparaat is gedrongen, mag het
pas weer in gebruik worden genomen nadat het door de
geautoriseerde klantenservice gecontroleerd is.
6.2
OVERZUIGEN
Wanneer is er sprake van overzuiging van het apparaat?
Bij een afzuigapparaat is er sprake van overzuiging als er
afzuigmateriaal in het inwendige van het apparaat is gezogen.
Hoe herken ik een overzuiging?
De TRACHEOPORT
®
COMPACT beschikt aan de onderkant
over een luchtfilter (pagina 103 / afbeelding 9). Ter controle
verwijdert u de afdekkap. Als er in het luchtfilter vocht, sterke
vervuilingen of afzettingen te zien zijn, dan is er sprake
van overzuiging van het afzuigapparaat. Algemeen is een
verminderd zuigvermogen een indicatie voor een mogelijke
overzuiging van het apparaat. In geval van overzuiging moet
het afzuigapparaat door de fabrikant of door een geautoriseerd
vakbedrijf worden voorbereid voor hergebruik.
•
Een overzogen afzuigapparaat vormt een risico voor
zowel de patiënt als de zorgverlener. Om die reden
adviseren wij het luchtfilter regelmatig te controleren.
Afbeelding 7
6.0
REINIGING, DESINFECTIE, VOORBEREIDING
VOOR HERGEBRUIK
Summary of Contents for TRACHEOPORT COMPACT
Page 1: ...TRACHEOPORT COMPACT GEBRAUCHSANWEISUNG INSTRUCTIONS FOR USE...
Page 2: ......
Page 114: ......
Page 115: ......