![Faber Kolding Installation Instructions Manual Download Page 9](http://html.mh-extra.com/html/faber/kolding/kolding_installation-instructions-manual_535919009.webp)
NL
NL15
NL
NL14
NL
7.5.3 Plaatsing dakdoorvoer
Een dakdoorvoer kan op elk punt van het dak uitmonden, eventueel
met een versleping naar de nok. Controleer of de uitmonding voldoet
aan de plaatselijk geldende voorschriften. De dakdoorvoer wordt naar
wens geleverd met een plakplaat voor een plat dak of een universeel
verstelbare pan voor een schuin dak.
1 Bepaal de plaats van het toestel en van de dakdoorvoer.
2 Maak op de plaats van de dakdoorvoer een gat van ø 153 mm.
3 Plaats eerst het toestel, zorg ervoor dat dit niet meer kan
wegzakken, bijvoorbeeld in de vloerbedekking.
4 Sluit nu het verticale kanaal aan op de uitmonding van het toestel.
Druk deze aan en breng de klemband aan. De siliconen ringen
zorgen voor voldoende afdichting van verbrandingsgasafvoerkanaal.
5 Bepaal de lengte van het dakdoorvoerkanaal, zodat de plakplaat of
de universele pan goed aansluiten op het dak.
6 Zaag het buitenkanaal af op de juiste lengte.
Let op! Het binnenkanaal moet 2 cm uitsteken onder het
buitenkanaal om een gasdichte verbinding te garanderen.
7 Sluit de dakdoorvoer aan op het verticale kanaal.
U kunt ook eerst het afvoerkanaal aanbrengen alvorens het toestel te
plaatsen en de aansluiting op de uitmonding van het toestel maken
met een passtuk.
7.5.4 Plaatsing doorvoer door een bestaand rookkanaal
Zorg er altijd voor dat het rookkanaal gereinigd is en verzeker u
ervan dat het minimaal een doorsnede van 150 mm heeft. Gebruik
voor de afvoer een ø 100 mm RVS flexibele buis van goede kwaliteit
(bijv. 316L of vergelijkbaar).
NL
7.5 PLAATSING MULTI-VENT SYSTEEM
7.5.1 Aansluiting op het toestel
Plaats de concentrische kanalen in het aansluitstuk op de achterzijde
van het toestel en duw deze op hun plaats. De ingebouwde siliconen
afsluitring zorgt voor voldoende afdichting van het
rookgasafvoerkanaal.
Door de speciale klembanden om de aansluitringen te bevestigen
zorgt u ervoor dat de haard geen binnenlucht aanzuigt.
Bouw de concentrische pijpen op vanaf de haard.
Let op: de pijpen zijn achteraf onbereikbaar.
7.5.2 Plaatsing geveldoorvoer
Voor een geveldoorvoer is het noodzakelijk om eerst een meter
verticaal kanaal aan te brengen, voordat het kanaal horizontaal wordt
gemonteerd.
Controleer eerst of de uitmonding voldoet aan de hiervoor plaatselijk
geldende voorschriften.
1 Bepaal de plaats van het toestel en van de geveldoorvoer.
2 Maak op de plaats van de geveldoorvoer een gat van ø 153 mm.
3 Plaats eerst het toestel.
4 Sluit nu het verticale kanaal aan op de uitmonding van het toestel.
Druk deze aan en breng de klemband aan. De siliconen ringen
zorgen voor voldoende afdichting van het
verbrandingsgasafvoerkanaal.
5 Plaats hierop de bocht en maak deze op dezelfde wijze gasdicht.
6 Sluit de gevelafvoer aan op de bocht en zorg dat deze gasdicht
wordt aangesloten.