![Faber Kolding Installation Instructions Manual Download Page 4](http://html.mh-extra.com/html/faber/kolding/kolding_installation-instructions-manual_535919004.webp)
NL
NL5
3. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Het toestel dient geplaatst, aangesloten en gecontroleerd te worden
door een erkend gastechnisch installateur, volgens de laatst geldende
nationale en lokale voorschriften voor gesloten toestellen (voor
Nederland GAVO, NEN 1078 sectie 4 gesloten toestellen) en het fabrieks-
installatievoorschrift.
Het toestel moet door de installateur gecontroleerd worden op dichtheid
van gas- en verbrandingsproductencircuit. De schoorsteen moet op een
juiste werking worden getest. Controleer de werking van de regelkraan,
het thermokoppelcircuit en het ontsteken van de brander.
Het toestel is ontworpen voor verwarmingsdoeleinden. Dit houdt in dat
alle oppervlaktes, inclusief het glas, zeer heet kunnen worden (> 100 °C).
Een uitzondering hierop vormen het bedieningsdeurtje aan de voorzijde
en de bedieningsknoppen.
Wij adviseren u na installatie van de haard deze enige uren op de
hoogste stand te stoken en daarbij tevens goed te ventileren, zodat het
zich op het binnenwerk van de haard bevindende beschermingsvet
gelegenheid krijgt tot verdampen.
Omdat een haard een warmtebron is die zorgt voor de circulatie van de
lucht in de kamer, is het van belang dat u de haard niet kort na een
verbouwing stookt. Door de natuurlijke luchtcirculatie wordt vocht en
nog niet uitgeharde verf en lak aangezogen en zal zich boven de kachel
ophopen.
Het toestel is afgesteld en verzegeld in de fabriek, overeenkomstig de
op de kenplaat aangegeven categorie en op de juiste nominale
belasting. De waakvlambrander is afgesteld op het juiste verbruik.
Controleer of de gegevens op de kenplaat overeenkomen met de lokale
gassoort en de druk.
Controleer of de gegevens op de kenplaat overeenkomen met de aard
van uw installatie (zie technische gegevens voor controle).
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed, meubels of andere brandbare
materialen in de nabijheid van het toestel. De minimale veilige afstand
bedraagt 100 cm.
NL
NL4
Het afvoersysteem en de uitmonding moeten voldoen aan de
plaatselijk geldende voorschriften. Het betreft hier een gesloten
toestel in een opstellingsruimte, een toestel zonder ventilator en een
schoorsteenverlies van meer dan 17% (niet condenserend). De
natuurlijke trek maakt het noodzakelijk dat de inlaat en de afvoer
zich in hetzelfde drukgebied bevinden. Door gebruik te maken van
het Multi-Vent systeem voldoet u vanzelf aan deze eis.